De Tweede Helft - Assita Kanko

De Tweede Helft - Assita Kanko

In Some Reflections Upon Marriage schreef de Britse feministe Mary Astell (1666-1731) de beruchte zin ‘If all Men are born Free, why are Women born Slaves’. Vandaag, ruim driehonderd jaar later, blijft die uitspraak nog steeds van toepassing. Veel burgers denken dat de strijd van vrouwen voor gelijke rechten nu gestreden is, toch zeker in het Westen. Niets is echter minder waar. Ondanks het eerste artikel van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens die stelt dat alle menselijke wezens ‘vrij en gelijk in waardigheid en in rechten geboren’ worden, blijven talloze vrouwen wereldwijd, maar ook in onze contreien, vernederd, onderdrukt en mishandeld. En dat is doorgaans het gevolg van culturele en religieuze bepalingen en tradities die tot op vandaag stellen dat vrouwen minderwaardig zijn aan mannen. Het gevolg is een oceaan van ellende, verdriet en onrechtvaardigheid waarvoor velen echter blind zijn. In haar boek De tweede helft weigert de Belgische politica van Burkinese afkomst Assita Kanko zich hier bij neer te leggen en pleit ze voor een nieuw feminisme.

Aan de hand van persoonlijke ervaringen, getuigenissen, nieuwsberichten en allerlei studies, toont Assita Kanko aan dat heel wat vrouwen al van voor hun geboorte tot aan hun dood het slachtoffer zijn van die vermeende mannelijke superioriteit. De meest dodelijke woorden die bij de vaststelling van het geslacht van een ongeboren kind vallen, zijn: ‘het is een meisje’. In India en China neemt foeticide genocidale vormen aan. Daarbij worden vrouwelijke foetussen doelbewust en laattijdig geaborteerd. Kanko miskent niet het recht op abortus, het gaat hier om een doelbewuste eliminatie van meisjes in spe omdat die in de ogen van de ouders en de samenleving minder waard zouden zijn dan jongens. Maar ook na de bevalling bestaat er een golf van gendercide waarbij meisjes massaal worden gedood of uitgehongerd. Uit onderzoek van de Verenigde Naties blijkt dat er wereldwijd tussen 112 en 200 miljoen meisjes ontbreken. In China zullen hierdoor tegen 2020 40 miljoen meer mannen dan vrouwen zijn in de leeftijdscategorie lager dan 20 jaar.

Talloze meisjes die het wel overleven, zijn het slachtoffer van genitale verminking, iets wat Assita Kanko zelf heeft ondergaan. ‘Deze praktijk vernietigt de vrouw. Eenmaal verminkt voelen velen zich door hun familie verraden. Hun hele kindertijd wordt verbrijzeld,’ aldus de auteur. Deze praktijk gebeurt omwille van culturele en religieuze tradities die een obsessie blootleggen voor maagdelijkheid en eer. ‘Onder sociale druk willen de ouders van hun dochters trouwe en onderworpen echtgenotes maken.’ In Egypte gebeuren 77 procent van de ingrepen in ziekenhuizen, maar dat maakt het niet minder erg. Maar het fenomeen komt ook voor in de EU en zelfs in België lopen duizenden meisjes het gevaar dit lot te ondergaan. Daarnaast is er ook de afschuwelijke praktijk van de kindbruiden. Wereldwijd wordt één derde van de meisjes gedwongen te trouwen voor ze vijftien zijn, schrijft Kanko. Vaak zijn ze nauwelijks negen jaar oud, een leeftijd die ayatollah Khomeini in 1979 goedkeurde om er seksuele betrekkingen mee te mogen hebben. Ook deze praktijk komt in Europa voor met meisjes die tijdens een reis naar het land van herkomst op een religieuze manier worden verbonden met een veel oudere man.

Dat brengt Assita Kanko naar het probleem van de gedwongen huwelijken en polygamie. Veel van die vrouwen zitten daardoor vast in huwelijkse gevangenschap want zelfs als men erin slaagt te scheiden voor de burgerlijke wet, blijft het religieus huwelijk gelden wat een eigen leven in vrijheid in de weg staat. Dit overkwam ook de Nederlands-Pakistaanse vrouwenrechtenactiviste Shirin Musa. Assita Kanko haalt ook studies aan waaruit blijkt dat in Groot-Brittannië het aantal islamitische huwelijken geschat wordt op 100.000, ‘de meeste daarvan polygaam’. Daarbij komt dat men in geval van conflict daar quasi enkel terecht kan bij een shariarechtbank. Moslims mogen volgens die sharia vier vrouwen hebben, iets wat cultuurrelativisten door de vingers zien, maar waarvan Kanko duidelijk maakt dat het ingaat tegen de fundamentele rechten van de vrouw. Nochtans is polygamie gebruikelijk in alle islamitische landen (met uitzondering van Turkije en Tunesië), en de auteur toont zelfs aan dat het ook voorkomt in België waar een Brusselse weduwe in 2014 het verzoek kreeg van de Rijksdienst voor Pensioenen ‘om haar pensioen te delen met de tweede echtgenote van haar man die in Marokko verbleef’.

