Het knagende weten - Floris Cohen

Het knagende weten - Floris Cohen

De Nederlandse hoogleraar Floris Cohen is al jaar en dag gebeten door wetenschapsgeschiedenis. En dat wordt met dit boek herbevestigd. Met zijn in 2016 verschenen boek Het knagende weten laat deze Nederlandse hoogleraar in de vergelijkende geschiedenis van de natuurwetenschap opnieuw van zich horen.  Op de persoonlijk website van Floris Cohen staat te lezen dat hij zich noch zuiver alfa-wetenschapper (sociale wetenschapper) noch zuiver bèta-wetenschapper voelde. Dat is op zich een interessant gegeven die meteen ook de zeer brede kijk van de auteur verklaart. Toegegeven, ik ben door deze brede interesse van Cohen gecharmeerd.

Wat me bijzonder aansprak was de wijze waarop de auteur aandacht besteedt aan het spanningsveld tussen geloof en wetenschap. Dat spanningsveld bestaat vandaag de dag nog steeds en  laat zich ook nu nog voelen. Religieuze extremisten die vinden dat een letterlijke interpretatie van hun heilige schriften de enige juiste is en dat religie zich boven de wetenschap mag stellen, bewijzen keer op keer met hun zielige propaganda dat dit spanningsveld de wereld niet uit is.  

Cohen streeft ernaar een reconstructie te maken van dit spanningsveld. Hij doet dit door de relatie tussen wetenschap en geloof te bespreken bij enkele zeer gekende wetenschappers die elk in hun eigen tijdperk grenzen verlegd hebben. Hij doet dat vanuit een sterk Kantiaans perspectief. Ik tracht me in de plaats te stellen van de auteur. Wie zou ik gekozen hebben, Darwin, Einstein, misschien ook een Durkheim? Het moet in elk geval een moeilijke keuze geweest zijn. Cohen laat niet de minste namen de revue passeren. Hij heeft aandacht voor een schare grondleggers van de klassieke en hedendaagse natuurwetenschappers zoals Kepler en Galilei, maar ook Einstein, Kant, Darwin, en Weber.

Door de historische ontwikkeling van dit spanningsveld middels de geselecteerde wetenschappers te reanimeren komt het eeuwenoude spanningsveld tussen religie en wetenschap sterk aan de oppervlakte. De lezer wordt meegenomen, ja zelfs ondergedompeld in de persoonlijke geschiedenis van de wetenschapper en daarom is dit boek ook zo origineel. We voelen als het ware Darwin tot het besef komen welke gevolgen zijn bevindingen hebben. De selectie maakt ook duidelijk dat sommige wetenschappers helemaal geen spanningsveld voelden, terwijl anderen, zoals Darwin zeer lang geworsteld hebben met de consequenties van hun onderzoek voor het klassieke mensbeeld. En inderdaad, gaandeweg heeft wetenschap nog maar weinig plaats overgelaten voor religie en alvast het traditionele beeld dat uit de letterlijke lezing van de Bijbel of de Koran naar voor komt gereduceerd tot een absoluut nulpunt. Het knagende weten is daarom een passende titel, alhoewel het bij niet iedereen knaagde.

Het is eerder een verhaal dat verduidelijkt waarom de ene wetenschapper twijfel heeft in religie en de andere niet. De structuur van dit boek is in dat opzicht goed gekozen. Cohen vertrekt na een heldere, maar toch wel lange inleiding, waarin hij de eigen standpunten verdedigt, met een zeer te verdedigen verhaallijn: een voorspel, een bespreking van prominente figuren in het spanningsveld, het Verlichte tussenspel en een eindspel. Met dit boek toont Cohen dat hij een grondige kennis heeft van dit onderwerp, maar ook van de personen erachter. Men hoeft het niet met de auteur eens te zijn om het informatiegehalte van dit boek hoog in te schatten. Het siert de auteur ook dat hij zijn eigen standpunten op een neutrale manier weergeeft.

Het resultaat is te beschrijven als een historische reis waarbij figuren zoals Kepler en Galilei de poten onder het traditionele wereldbeeld begonnen te zagen. Zelf werden Kepler en Galilei niet beïnvloed door hun wetenschappelijke bevindingen. Dit heeft uiteraard te maken met de tijdsgeest waarbinnen zij hun werk uitvoerden. Latere baanbrekende ontdekkingen, zoals de evolutietheorie en de algemene relativiteitstheorie, laten geen spaander over van een klassiek godsbeeld waar een Schepper het allemaal bedoeld heeft. Noch Einstein noch Darwin werden in tegenstelling tot Galilei vervolgd voor de verdediging van hun wetenschappelijke inzichten. Nochtans is er vandaag de dag nog steeds veel discussie over Darwin en proberen obscure figuren, van creationisten tot islamisten, te tornen aan de evolutietheorie.

