Stedevaart - Jan Brokken
Het jongste boek van Jan Brokken is getiteld Stedevaart. Een mooie titel die meteen duidelijk maakt wat hij ermee beoogt. Brokken reist veel (en schrijft veel, gelukkig maar want dat kan hij wel) maar niet voor de vuist weg. Hij heeft altijd een doel voor ogen. De steden die hij bezoekt zijn voor hem de moeite waard omdat ze hem in contact brengen met personen die hem om een of andere reden boeien. Schrijvers, boekhandelaren, kunstenaars en vaak componisten.
In Mahler’s thuisoord geraken we in Amsterdam en maken dan vooral kennis met Willem Mengelberg. Brokken gaat niet in op de wel erg lankmoedige manier waarop Mengelberg destijds de eisen van de nazi’s inwilligde maar daar gaat dit verhaal ook helemaal niet over. Terecht dus dat hij die episode hier niet verder beschrijft. Iedereen kent die geschiedenis immers of kan het zo overal terugvinden. Maar ondertussen komen we wel veel te weten over het belang van Mengelberg voor Mahler en dat is een buitengewoon interessante geschiedenis.
Prachtig is De stad van Morandi, Bologna. Een schitterend verhaal over de nooit reizende Morandi die zijn hele leven op zijn beide zussen paste. Alle drie ongehuwd gebleven. Hij verliet de stad nooit. Morandi was – in ieder geval een tijdlang – een bewonderaar van Mussolini. Maar we komen niet te weten hoe hij daar nou precies over dacht. Waarom hij überhaupt enige belangstelling voor politiek zou hebben. Zelf schrijft dat hij al gelukkig zou zijn geweest als hij twee perfecte schilderijen had gemaakt maar of die onder zijn ruim zeshonderd nagelaten werken zaten weten we niet. Morandi schilderde vrijwel uitsluitend stillevens en landschappen.
Even prachtig is het verhaal over Venetië, De boekbinder en Bellini. Merkwaardig is hier dat Brokken melding maakt van twee ‘ schilderijtjes’ van Giovanni Bellini met de titel Annunciazione. Hij noemt het kleinoden, paneeltjes en schilderijtjes maar ze meten wel 224 bij 105 cm dus het zijn in feite enorme schilderijen! Maar het verhaal is er niet minder om.
Genoten heb ik van Het laantje naar de leegte over het schilderij dat Meindert Hobbema in Middelharnis maakte. Brokken schrijft hier over de Nederlandse schilders: “die hebben de horizon als een streep leren kennen, en dan zit je al midden in het denken over vorm en perspectief”. Mooi geformuleerd hoor. Erg fraai en zinnenprikkelend zijn in dit verhaal de jeugdherinneringen van de schrijver.
En het verhaal over Valencia en Calatrava deed me prompt besluiten die stad eindelijk eens te bezoeken. Evenzo Bilbao. En dan mag je een verhaal toch geslaagd noemen! Niet alle verhalen zijn even sterk, sommige beklijven niet. Zoals Villa Eureka of De Dodge van Tip. En soms bedient Brokken zich van minder geslaagde formuleringen, zoals “moest hij de strijd tegen kanker opgeven”; daar had de schrijver wel wat andere bewoordingen mogen kiezen.
Maar de tekst over Beuys en Richter in Honderden, duizenden kilometers geschiedenis is dan weer zeer de moeite waard. Het verhaal begint in Berlijn en eindigt in Düsseldorf en vertelt in grote lijnen de geschiedenis van de Duitse kunstenaar Joseph Beuys. Brokken gaat hier niet nader in op de controverse die in de loop der jaren ontstond over de levensgeschiedenis van deze Duitse kunstenaar. Sommigen menen te moeten twijfelen aan zijn verhaal over zijn redding door Tartaren op de Russische steppen nadat hij met zijn oorlogsvliegtuig tijdens de oorlog daar neerstortte. Je kunt in dertig pagina’s nu eenmaal niet alle facetten van zo’n rijk leven beschrijven. Ik was nooit een groot bewonderaar van Beuys maar Brokken schreef er een prachtig verhaal over.