Assita Kanko brengt opnieuw het levenslot van Malala Yousafai onder de aandacht om te wijzen op het gevaar voor heel wat meisjes om naar school te gaan. Ondanks het feit dat onderwijs een universeel mensenrecht is, blijven 66 miljoen meisjes er wereldwijd van verstoken. Ook hier speelt religieus obscurantisme vaak een belangrijke rol, want kennis is het oorkussen van de duivel. Meisjes worden ook van school gehouden om mee te helpen in het huishouden. ‘Je kunt meisjes niet naar school krijgen als je niet doeltreffend ingaat tegen kindhuwelijken, de mannelijke suprematie, de ongelijke verdeling van de huishoudelijke taken, tienerzwangerschappen en extreme armoede,’ aldus de auteur die zelf in haar dorp in Burkina Faso vaststelde dat er altijd meer jongens dan meisjes naar school gingen. Nochtans is onderwijs de eerste stap naar emancipatie, zou het kunnen bijdragen tot de economische ontwikkeling van een land en een halt toeroepen aan absurde tradities. ‘Religieuze fanatici willen hun (de meisjes) onderworpenheid verzekeren door hen ongeletterd te houden en af te sluiten van de wereld. 

Vrouwen die de culturele en religieuze tradities niet volgen, zelfs in de EU, stellen zich bloot aan eremoorden. Assita Kanko geeft een hele resem voorbeelden van meisjes die door hun familieleden vermoord werden omdat ze weigerden te trouwen met de man die hun familie voor hen had uitgekozen, omdat ze een relatie aangingen met een ander, of omdat ze ongewenst zwanger werden (zelfs indien dit een gevolg is van verkrachting). Jaarlijks zouden daar 5.000 vrouwen het slachtoffer van zijn, maar waarschijnlijk is dit getal sterk onderschat. En opnieuw komt het ook voor in allochtone gemeenschappen in onze contreien, denk aan de moord op Sadia Sheikh. ‘Een betere opvang voor de slachtoffers van familiedruk, bewustmaking van wie werkt in de gezondheidsdienst of bij de politie, een beter werkend gerecht voor iedereen, zonder cultuurrelativisme of politiek correcte vage taal, maar ook een andere opvoeding van jongens en een betere bescherming van getuigen,’ zijn enkele van de voorstellen van Assita Kanko om een eind te maken aan deze ‘eerloze misdaden’.

In de laatste hoofdstukken gaat Assita Kanko in op het probleem van het huiselijk geweld en de verkrachtingen die in alle samenlevingen voorkomen, ook bij ons. Uit onderzoek blijkt dat zowat een derde van de Europese vrouwen na hun veertiende het slachtoffer zijn van fysiek of seksueel geweld. In India was er een ophefmakende zaak rond Jyoti Singh die na een filmvoorstelling naar huis reed met de bus en verkracht werd door een groep jongens. Volgens die laatsten had de jonge vrouw maar niet zo laat meer buiten moeten zijn. Daarmee legden ze de schuld voor hun daad bij het slachtoffer. In andere landen moet de verkrachte vrouw huwen met de verkrachter teneinde de eer van de familie te redden omdat ze niet langer maagd was. Kanko verhaalt over meisjes in ons land die een maagdenvliesreconstructie ondergaan om op die manier geen schande over de familie te krijgen als ze later worden uitgehuwelijkt. Op die manier blijven ook vrouwen de gedachte voeden dat zij schuldig zijn aan misstanden die in feite veroorzaakt worden door een misplaatst machisme.

Het boek eindigt met een reeks interviews met vooraanstaande vrouwen die op professioneel en politiek vlak bewezen hebben dat vrouwen minstens evenwaardig zijn dan mannen. Toch blijven vrouwen nog steeds minder verdienen, zijn ze ondervertegenwoordigd in zowat alle machtcentra zoals de politiek en het bedrijfsleven, zijn ze het slachtoffer van seksistische opmerkingen en moeten ze nog steeds het grootste deel van de huishoudelijke taken op zich nemen. Vandaar het pleidooi van Assita Kanko voor ‘het opheffen van straffeloosheid voor seksisme, het invoeren van quota en het hervormen van het zwangerschapsverlof.’ De tweede helft geeft een rauw maar realistisch beeld van de situatie van de vrouw in onze tijd en die is allesbehalve rooskleurig. Tijd dus voor een nieuwe feministische golf. En dit na de eerste waarin vrouwen politieke rechten kregen, de tweede waarin vrouwen meer zeggingschap kregen over hun eigen lichaam, en nu een derde waarin eindelijk komaf gemaakt wordt met de vele politieke, economische, sociale, culturele en religieuze regels en tradities die vrouwen nog steeds onder de knoet houden en hen beschouwen als tweederangsburgers. Het boek is dan ook verplichte lectuur voor politici, zich superieur wanende mannen en zogenaamde progressieve vrouwen (denk aan VOK en BOEH) die hun ogen blijven sluiten voor de manifeste misstanden waar vrouwen en meisjes onder lijden.

 

Assita Kanko, De tweede helft, Lannoo, 2015

Recensie door Dirk Verhofstadt

Print Friendly and PDF
De Cirkel - Dave Eggers

De Cirkel - Dave Eggers

Moreel Esperanto - Paul Cliteur

Moreel Esperanto - Paul Cliteur