De democratie en haar media - Sid Lukkassen

De democratie en haar media - Sid Lukkassen

Reeds tijdens de woelige jaren na mei 68 wist men dat democratie geen eenvoudig, laat staan makkelijk en correct te activeren begrip is. Een vaak gehoorde opmerking was dat inspraak zonder inzicht leidt tot uitspraak zonder uitzicht. Dat is de eerste gedachte die opkomt na het lezen van dit monumentale werk van Dr. Sid Lukkassen – liefst 380 bladzijden dicht bedrukte, maar goed gedocumenteerde en wetenschappelijke analyse over de (wissel)werking van onze democratie en de (moderne) media.

Toen na de Franse Revolutie, in de geest van Vrijheid, Gelijkheid en Broederlijkheid, komaf werd gemaakt met de voorrechten van een beperkte elite (de adel) werd alles gedaan om te voorkomen dat één persoon als verlicht despoot ooit nog een land zou kunnen leiden. Er moest een duidelijke en volledige scheiding zijn tussen Kerk en Staat, of anders geformuleerd, dat het politiek beleid van een land niet kon of mocht bepaald worden door wat één religie op een dogmatische wijze voorschreef. De macht mocht enkel en alleen van het Volk komen en bij het Volk liggen. Toch waren er filosofen en politici die vragen hadden bij het concreet vertalen van al deze mooie principes in de dagdagelijkse werking van onze democratie.

Zelfs een verlicht schrijver en filosoof als De Tocqueville, die zeker een groot pleitbezorger was voor een correcte werking van onze democratie, had zijn twijfels of toch minstens zijn zorgen bij het toekennen van alle politieke macht aan alle inwoners van een land. Onder meer uit zijn grondige observatie ter plaatse van de werking van de democratie in de nog jonge Verenigde Staten, had hij geleerd dat niet alle burgers even goed geschoold en/of gevormd zijn om met kennis van zaken deel te nemen aan het democratisch proces. Het gevaar dat die burgers wel eens gemakkelijke ‘prooien’ zouden kunnen worden van politici die niet altijd op de meest eerlijke en/of transparante manier proberen hun stem te bemachtigen.

Vandaar dat onder meer in België (en in de meeste andere westerse landen), bij het uittekenen van hun democratische instellingen, gekozen werd voor een zogenaamd tweekamerstelsel. In de Kamer van Volksvertegenwoordigers waar theoretisch alle burgers vertegenwoordigd zijn,  werden vooral ‘politieke’ debatten gevoerd, terwijl de Senaat, oorspronkelijk samengesteld uit meer ‘bezadigde’ (lees ‘gefortuneerde’ en ‘wijze’) mannen, eerder een reflecterende en temperende rol had. Hetzelfde in Nederland met een Tweede Kamer als vertegenwoordiger van het volk, en de Eerste Kamer, oorspronkelijk bestaande uit ‘wijze’ mannen, die de macht heeft om wetten tegen te houden.

Het is precies deze spagaat die Sid Lukkassen analyseert: enerzijds is er het (theoretische ideale) model waar het principe van ‘één man (of vrouw) één stem’ geldt, maar anderzijds de harde realiteit dat niet elke man of vrouw voor honderd procent begaan is met de staatzaken; niet altijd ten volle de complexiteit van de maatschappelijke problemen vat; niet altijd het onderscheid kan maken tussen het eigenbelang en het algemeen belang; die niet altijd het onderscheid kan maken tussen korte en lange termijn effecten; die vaak symptomen met oorzaken verwart, enzovoort.

Politici worstelen altijd met de vraag hoe ze hun boodschap kunnen overbrengen naar het ‘brede publiek’. En hier maakt Lukkassen een lange, maar heel boeiende, historische trip in de verschillende fases van dit proces, onder meer door de ideeën van denkers en schrijvers uit verschillende periodes met elkaar te confronteren of hun actualiteit of relevantie te toetsen aan de hedendaagse realiteit.

