Waarom het beste nog moet komen – Alexander De Croo

Waarom het beste nog moet komen – Alexander De Croo

Alvorens over te gaan tot de recensie van Alexander De Croo’s nieuwste boek: Waarom het beste nog moet komen, moet ik toch wat bekennen. Liberalen horen dezer dagen optimist te zijn. Nu, hier knelt het schoentje. Ik ben immers zelf geen al te grote optimist. Ik zou me nu ook geen pessimist noemen, maar toch. Schrijvende optimisten à la Steven Pinker en Rutger Bregman zeggen me niet zoveel. Van nature heb ik meer oog voor risico’s dan voor opportuniteiten. Schrijvende sceptici à la Nassim Nicholas Taleb en Mark Spitnagel spreken me dan ook meer aan. Optimisten trekken zich op aan wat goed gaat, en focussen zich op de opportuniteiten die zich aandienen. Anderen hebben meer oog op de risico’s en gevaren, en zien meer heil in organiseren van weerbaarheid en schokbestendigheid. Zelf behoor ik tot de laatste groep. En ook al voel ik in liberale kringen vaak de neiging om me daarvoor te moeten excuseren, hier ga ik het in de eerste plaats toch gewoon proberen uitleggen.

Optimism is a Moral Duty

Naast ‘Het Einde van de Geschiedenis’ van Fukuyama, is ‘Optimism is a Moral Duty’ van Karl Popper één van de clichés waar je in het liberale kringen mee platgeslagen wordt. U kan er gif op innemen, in elke speech wordt minstens 1 van de twee geciteerd. Even terzijde maar daarom niet minder interessant, zeker met het oog op de feestdagen: er is geen enkele aanwijzing dat Karl Popper deze woorden ooit uitgesproken heeft. Ga aan de feestdis gerust de weddenschap aan, u komt er gegarandeerd niet bekaaid vanaf.

Zelf heb ik nooit echt goed begrepen waarom optimisme een morele plicht zou moeten zijn. Voor beleidsmakers lijkt het adagium hope for the best, prepare for the worst me veel veiliger. Optimisten wijzen al jaren op de toegenomen veiligheid en de afname van gewapende conflicten. Maar hebben we daardoor de noodzakelijke investeringen in defensie niet links laten liggen? Dankzij een voortreffelijke gezondheidszorg werden we door de jaren heen misschien wat overmoedig. Wanneer een pandemie zoals COVID uitbreekt, zit je vervolgens met de gebakken peren.

Begrijp me niet verkeerd: Liberalisme hoeft voor mij niet pessimistischer te zijn. Wel denk ik dat diversiteit noodzakelijk is. Als de balans doorslaat, leidt dat langs beide kanten hoogstwaarschijnlijk tot een hardnekkige inertie. Waarom investeren in grote voorraden munitie of mondmaskers, als alles toch steeds veiliger en beheersbaarder wordt? Waarom nog investeren in de groene transitie als het milieu toch al naar de wuppe is? U begrijpt me wel. In een gezonde samenwerking worden opportuniteiten gegrepen en risico’s gemitigeerd.  Liberalisme laat zich niet op deze as definiëren, dat lijkt me duidelijk.

Waarom het beste nog moet komen

Ik kan me vinden in de kernboodschap van het boek. We moeten aan de slag, we mogen niet bij de pakken blijven zitten, en hebben absoluut geen tijd om tijd te verliezen. Lange regeringsonderhandelingen die blijven plakken in socialistische symboliek of nationalistische romantiek kunnen we missen als kiespijn. De Croo heeft gelijk dat we de voorbije 10 jaar veel te veel tijd hebben verloren, en dat we moeten zoeken naar middelen om land en partij een versnelling hoger te laten schakelen.

Het Land

België kan veel meer dan de Belgen denken. Deze boodschap is de rode draad doorheen het boek. De lezer krijgt een rondleiding langsheen een karrevracht aan bewonderenswaardige initiatieven en de al dan niet verborgen parels van het Belgische bedrijfsleven. Aan de hand van bedrijven als DEME, Imec en John Cockerill poogt De Croo aan te tonen dat met samenwerking en het noodzakelijke geloof in eigen kunnen ook voor Belgen the sky wel degelijk the limit is.

Ik kan alleen maar beamen dat België te veel troeven heeft om op te noemen, en dat heel wat van onze bedrijven Champions League spelen. Men kan niet ontkennen dat in heel wat Belgische succesverhalen de overheid een cruciale rol heeft gespeeld. Denk bijvoorbeeld aan het VIB en Imec, beide een voorbeeld van een constructieve samenwerking tussen de private en de publieke sector.

