De Wintertuin - Jan Konst

De Wintertuin - Jan Konst

De stichting van het Duitse keizerrijk, de twee wereldoorlogen, de Holocaust, de Koude Oorlog, de val van de Berlijnse Muur en die Wende hebben een enorme stempel gedrukt op de voorbije 150 jaar. Die gebeurtenissen troffen talloze mensen in zowat de hele wereld, in het bijzonder ook de Duitsers zelf. In zijn boek De Wintertuin verhaalt Jan Konst, hoogleraar Nederlandse literatuur aan de universiteit van Berlijn, over het leven van opeenvolgende generaties gewone Duitsers tijdens die lange twintigste eeuw. Aan de hand van dagboeken, briefwisselingen, foto’s, aktes en andere zakelijke papieren reconstrueert hij hoe de leden van zijn schoonfamilie de vele dramatische ontwikkelingen in het land hebben ondergaan. Deze familiekroniek geeft zo een indringend beeld van het wel en wee van mensen die net zoals anderen droomden van en toekomstplannen hadden voor een beter leven.

Een van de protagonisten is de Saksische Hilde Grunewald, de dochter van een leraar en moeder van de schoonmoeder van Konst, die bijna honderd jaar oud werd. Ze werd geboren in de glorietijd van de toenmalige keizer Wilhelm II, onderging nadien de Grote Oorlog, de Weimarrepubliek, de nazidictatuur, de opmars van de Russen en het DDR-tijdperk. Uiteindelijk  maakte ze nog de val van de Muur en het herenigde Duitsland mee. Konst beschrijft met veel inlevingsvermogen haar lot en dat van haar ouders, zuster, kinderen en kleinkinderen. De ouders van Hilde waren van de generatie van 1870, toen Duitsland Frankrijk versloeg in een kortdurende oorlog en het keizerrijk werd opgericht. Het was een tijd waarin de diverse standen nog sterk hiërarchisch naast elkaar leefden, met bovenaan de adel en landeigenaars, daarnaast een opkomende bourgeoisie van fabriekseigenaren en hoge ambtenaren, gevolgd door een groeiende middenklasse van handelaars en lagere ambtenaren, en daaronder de grote massa arbeiders, boeren en soldaten.

Emil, de vader van Hilde, stamde af van een groentekweker in een onbeduidend dorp in Saksen. Hij werkte zich op eigen kracht op tot leraar en later zelfs tot professor. Daardoor klom hij als lid van het Bildungsbürgertum op de sociale ladder en kon daardoor trouwen met Hedwig, een dochter van een fabrikantenechtpaar. Dus boven zijn stand als het ware. Samen kregen ze twee dochters, Hilde en Hanna. Ze leefden comfortabel en de toekomst zag er lange tijd goed uit. Er bestond natuurlijk nog heel wat armoede maar Konst wijst erop dat het land ‘tussen 1895 en 1913 een vrijwel ongebroken periode van hoogconjunctuur beleeft’. Er kwamen warenhuizen, beter transport, meer hygiëne en de welvaart nam gestaag toe. En al even uitzonderlijk, er heerste tot de Grote Oorlog meer dan veertig jaar vrede en relatieve rust, zeker in het wat afgelegen Meissen in Saksen, een stad aan de Elbe waar ze woonden.

Aan die periode van voorspoed kwam bruusk een einde in de zomer van 1914. Emil werd opgeroepen in het leger en diende gedurende 18 maand op verschillende posten, ook als loopgravensoldaat. Dat was geen glorieperiode want na de nederlaag van Duitsland in 1918 ging het steeds verder bergaf met de welvaart in het land. Emil en Hedwig hadden wat geld gespaard maar door de hyperinflatie verdween dit als sneeuw voor de zon. Daarna raakten ze, net als miljoenen anderen, verstrikt in de nazistische propaganda. Niet dat ze zich uiten als nazi’s, maar ze verzetten er zich ook niet echt tegen de lokroep van de Führer. Ook als hun stad ‘gereinigd’ werd van Joden kwam er van hun kant geen protest. Eén van de familieleden sloot zich wel met overtuiging aan bij de nazi’s. Maar de meesten hielden zich stil of waren onverschillig. Het was duidelijk dat ze zich, net als talloze van hun landgenoten, niet wilden mengen met de politiek. Sterker nog, ze waren blij dat ze konden aantonen dat ze geen Joodse voorouders hadden en op die manier als volbloed ariërs door het leven konden gaan.

De diverse familieleden bevonden zich in de laatste oorlogsjaren in het midden van de hel. Saksen ligt in het oosten van Duitsland en werd als eerste regio bedreigd door de Russische troepen die oprukten naar Berlijn. Voor de tweede keer (na de Grote Oorlog) raakten Emil en Hedwig en de dochters zowat al hun bezittingen kwijt. Al hebben ze een grote dosis geluk. Een van de dochters woont vlakbij Dresden dat in februari 1945 zwaar wordt gebombardeerd en waarbij meer dan 25.000 mensen om het leven kwamen. Alle familieleden overleefden het en kwamen redelijk ongeschonden uit het werelddrama. Na het nazisme raken ze echter in de greep van het communisme. Konst beschrijft treffend hoe de socialisten van de DDR de praktijken van de nazi’s overnamen. Hun organisaties leken als twee druppels water op elkaar. De miljoenen burgers leefden in de DDR in een soort gevangenis. De Oost-Duitse propaganda probeerde de bevolking in de pas te houden voor radicale gelijkheid, maar de realiteit was anders. De Nomenclatura genoot privilegies en wie meewerkte aan het regime kreeg tal van voordelen. De anderen, de overgrote meerderheid van gewone burgers, niet.

Ook de familieleden van Emil en Hedwig raakten in de trapmolen van het nieuwe regime. Ze werkten er aan mee en dachten dat ze in de best mogelijke wereld leefden. Tot ze merkten dat het leven in de socialistische heilstaat DDR een grote leugen omvatte. De DDR kende geen vrijheid, geen rechtvaardigheid en ook geen enkele ecologische bekommernis. Het land en haar leiders waren corrupt. Wat daarop volgde was echter niet veel beter. De val van de Muur en de overstap naar een liberale markteconomie waren wel geen succes, maar hun levens werden tenminste niet langer bedreigd. In die zin bleven ze afkerig voor hedendaagse vormen van communisme en nazisme die twee loten waren van het verderfelijke totalitarisme. Het is dan ook onbegrijpelijk dat vandaag opnieuw communistische en extreemrechtse partijen opstaan en dat mensen er hun steun aan verlenen.

De Wintertuin is een indrukwekkend boek. De beschrijving van het leven van gewone burgers geeft ons een goede inkijk in de dagelijkse realiteit van die tijd. De hoofdrolspelers zijn eenvoudige mensen die geen politieke ambitie hadden, maar die door de omstandigheden gedwongen waren om zich te conformeren, om te buigen en het lot te ondergaan. Al leidde hun meegaandheid tot hun eigen dramatische ondergang. Het boek van Konst vormt dan ook een waarschuwing voor de komende generaties.

 

Jan Konst, De Wintertuin, Balans, 2018

Recensie door Dirk Verhofstadt

Print Friendly and PDF
Niet juichen over Italië - Gert Jan Geling

Niet juichen over Italië - Gert Jan Geling

Steven Pinker op de Nacht van de Vrijdenker

Steven Pinker op de Nacht van de Vrijdenker