Effectief altruïsme - Peter Singer
Graaicultuur? ‘America first’? Is er nog plaats voor altruïsme in een chaotische wereld die dol draait door economisch eigenbelang en politiek egotisme? Peter Singer meent van wel. ‘De meest solide basis voor zelfwaardering is een ethisch leven leiden, dat wil zeggen, een leven waarin je zoveel mogelijk bijdraagt aan de verbetering van de wereld.’ De Gates Foundation schenkt aanzienlijke sommen geld aan filantropische projecten. Mooi. Maar is dat altruïstisch? En is Bill Gates dan ook een effectief altruïst? Dat hij een humanistische bedoeling heeft om met schenkingen allerlei leed en discriminatie te bestrijden, lijkt een uitgemaakte zaak. Kan je echter ook volhouden dat het belangeloos is?
In de omgang stellen we altruïsme gemakshalve gelijk aan belangeloosheid. Noem het misschien ook maar opoffering, offervaardigheid, mecenaat, liefdadigheid of filantropie. Of beschouw het zelfs als een van de hoogste deugden. In Effectief Altruïsme (gedeeltelijke neerslag van de Castle Lectures. - Yale University 2013) zoekt Peter Singer uit of daarmee ook alles gezegd is. Niet dus. Maar Singer is dan ook de pleitbezorger van een meer effectieve aanwending van altruïsme teneinde de wereld te verbeteren. Peter Singer is een utilitarist en beoordeelt morele waarden op basis van hun bijdrage aan menselijk welzijn en – wat hém betreft althans – ook dat van andere dieren. Meer geluk, minder leed! Daarin kan altruïstisch gedrag een bepalende rol spelen.
Effectief altruïsme is dan ‘een filosofie en een sociale beweging die met behulp van bewijsmateriaal en logisch redeneren de effectiefste methoden om de wereld te verbeteren aan het ontdekken is.’ Dat vraagt al meteen om enige verduidelijking: wereld, verbeteren en methode zijn immers geen eenduidige begrippen. Na een rigoureuze analyse van een rist aan casussen levert het Singer finaal een calculus op die aangeeft hoe effectief altruïsme de wereld kan verbeteren.
Strijdmieren offeren zich op…
Sinds de sociobiologie (Edward O. Wilson) suggereerde dat (dierlijk) gedrag ook wel eens beschreven zou kunnen worden als egoïstisch, gericht op zelfbehoud en ‘eigen volk eerst’ zoeken moraalfilosofen naar zoiets als onvoorwaardelijk altruïsme. Honderd procent belangeloos? Zuster Theresa? Pater Damiaan? Het is een queeste die men tot nu toe met lege handen gestopt is. Steeds weer was er dat restantje eigenbelang. Al was het maar de streling van een voorbeeldig zelfbeeld. Zo bleek uit een studie van de Washington State University dat altruïstisch gedrag nogal eens een bevreemdend effect kan hebben. Wie vrijwillig onaangename taken uitvoert of zomaar cadeautjes uitdeelt, wordt scheef bekeken omdat ie ‘de lat te hoog legt’ en de medemens een gewetensprobleem aankaart.
Wederkerigheid – ‘geven en krijgen’ – is dan weer sociaal gedrag dat moet zorgen voor een wenselijke groepscohesie. Anderzijds, mocht iedereen totaal onbaatzuchtig zijn of meer weggeven dan ie kan terugkrijgen lekt het systeem leeg… Een hard neoliberaal principe. De onzichtbare hand van Adam Smith? Gelukkig stelt onderzoek naar de (subjectieve!) ervaring van geluk vast: ‘Meer spullen kopen met ons inkomen maakt ons niet gelukkiger, maar het blijkt dat we wél gelukkiger worden als we ons inkomen gebruiken om anderen te helpen.’ Nou dan?
America First?
Blijkbaar functioneert in ons zoiets als een ingebakken altruïstisch systeem. Soms minimaal. Dat wel. Soms ook maximaal… Daar zijn varianten en gradaties van te ontdekken in ieder van ons. Maar de effectiviteit van altruïsme kan verder ook gewogen worden met (objectieve?) criteria zoals: wie?, welk doel?, waarom?, hoe?, effect?, enz. Dat zijn enkele van de parameters die Singer in Effectief Altruïsme analyseert en tegen elkaar afweegt om te komen tot een strategisch actieplan: altruïsme efficiënt maximaliseren voor doelen die ertoe doen. Uit dergelijk onderzoek kan vervolgens blijken dat het ene goede doel meer dan honderd keer effectiever is dan het andere.
Neem bijvoorbeeld de globale armoedebestrijding. Terecht noemt Singer armoede een relatief gegeven: ‘Armen in de Verenigde Staten zijn arm in verhouding tot de meerderheid van de leden van een samenleving die volgens historische maatstaven buitengewoon welvarend is. Mensen die in ontwikkelingslanden in extreme armoede leven zijn daarentegen arm volgens een absoluut criterium dat wijst op hun onvermogen in hun fundamentele behoeften te voorzien.’ Donaties en acties voor de meest noodlijdenden armen en behoeftigen verhogen dus jouw karaatwaarde effectief altruïsme. Daar wordt de wereld ook globaal beter van en zo kan effectief altruïsme volgens Singer zelfs een motor zijn in de (neoliberale?) wereldeconomie. Toch nog maar eens vragen: ‘America First!’ of ‘Yes, we can!’?
Speciesisme
Singer wordt reeds geruime tijd gezien als de huisfilosoof van het dierenrechtenactivisme. In Animal Liberation beschouwde hij speciesisme (een term van Richard Ryder) net zo goed een vorm van discriminatie als racisme en seksisme. Dat engagement zet hij verder in Effectief Altruïsme: ‘Speciesisme is een vorm van discriminatie van levende wezens die anders zijn dan ‘wij’, en waar de scheidslijn tussen ons en de wezens die niet bij ‘ons’ horen wordt getrokken op basis van iets wat op zichzelf niet moreel relevant is.’ Logischerwijze verdedigt Singer dan ook een soortoverschrijdend altruïsme. Effectieve altruïsten tonen misschien niet veel belangstelling voor de intrinsieke waarde van de natuur, maar vragen zich wel af of ‘natuurbehoud goed of slecht voor mens of dier zal zijn.’ De vraag stellen is ze beantwoorden.
Of effectief altruïsme het zal halen? Peter Singer is optimistisch: ‘Effectief altruïsme is een vooruitgang wat betreft ethisch gedrag en eveneens wat betreft de praktische toepassing van ons vermogen logisch te redeneren.’ Zodra een kritische massa wordt bereikt hangt het enkel af van ‘de bereidheid van mensen overal ter wereld om een nieuw ethisch ideaal te onderschrijven: doen wat je kunt om zoveel mogelijk goeds tot stand te brengen.’ In afwachting daarvan: in welke mate is Bill Gates een beter effectief altruïst dan kleine jij en ik?
Peter Singer, Effectief altruïsme, Lemniscaat, 2017
Recensie door Karel Van Dinter