We do things differently - Mark Stevenson

We do things differently - Mark Stevenson

We leven in tijden van pessimisme en doemdenken. Zowel conservatieven, populisten als ecologisten beweren dat de wereld quasi om zeep is. Ze hebben het over de teloorgang van waarden en normen, dat het vandaag zoveel slechter gaat dan vroeger, en dat ons milieu en de de biodiversiteit onherroepelijk ten onder gaan. Een aantal onder hen, zoals de Britse filosoof John Gray, stellen dat de Verlichting te ver is doorgeschoten en dat de wetenschap ons meer nadelen dan voordelen heeft opgebracht. Het is een discours dat wereldwijd steeds luider klinkt, maar daarom nog niet juist is. Volgens de Britse futuroloog, computerwetenschapper en stand-up comedian Mark Stevenson is het tegendeel waar. Wetenschap helpt ons vooruit, zorgt voor oplossingen en leidt naar een betere wereld. Wetenschap biedt onvoorstelbare mogelijkheden, dus moeten we er niet bang voor zijn en we moeten het omarmen.

In zijn boek Komt alles goed? Hoe wetenschap de wereld redt beschrijft Stevenson de wondere wereld van de genetica, de nanotechnologie, en de bio- en infotechnologie. Hij heeft het over tal van wetenschappers die op diverse terreinen baanbrekend werk verrichten, maar ook over beleidsmensen en de toepassing van hun ideeën. Hij heeft het over de mogelijkheden van de bionica om mensen die een ledemaat verloren daadwerkelijk te helpen, over de genomica om de oorzaak en het verloop van ziekten aan te pakken onder meer door cellen van binnenuit te genezen. Hij heeft het over het zogenaamde Desertec Industrial Initiative dat enorme zonne-energiecentrales wil bouwen in de Sahara om dan de stroom via dikke kabels door te sluizen naar Europa. Dit laatste project blijkt niet te lukken, maar de auteur wijst op de groeiende ontwikkeling van ‘dunnefilm-technologieën’ die veel goedkoper zijn en die gemakkelijker en goedkoper energie kunnen opwekken.

We hoeven niet bang te zijn voor technologische vernieuwingen, aldus Stevenson. Tal van problemen die we vandaag kennen, zijn perfect oplosbaar. In zijn nieuw boek We do things differently. Stories from the Frontline of the Future geeft hij daar enkele opmerkelijke voorbeelden van. Stevenson bezoekt hij gewone mensen die eenvoudige ideeën om ons leven te verbeteren, hebben omgezet in de praktijk. In Boston ontmoet hij de ingenieur Jamie Heywood die zijn baan opgaf om zijn zieke broer te helpen van een genetische aandoening. Dat lukte hem niet, maar tijdens zijn zoektocht naar een oplossing ontwikkelde hij het internetplatform PatientsLikeMe, een netwerk van meer dan een half miljoen patiënten die hun ervaringen met ziektes en geneesmiddelen delen, wat leidde tot efficiëntere behandelingen, minder medische vergissingen en minder opnames in ziekenhuizen. Veel artsen stonden er eerst sceptisch tegenover, maar nu vormt het een onderdeel van de globale gezondheidszorg.

In London krijgt hij een rondleiding door Lisa Kitinoya in het Institution of Mechanical Engineers waar hij de enorme mogelijkheden van de ‘koude economie’ leert kennen met gebruik van vloeibare lucht. In Oostenrijk spreekt hij met Peter Vadasz, een gewezen burgemeester van Güssing, die zijn stad bijna volledig zelfvoorzienend heeft gemaakt van energie via kleinschalige innovatieve biomassasystemen. In India staat hij samen met Sudhir Paswan in rijstvelden die door nieuwe SRI-technieken, met minder water, zaden en chemicaliën, een veelvoud opbrengen tegenover vroeger. In Detroit bezoekt hij het grootste stedelijke landbouwbedrijf van de wereld. Detroit was ooit de hoofdstad van de autoproductie maar veranderde in een soort spookstad omdat de werkloosheid er had toesloeg. De stad ontwikkelde zich echter tot de metropool voor ‘urban farming’. Het is een trend die overslaat naar andere steden in de wereld, onder meer in Gent, die zal bijdragen tot het klimaatneutraal maken van die steden.

In Brazilië bezoekt Stevenson een groep enthousiaste mensen die iets willen doen aan het gebrek aan vertrouwen in de democratie in hun land omwille van cliëntilisme, corruptie en de enorme bureaucratie. Zij introduceerden ‘participatief budgetteren’, waarbij burgers inspraak krijgen over de besteding van overheidsgelden. Het begon allemaal in Porto Alegre op het niveau van enkele wijken. Het leidde tot het betegelen van straten, meer scholen, meer sociale woningen, betere busverbindingen en meer adequate sanitaire voorzieningen. Het systeem kreeg navolging in 130 Braziliaanse steden, maar ook in Rosario, Sevilla, Glasgow, enz. Het leidde tot het herstel van het vertrouwen tussen de burgers en de lokale politici en een forse afname van de corruptie. Politici die het introduceren worden er electoraal ook voor beloond, aldus Stevenson. Hij noemt participatief budgetteren dan ook ‘een ware institutionele innovatie’ en dat kan uitgroeien tot een nuttig bestanddeel van de directe democratie.  

Met zijn boek toont Mark Stevenson alvast aan dat innovatie doorgaans een bottom-up en niet zozeer een top-down proces is. Uitvindingen worden vaak gedaan door praktische geesten die in de reële wereld staan en niet zozeer door laboranten in Silicon Valley of de London School of Economics. Daarbij komt dat Stevenson een begenadigd verteller is en, in zijn vrije tijd, ook optreedt als stand-upcomedian. Zijn boeken stralen optimisme en geloof in de vooruitgang en de wetenschap uit.

 

Mark Stevenson, We do things Differently, Profile Books, 2017

Recensie door Dirk Verhofstadt

Print Friendly and PDF
Wij Europeanen - Wim de Wagt

Wij Europeanen - Wim de Wagt

De Verlichting als kraamkamer - Jabik Veenbaas

De Verlichting als kraamkamer - Jabik Veenbaas