Maar als ik de rapporten van de OESO en de NBB lees, dan kan ik toch niet anders dan stellen dat er ons meerdere zwaarden boven het hoofd bengelen. De arbeidsmarkt moet dringend diepgaander hervormd worden, om over de pensioenen nog maar te zwijgen. Ook de fiscale hervormingen blijven keer op keer in de modder steken. We kunnen het als liberalen niet uitgelegd blijven krijgen dat ondanks onze regeringsdeelname deze hervormingen niet volgen. “Zonder ons zou het nog magerder geweest zijn”, klinkt het dan. Welnu, het wordt steeds duidelijker hoe de kiezer dat argument beoordeelt.

Positief is dat de deur voor een staatshervorming wordt opengezet. Open VLD moet inderdaad met een constructief verhaal komen over de staatsinrichting. De laatste decennia schoot dit immers wat alle kanten uit. De redenering dat het niet ‘ons’ thema is, schiet te kort. Als één van de weinige ideologieën hebben we alle troeven in handen om een verhaal dat werkt te formuleren. We hebben geen symbolen te verdedigen, en geen romantische idealen die ons belemmeren. Een overheid die op een efficiëntere manier haar kerntaken behartigt, dat moet het einddoel zijn.

De Partij

Het is opmerkelijk, maar ergens ook weer niet, dat het in een boek dat aandringt op samenwerken en streven naar excellentie niet over de eigen partij gaat. De liberale partij kan nochtans veel leren van de in het boek aangehaalde voorbeelden. Voor mij was het door Jong VLD georganiseerde bezoek aan Imec een echte eyeopener. De concurrentie in de wereld van de halfgeleiders is moordend. Bij Imec wordt er dag en nacht, week in week uit, gewerkt om aan de hoogste standaarden het beste resultaat te verwezenlijken. We leerden dat dergelijke cultuur noodzakelijk is om toonaangevend te blijven.

Bij dergelijke entiteiten steekt de partij redelijk bleek af. Open VLD heeft deze cultuur van excellentie niet. In vergelijking met de parels van de Belgische economie, doet de partij eerder denken aan een KMO uit de jaren ’70. Nergens hoor je de ambitie om dé dominante politieke beweging van België te worden, de strategie en inhoudelijke krachtlijnen worden al te vaak tussen de soep en de patatten in de steigers gezet. Vandaag is de tolerantie voor middelmaat gewoonweg te hoog, het engagement te vrijblijvend.

Er moet dringend een plan en een strategie komen om van de Open VLD opnieuw een ernstig te nemen politieke actor te maken. Door de schamele toestand van de partij komt de optimistische boodschap in het boek niet geloofwaardig over. Een groep ruziemakers die elders pleit voor constructief samenwerken is gewoonweg niet serieus te nemen.

Engagez-vous

We moeten in deze malaise ook kritisch voor onszelf durven zijn. Het liberale bouwwerk steunt op steeds minder schouders. Burgers die het liberale gedachtengoed genegen zijn, moeten dringend de handen uit de mouwen steken. Er wordt al te makkelijk op de partij geschoten, er zal echter ook engagement nodig zijn om de boel recht te trekken. De boodschap van dit boek kan inspirerend werken. Waarom als liberalen niet proberen een toonaangevend project in de steiger te zetten?

Met het Liberaal Vlaams Verbond gaan we alvast onze stinkende best doen. We zullen initiatieven blijven nemen om liberalen bij elkaar te brengen. We zullen inhoudelijke antwoorden pogen te formuleren op de meest prangende maatschappelijke vraagstukken.  En we zullen op een constructieve manier proberen blijven wegen op de liberale beweging.

Daarom wil ik meegaan in de kerngedachte van het boek: het beste moet nog komen. Maar dan gaan we ons als liberalen toch als de wiedeweerga moeten herpakken. We moeten verdiepen en verbreden. En de lat een heel pak hoger leggen. Laat ons deze lat bijvoorbeeld leggen waar de toppers uit het boek zoals Imec en het VIB ze leggen. Streven naar excellentie over de gehele lijn. Laat ons er meteen aan beginnen.

 

Recensie door Maarten De Bousser

Alexander De Croo, Waarom het beste nog moet komen, Pelckmans uitgevers, 2023

Print Friendly and PDF
De toekomst is terug – Fons Van Dyck

De toekomst is terug – Fons Van Dyck

Geen windmolenparken op zee - Tamara van den Berg

Geen windmolenparken op zee - Tamara van den Berg