Hij staat allereerst stil bij het woord- en taalgebruik in dit politieke proces. Bewust of onbewust (goed) gekozen begrippen kunnen soms een totaal andere lading dekken dan wat men echt bedoelt. Een poging om voor iedereen ‘verstaanbaar’ te zijn, kan leiden tot een (over)simplificatie, waardoor men zijn kiezers niet noodzakelijk in een door hen gewilde richting duwt. Naast de ‘boodschap’ is minstens even belangrijk hoe die boodschap de potentiële kiezers bereikt. Zo waren er bij de klassieke Grieken en Romeinen de open debatten op het Forum, waarbij al een ‘scheeftrekking’ kon optreden als een spreker met niet noodzakelijk de beste argumenten, meer sympathie opwekte ‘omdat hij het goed kon zeggen’. Toespraken bijvoorbeeld waarbij de vorm was dan de inhoud, terwijl een andere spreker met veel meer dossierkennis en/of beter doordachte argumenten, door zijn gebrek aan verbaal talent de toehoorders minder of niet kon overtuigen.

Veel van deze informatie werd bovendien enkel mondeling doorgegeven, met het risico dat belangrijke informatie tijdens de ‘overdracht’ verloren ging en/of vervormd werd. Later werd die informatie met de hand neergeschreven met de hand, meestal op ‘dragers’ die echter niet erg duurzaam waren. Vermits schrijven in deze periodes quasi het monopolie was van de geestelijken, werd heel wat relevante informatie weggefilterd en/of bijgekleurd door diegene die de boodschap neerschreef. Het is pas bij het ontstaan van de boekdrukkunst, dat informatie op een duurzame manier kon verspreid worden op grote schaal, los van het ‘selectieve’ distributiekanaal van de Kerkelijke instanties. Pas dan konden nieuwe politieke, wetenschappelijke en andere inzichten verspreid worden en kon er op ruime schaal gedebatteerd worden. Deze ruime verspreiding van allerlei nieuwe inzichten leidde uiteindelijk tot wat wij vandaag ‘de eeuw van de Verlichting’ noemen. Toen reeds bestond er een wisselwerking tussen de manier waarop men dacht de democratie te moeten organiseren en de media die deze boodschappen verspreiden.

De ruimte is hier te beperkt om alle stappen in de analyse van Sid Lukkassen weer te geven. Maar de conclusies van zijn zoektocht moeten ons toch wel aanzetten eens grondig na te denken over de situatie waarin we vandaag zijn terecht gekomen. Traditionele partijen lijken hun trouwe aanhang te verliezen, één-issue partijen steken de kop op, nationalisme en egoïsme ondergraven de pijlers van onze democratische samenleving, solidariteit lijkt niet langer een bindende kracht te zijn. Gevestigde politici wordt verweten niet langer voeling te hebben met de ‘mainstream’ van de kiezers, vaak omschreven als de ‘buik van de samenleving’. Kijk naar de electorale afstraffing van Hillary Clinton en François Hollande. Zelfs de ‘overwinningsnederlaag’ van Angela Merkel schijnt deze analyse te bevestigen. Hoe is het zover kunnen komen ?

Hier moet terug gekeken worden naar de rol van de media, niet alleen welke boodschap er wordt verspreid, maar ook hoe die wordt verspreid. Waar tot bijna aan het eind van de vorige eeuw aan politiek werd gedaan via ‘de zuilen’ (niet alleen via de politieke partijen, maar ook via hun gelieerde vakbonden, mutualiteiten, socio-culturele verenigingen en dergelijke, waar alle (politieke) boodschappen gestructureerd tot bij de trouwe aanhangers werden gebracht, is vooreerst de loyaliteit van die aanhangers afgekalfd. Door een versnelde globalisering van onze samenleving begon de burger te beseffen dat heel wat problemen niet langer tot de louter nationale bevoegdheid van ‘zijn’ politicus behoorden. De toenemende complexiteit van onze samenleving deed ook heel wat mensen hun interesse in, en vooral het begrijpen van het politieke bedrijf verliezen.

Wat als behartiging van het ‘Algemeen Belang’ werd aangeduid, bleek steeds meer de belangen te dienen van een beperkte, maar rijke en dus invloedrijke elite (lees: het internationale bedrijfsleven). Het maakte de kloof tussen de burger en zijn politici steeds breder (het zogenaamde democratisch deficit). Een deel van de oorzaken hiervoor ligt zeker bij de burger die het niet altijd kan vatten wat er (en waarom het) allemaal om hem heen gebeurt. Maar ook de politici zelf dragen een groot stuk verantwoordelijkheid in dit proces. In hun poging – tussen die overdaad aan informatie waarmee elke burger vandaag geconfronteerd wordt – toch nog op te vallen, moeten zij hun boodschap steeds bondiger en vooral spectaculairder maken. Dit leidde tot een verschraling en oversimplificatie van de boodschap.

