Strangers in our Midst - David Miller

Strangers in our Midst - David Miller

Het onderwerp migratie valt ongetwijfeld te omschrijven als een van de meest controversiële van deze tijd. Het leidt tot heftige debatten, en sterke polarisatie in de politiek en samenleving. Veel politici zien zich genoodzaakt om als reactie om het opkomende populisme, wat weer mede veroorzaakt wordt door het afwijzen van migratie door een aanzienlijk deel van de Europeanen, migratie te beperken. Daar komt dan weer kritiek op, en dan vooral op het (on)ethische gehalte van deze migratiebeperkingen, en dan met name vanuit progressieve en kosmopolitische hoek.

Het lijkt dan ook soms alsof Europa aangaande migratie verdeeld is in een kosmopolitisch, progressief, kamp dat voor vrije migratie en dus open grenzen staat, en een nationalistisch, conservatief kamp, wat migratie zoveel mogelijk wil inperken en dus de grenzen op slot wil. Maar is een ietwat te zwart-witte voorstelling, die weinig ruimte laat voor het feit dat ook vanuit progressief-kosmopolitische hoek er kritiek is op ongelimiteerde migratie en open grenzen. En een van deze critici is David Miller, die in zijn boek Strangers in our Midst: The Political Philosophy of Immigration een politiek-filosofische onderbouwing geeft van waarom migratiebeperkingen wel degelijk te rechtvaardigen vallen.

Miller is hoogleraar politieke theorie aan de universiteit van Oxford, behoort tot de school van het liberale nationalisme, en is een van Europa’s meest invloedrijke verdedigers van het recht van staten om migranten niet binnen te laten. In zijn boek bouwt hij dan ook voort op zijn eerdere werk over liberaal nationalisme, en formuleert hij eigenlijk een liberaal-nationalistische politieke filosofie over immigratie.

Hij redeneert hierbij vanuit een perspectief wat hij omschrijft als ‘zwak kosmopolitisme’. In dit perspectief zijn staten slechts beperkt genoodzaakt om de mensenrechten van niet-staatsburgers ten allen tijde te respecteren. Staten zouden weliswaar een redelijk aantal vluchtelingen moeten accepteren, maar hier zitten ook een aantal voorwaarden aan verbonden. Zo kunnen staten volgens Miller besluiten om niet langer vluchtelingen op te nemen wanneer culturen en politieke instituties als gevolg van migratie ingrijpende verandering ondergaan.

Valide redenen om migratie te beperken zijn volgens Miller onder meer hoge kosten van de integratie van migranten, het willen beschermen van de cultuur(en) van de oorspronkelijke bewoners van een land, de bevolkingsgroei willen beperken, klimaatverandering willen terugdringen door te voorkomen dat teveel mensen een Westerse consumptielevensstijl kunnen leven en het willen beschermen van de rechten van achterblijvers in landen van herkomst in geval van een braindrain. De migranten die volgens Miller vooral door stagen geweigerd kunnen geworden zijn diegene die niet het slachtoffer van mensenrechtenschendingen zijn.

Miller’s boek richt zich vooral op het ontwikkelen van een politiek benadering van migratie, die zich focust op instituties en beleid, en niet zozeer op individuen, en waarbij de nadruk wordt gelegd op harde feiten over migratie en de kosten hiervan, zowel sociaal-economisch als sociaal-cultureel, voor zowel ontvangende landen als landen van herkomst, en niet op puur ethische benaderingen van het migratievraagstuk, van waaruit het pleidooi voor open grenzen vaak wordt onderbouwd. Daarnaast is het is het boek ook een duidelijk pleidooi voor het recht van gevestigde burgers en gemeenschappen om hun onderlinge sociale cohesie te mogen beschermen indien die door migratie onder druk komt te staan.

Het boek vormt daarmee een duidelijk antwoord op veel van de problemen waar het huidige Europa mee kampt. Aan de ene kant zien we dat sociale cohesie, alsmede verzorgingsstaat, in veel Europese samenlevingen als het gevolg van migratie wel degelijk onder druk komt te staan, en aan de andere kant zien we hier een duidelijke illiberale, populistische, afwijzing van alle vormen van migratie en zelfs van de aanwezigheid van reeds gevestigde migrantengroepen. Miller’s werk biedt een uitweg van hoe we toch migratie kunnen inperken wanneer de kosten ervan te hoog worden, maar dit kunnen doen op een liberale wijze, zonder daarbij fundamentele rechten te schenden of de positie van gevestigde migrantengemeenschappen te schaden.

Miller bouwt hiermee voort op een groeiend oeuvre van denkers als Robert Putnam, Kenan Malik en Paul Collier die uit progressieve, kosmopolitische en liberale scholen van denken komen, maar tegelijkertijd ook kritisch kunnen denken over onderwerpen als multiculturalisme, diversiteit en migratie. En juist dat is iets wat we in Europa op dit moment erg hard nodig hebben.

 

David, Miller, Strangers in our Midst: The Political Philosophy of Immigration, Harvard University Press, 2016

Recensie door Gert Jan Geling

Print Friendly and PDF
Insyriated - Philippe Van Leeuw

Insyriated - Philippe Van Leeuw

Psychogenocide - Erik Thys

Psychogenocide - Erik Thys