In De geesten van Vianen komen we een schitterende zin tegen als Brokken schrijft over inwoners van Curaçao wier voorouders als slaven uit Afrika in het Caribisch gebied terechtkwamen. Brokken schrijft dan: “De man die het me vertelde was niet alleen oud, zijn grootvader was nog als slaaf geboren, en in zijn stem hoorde ik eeuwen Afrikaans bijgeloof. Want hoe Nederlands Curaçao van de buitenkant ook oogt, in de ziel van de eilanders meandert de Congo onverstoorbaar voort door het schimmenrijk van de voorvaderen”. Dat is zo’n zin die ik heel graag zelf had bedacht.
Prachtig en even beklemmend als ontroerend is Mijn eeuw, mijn beest, het verhaal over Iosif Raiskin dat eigenlijk over Sjostakovitsj gaat! Ik ben zelf een bewonderaar van Sjostakovits maar gek genoeg niet van zijn opera’s. Je voelt nog steeds de woede in je opkomen als je opnieuw leest hoe de sovjet autoriteiten kunstenaars en zeker ook componisten konden koeioneren, konden dwingen om hun werk bij te schaven naar de luimen van de Opperste Sovjet. Onvergetelijk vond ik de Zevende Symfonie van Sjostakovitsj die ik bijwoonde in het Concertgebouw in Amsterdam; ik zat op de noordelijke tribune en keek over het orkest heen recht op de dirigent, Maris Jansons. Dat was met recht een bovenaardse muziekervaring.
En natuurlijk – zou ik haast zeggen – het verhaal Parade over Satie is heerlijk en fantastisch. Satie schreef aan een criticus die lelijke dingen over het door hem op muziek gezette ballet Parade had geschreven: “maar wat ik weet is dat u een klootzak bent – en als ik het eerlijk mag zeggen, een klootzak zonder muziek” en op een andere ansichtkaart schreef hij dezelfde criticus: “u bent een nog grotere lul dan ik dacht”. Heerlijk, zo’n man en dat doet me onmiddellijk denken aan Godfried Bomans die zich als componist laat interviewen door Wim Sonneveld en hem, nadat deze hem voor een kwal had uitgemaakt antwoordt: “Ja mijnheer Sonneveld, er zijn momenten in mijn leven geweest waarin ik te worstelen had met dezelfde gedachte die u daarjuist zo voortreffelijk geuit hebt en dan speelde ik weer mijn werk en dan begreep ik weer dat het niet waar was; en dat is mijn grote troost geweest en die hebt u niet, u bent een kwal zonder muziek”. Zou Bomans de geschiedenis van Satie hebben gekend?
De kracht van Jan Brokken is dat hij kleine geschiedenissen kan vertellen op een buitengewoon boeiende manier. Zijn personages komen tot leven en je raakt vaak onmiddellijk in hen geïnteresseerd. Ook slaagt Brokken er wonderwel in de tragiek van de levens van zijn personages te beschrijven op een vaak zeer ontroerende manier. Je vergeeft hen hun nukken en onhebbelijkheden. Voorop staat de bewondering voor hun volharding en hun talent, hun passies. Ik denk daarnaast ook dat ik zulke verhalen zo heerlijk vind om te lezen, juist omdat ze zo kort zijn. Ze nodigen uit om hun schilderijen te bekijken, hun muziek te beluisteren, hun werk te lezen, je eigen boekenkast er nog eens op na te lopen, zonder dat je meteen een uitvoerige biografie moet doorworstelen. En als het dan ook nog eens goed geschreven is, dan – en dat is het enige nadeel – dan heb ik zo’n boek in een dag of drie uit. Goed, tot slot dan, Brokken trakteerde me op een fraai aforisme van Kierkegaard en dat wil ik u niet onthouden: “Het leven kan slechts achterwaarts begrepen worden, maar moet voorwaarts worden geleefd”.
Recensie door Enno Nuy
Stedevaart, Jan Brokken, Atlas Contact, 2020