Bovendien, gestuwd door de nieuwe media, werden politici, en de politiek in het algemeen,  zelf meer en vooral rechtstreeks door hun kiezers aangesproken. Dit gebeurde en gebeurt via e-mails, tweets, sms-en en andere snelle communicatiemiddelen. Ze zettel de politici onder om in te spelen op de waan van de dag wat leidde tot ‘steekvlam-politiek’, waar meer aan symptoom bestrijding in de plaats van aan diagnose werd gedaan. Al deze informatie – in de twee richtingen – wordt gedeeld zonder veel reflectie en/of nuance. Waarheid doet er niet meer toe. Het is vooral belangrijk hoe men iets zegt, liefst in een zo bondig mogelijke boodschap want de ‘ontvanger’ heeft geen tijd voor lange, genuanceerde rapporten. Erger nog wetenschappers en/of technocraten worden steeds meer gewantrouwd. Zij weten niet, zo denkt de man in de straat, wat de ‘echte’ mensen bezighoudt. Bovendien wordt in heel dit proces het ‘taalgebruik’ vervangen door een beeldcultuur. De volkswijsheid zegt dan wel ‘één beeld méér zegt dan duizend woorden’, maar andermaal leidt dit heel gemakkelijk tot verschraling en zelfs ‘fake news’.

Het politieke landschap is enorm gefragmenteerd geworden zowel langs de kant van het aanbod, de politieke partijen, als langs de kant van de vraag, de kiezers. Waar vroeger nog een soort ‘one stop shopping’ of ‘all in’ aankoop via de zuilen verliep, is alles nu verspreid over een veelheid van politieke partijen, burgerbewegingen, belangengroepen, actie-comité’s, enz. Dit brengt niet alleen de kiezer in verwarring, het maakt ook de uitslagen van verkiezingen meer dan ooit onvoorspelbaar. De politicus of partij die het best zijn of haar, liefst zo eenvoudig mogelijke, boodschap weet te verpakken en te verspreiden, wint meestal het pleit tegen de kandidaat die dan wel over een goed doordacht en grondig geanalyseerd programma beschikt, maar het niet ‘verkocht’ krijgt.

Politiek partijen die deze diversiteit proberen te vatten door op alle slakken wat zout te leggen, komen terecht in het grijze midden (‘stuck in the middle’) waar ze niemand nog echt aanspreken. Maar de nieuwe Messias die meestal slechts met één, populair thema de kiezers probeert te lokken, heeft ook geen oplossing voor de allesomvattende problemen waar wij vandaag in een gemondialiseerde wereld mee te maken hebben.

Deze hele evolutie wordt in dit boek beschreven. Het geeft ook een goed beeld van het gevaar van de impact van de media op het democratisch proces. Zo schrijft Lukkassen dat een Kamerlid een quote van hemzelf in de krant belangrijker vindt dan een kameroverleg.  Helaas heeft de auteur – het gaat hier immers om een doctoraat – alles zo uitgebreid willen documenteren, dat de lezer soms door de bomen het bos niet meer ziet. Ook worden in verschillende talen teksten en boeken van weliswaar relevante auteurs uitvoerig besproken, wat soms tot enige langdradigheid. Zo onder meer over het weliswaar indrukwekkende boek The Circle van Dave Eggers. Op het einde worden ook nog eens 19 stellingen geponeerd, die – hoewel ze zeker boeiend en relevant zijn – toch eerder voor Nederland gelden.

Hoe dan ook is De Democratie en haar Media van Sid Lukkassen een meer dan lezenswaardig werk. Op de voorkaft staat een treffende beoordeling van het boek door de Gentse professor ‘Media en ethiek’ Dirk Verhofstadt: “Lukkassen toont vlijmscherp aan dat de representatieve democratie onder druk staat van de media de technologie, de technocratie, de globalisering, het religieus fanatisme en andere hedendaagsefenomenen. De democratie en haar Media is een indrukwekkend maar vooral verontrustend boek.” Geen ‘page turner’ maar echt een studieboek dat voor iedereen die van ver of dichtbij het politieke en journalistieke bedrijf volgt, verplichte literatuur zou moeten zijn.

Sid Lukkassen, De democratie en haar media, De Blauwe Tijger, 2017

Recensie door Mark Bienstman

mbienstman@hotmail.com

Print Friendly and PDF
I Trump my case - Sara de Mulder

I Trump my case - Sara de Mulder

The Retreat of Western Liberalism - Edward Luce

The Retreat of Western Liberalism - Edward Luce