Alles wordt anders… en beter – Koen Schoors
‘Een pessimist ziet een probleem in elke mogelijkheid. Een optimist een mogelijkheid in elk probleem,’ aldus Winston Churchill. Dat laatste is niet eenvoudig. Het lijkt wel of we met zijn allen op weg zijn naar een dystopische toekomst. De coronacrisis, de energiecrisis, de klimaatcrisis, de oorlogen in Oekraïne en Gaza, de migratieproblematiek, Donald Trump als president-elect van de Verenigde Staten, de toenemende polarisatie, enz. jagen steeds meer angst en onzekerheid doorheen onze samenleving. Waar we vroeger overtuigd waren dat onze kinderen het morgen beter zouden hebben dan wijzelf, heerst nu doemdenken. En dat heeft een impact op ons leven. Uit sociologisch onderzoek van de Tilburg University (april 2024) blijkt bijvoorbeeld dat in Nederland het pessimisme van invloed is op de beslissing van jonge mensen om aan het ouderschap te beginnen. ‘Ze maken zich zorgen maken over de toekomst en de wereld waar hun eventuele kinderen in zullen opgroeien. Eerder onderzoek laat zien dat jonge mensen om deze reden twijfelen om aan het ouderschap te beginnen.’[1]
Het is dat ook opbeurend dat een boek verschijnt onder de titel Alles wordt anders… en beter. De Vlaamse econoom Koen Schoors verbonden aan de Universiteit Gent legt daarin uit hoe gemiddeld één keer om de zeventig jaar alles in de wereld verandert en dat we in dit decennium op zo’n kantelpunt zitten. Dat volgens auteur alles in de wereld verandert, toont aan dat hij geen deterministische kijk op de geschiedenis heeft. De toekomst kan alle kanten uit, zoals de filosoof Karl Popper beschreef in zijn boek De armoede van het historicisme.[2] Elke vorm van historicisme en utopisme heeft geleid tot de hel op aarde, denk aan het communisme en het nationaalsocialisme. Die liggen ver achter ons, maar vandaag zijn er opnieuw populistische krachten die beweren dat ze de complexe problemen van onze tijd op een simpele manier kunnen oplossen waardoor we zouden terechtkomen in de ‘ideale’ wereld die dan definitief verworven zou zijn en vaststaan. De menselijke kennis groeit immers voortdurend waardoor de historische en maatschappelijke ontwikkelingen nauwelijks of niet voorspelbaar zijn.
Toch waagt de auteur zich, aan de hand van heel wat data en evoluties van de laatste jaren, aan een mogelijke toekomstvisie voor de komende zeventig jaar. Dat hij start met de gebeurtenissen van dit decennium is niet arbitrair. Iedereen ziet, leest en voelt dat er enorme transities bezig zijn die ons leven, en vooral dat van onze kinderen en kleinkinderen, grondig gaan transformeren. ‘We gaan naar een meer regionale wereld, een meer circulaire wereld, een wereld met minder jongeren en meer ouderen, en een stabielere wereldbevolking, een wereld waar digitalisatie, automatisatie en artificiële intelligentie ten dienste staan van de mens,’ aldus Schoors. Centraal voor hem is dat we de juiste prijzen moeten hanteren voor producten die we kopen en gebruiken, want dat gebeurt nu niet. Zo blijven we fossiele brandstoffen en pesticides gebruiken waarvan we de kost van de vervuiling niet meerekenen. Het is de voornaamste reden om op massale schaal over te schakelen naar nieuwe, meer duurzame technologieën, een circulaire economie en een slimmere landbouw.
De radicale omslag naar onder meer zonne-energie, windenergie, waterstof, thuisbatterijen, opvang van C0², kleinschalige- en stadslandbouw en andere transities kan er maar komen als we volledig stoppen met het subsidiëren van fossiele brandstoffen en grootschalige landbouw. Schoors wijst er terecht op dat Europa ook zijn relatie met Afrika moet herzien. Dat is volgens hem het continent van de toekomst omdat het beschikt over enorme voorraden grondstoffen. Dat zal geen sinecure zijn, want intussen werken vooral Rusland en China samen met diverse Afrikaanse regimes die vaak geen oog hebben voor het algemeen belang en de toekomst van onze planeet. En ook heel wat Europese bedrijven doen dat. Terwijl ik dit schrijf, lees ik dat het Franse bedrijf TotalEnergies een concessie verwierf om het grootste olieveld van Oeganda te exploiteren, waarbij reeds 400 oliebronnen zouden zijn aangeboord. Via een enorme pijplijn zal deze vervuilende fossiele brandstof naar de Tanzaniaanse havenstad Tanga aan de Indische Oceaan worden getransporteerd en zo onder meer China bevoorraden.[3]
Dat neemt niet weg dat we inderdaad die omslag zouden moeten maken. Schoors schrijft met passie en overtuiging hoe we dat kunnen bereiken. Sterker nog, hij maakt heel duidelijk waarom en hoe we dat kunnen doen, en welke voordelen we daarbij zouden halen. Zo heeft hij het over de bestaande toename van de ongelijkheid omdat kapitaal het wint van arbeid, iets wat leidt tot politieke onvrede en ‘een gerechtvaardigd gevoel van ongelijke behandeling’. Het lijkt een onoplosbaar probleem. Maar de auteur wijst op de enorme demografische transitie die op ons afkomt. De mondiale bevolking zal in de komende decennia stabiliseren en in onze contreien zelfs afnemen. Daardoor zal er een ‘war on talents’ beginnen waardoor werknemers in een veel sterkere positie zullen komen te staan en hogere lonen kunnen bekomen. Tegelijk verwacht hij minder discriminatie op de arbeidsmarkt, een permanente legale migratiestroom, toenemende innovatie en zelfs minder oorlog. Want welk land wil nu zijn schaarser wordende jongeren op het slagveld verliezen, aldus Schoors.