Doorheen de lectuur wordt duidelijk hoe sommige wetenschappers erin geslaagd zijn om voor zichzelf een perfecte scheidingslijn tussen werk en geloof te trekken, als het ware een beschermende filter, waardoor geen cognitieve dissonantie ontstond. 

Cohen steekt het niet onder stoelen of banken dat hij weinig sympathie heeft voor individuen die bij hoog en bij laag beweren dat God bestaat of niet bestaat. Dergelijk gekibbel over het grote gelijk is niet waardevol vanuit zijn standpunt. Naar zijn mening zijn zulke discussies “onwetenschappelijk”. Cohen laat meermaals (maar niet op een ergerlijke manier) blijken dat hij het dus niet begrepen heeft op de zoals Dawkins. Zij zijn, naar eigen zeggen, te zelfzeker en dat kan op wetenschappelijke grond niet volgens Cohen. Hij verdedigt zich vanuit de lessen die hij van Kant heeft opgestoken: wetenschap brengt het Ding-an-sich niet kant en klaar, de wetenschapper construeert ook de resultaten. Ik had liever gelezen dat de wetenschapper de resultaten interpreteert, veeleer dan construeert, want dat laatste doet me te veel aan het relativisme van Bruno Latour en consoorten denken. Cohen vindt duidelijk dat wie te zelfzeker is, kans heeft om uit te glijden en af en toe een platitude te verkondigen. Dit is niet de plaats om een debat over relativisme en de gevaren van een doorgeschoten relativisme op te rakelen. Figuren zoals Dawkins zijn broodnodig als tegengewicht voor religieus dogmatisme.

Zelfs al ben ik het niet eens met die stelling van Cohen, dat belet mij niet het boek inhoudelijk te waarderen. De verdienste van Cohen ligt voor mij veel meer in de rijkelijke en in detail beschreven context en ideeën van de wetenschappers die hij beschrijft. Deze ideeën zijn voorzien van stukken originele tekst met vertaling. Vooral dat laatste is interessant in een tijdperk waarin studenten en jonge empirische onderzoekers het steeds vaker moeten hebben van voorgefabriceerde tekstboek-kennis en nog nauwelijks naar originele bijdragen wordt teruggegrepen. Ik was nauwelijks op de hoogte van de visie van sommige wetenschappers op religie, van anderen zoals Darwin was ik dat wel. Dat maakte het boek voor mij als lezer een aangename leerervaring. Een dergelijk boek recenseren is daarom geen eenvoudige klus.

Na de lectuur van Cohens boek weet de lezer hoe enkele invloedrijke wetenschappers omgingen met het conflict tussen religie en wetenschap. Wat mij het meest wist te boeien was de genuanceerde aandacht van de auteur voor de combinatie van wetenschappelijke inzichten en de tijdscontext en de persoonlijke levensgeschiedenis van de wetenschappers die hij beschrijft. Achteraf bekeken zijn sommige details misschien niet altijd even relevant in het discours van Cohen, maar precies die verwevenheid maakt dat het boek prettig leest en een bron van informatie bevat, ongeacht je het nu met Cohen eens bent of niet.

Ik hoop alvast dat het boek tot nadenken stemt. In deze tijd is er nog steeds een spanningsveld tussen religie en wetenschap, al is het naar de achtergrond verdreven en valt het allerminst op in een geseculariseerde West-Europese samenleving. In de Verenigde Staten, waar de K.K.K. nog actief is en waar een groot deel van de Amerikaanse bevolking het niet begrepen heeft op evolutietheorie, ligt dat toch wel even anders. Maar ook in Europa is het evolutiedenken nog niet honderd procent veilig. Zelfs al is de gemiddelde Belg wellicht niet veel meer dan een “cultureel christen” en gaat de gemiddelde Belg nauwelijks nog naar de kerk, op enkele spreekwoordelijke uitzonderingen na (geboorte, huwelijk, begrafenis), een zekere mate van religieuze keurslijf bestaat vandaag de dag nog steeds, onder meer onder conservatieve strekkingen binnen de monotheïstische godsdiensten.

 

Floris Cohen, Het knagende weten, Bert Bakker, 2016

Recensie door Lieven Pauwels

De recensent is kernlid van Liberales en directeur van het Institute for International Research of Criminal Policy (IRCP), Vakgroep Criminologie, Strafrecht en Sociaal Recht, UGent.

mailto:Lieven.Pauwels@UGent.be

Print Friendly and PDF
Waarom haten ze ons? - Frits Bosh

Waarom haten ze ons? - Frits Bosh

Salafi-Jihadism: The History of an Idea - Shiraz Maher

Salafi-Jihadism: The History of an Idea - Shiraz Maher