Een ander gevolg van het hanteren van juiste prijzen – waarbij ook alle kosten van de oorzaken van vervuiling worden meegerekend – zou zijn dat de wereld zich meer zal opdelen in regionale blokken. Het streven naar meer autonomie en nabijheid zijn daar de motor van. De auteur geeft het voorbeeld van onze grote afhankelijkheid van aardgas uit Rusland bij het begin van de oorlog in Oekraïne. Dat leidde tot een versnelling van investeringen in hernieuwbare energie, een grotere energie-efficiëntie en meer zelfstandigheid ten opzichte van onze ideologische (potentiële) vijanden. Schoors toont zich daarbij een grote voorstander van de Europese Unie die niet alleen welvaart heeft gebracht, maar ook meer vrijheid en solidariteit. De machtswissel in de Verenigde Staten met Trump in het Witte Huis lijkt dan ook een opportuniteit om de EU verder te versterken op het vlak van defensie, maar ook inzake klimaat, energie en migratie. Alleen een sterk en verenigd Europa, met zowat 450 miljoen consumenten, kan verder een rol spelen in de strijd tussen de wereldmachten.
Europa zou ook de voortrekker kunnen worden van een circulaire economie. Burgers en bedrijven zouden daarbij de beschikbare grondstoffen zo optimaal mogelijk moeten benutten en het afval verminderen of compleet vermijden. Bedrijven zouden huishoudelijke apparaten moeten produceren die kwalitatief beter zijn en eenvoudiger gerepareerd kunnen worden. Een goed voorbeeld is het samen gebruiken van producten in plaats van die zelf in eigendom te hebben. Bijvoorbeeld deelwagens die bij een mobiliteitsdienst worden ontleend of het samen opwekken en/of gebruiken van duurzame energie. Schoors stelt veel hoop in de Noordzee ‘als machinekamer van de circulaire economie’. ‘De plannen van de Noordzeelanden voor offshore wind op de Noordzee gaat momenteel uit van 300 GW tegen 2050, dat is dus ongeveer 300 kerncentrales,’ aldus de auteur. Dat is wel een heel optimistische voorspelling, maar maakt wel duidelijk hoeveel potentieel windenergie heeft in de grote energietransitie die we met zijn allen wensen. En dan is er nog het enorme potentieel van AI (Artificiële Intelligentie) waarover hij het uitvoerig heeft, al wijst hij ook terecht op de gevaren van misbruik ervan.
Schoors schreef een verfrissend, enthousiasmerend en bijzonder nuttig boek dat politici, bedrijven, maar ook vakbonden er moet toe aanzetten om op lange termijn te denken. De implementatie van veel van zijn voorstellen – waarbij hij heilige huisjes niet ontziet – zal natuurlijk op veel tegenkanting stuiten. De meeste mensen hebben immers angst voor verandering en populistische partijen spelen hierop in. Ze beweren dat we de huidige problemen kunnen oplossen door alles bij het oude te laten en duiden zondebokken aan. Maar zo komen we er niet. Het is de taak van alle progressieven om samen te werken, om een wervend en overtuigend verhaal te schrijven en de onvermijdelijke transities in goede banen te leiden ten bate van alle burgers. Alles wordt anders… en beter biedt alvast veel inspiratie. Er is dus hoop op een betere toekomst. ‘Hoop is datgene in ons, dat volhoudt, ondanks alle bewijzen van het tegendeel, dat er iets beter ons te wachten staat als we de moed hebben om ernaar uit te reiken, om ervoor te werken en om ervoor te vechten,’ zei Barack Obama.[4] We moeten het alleen willen.
Recensie door Dirk Verhofstadt
Koen Schoors, Alles wordt anders… en beter, Borgerhoff & Lamberigts, 2024
[1] https://onlinelibrary.wiley.com/doi/10.1111/padr.12620
[2] Karl Popper, De armoede van het historicisme, De Arbeiderspers, 1967.
[3] https://www.demorgen.be/nieuws/op-de-plek-van-margret-nyakato-s-huis-staat-nu-een-olieboortoren~bca4ca72/
[4] Barack Obama’s Caucus Speech, The New York Times, January 3, 2008.