Wanneer de feiten veranderen - Tony Judt

Wanneer de feiten veranderen - Tony Judt

In 2010 overleed de Brits-Amerikaanse historicus en essayist Tony Judt. Sindsdien verschenen verschillende postume publicaties. Wanneer de feiten veranderen is daarvan het orgelpunt: een imposante essaybundel die getuigt van Judts intellectuele veelzijdigheid. Het einde van de Koude Oorlog, het failliet van de EU, de teloorgang van de welvaartsstaat, het moreel verval van de Israëlische politiek, de blijvende actualiteit van Camus. Deze en nog veel meer onderwerpen bestrijkt Judt met een buitengewone, hem typerende, helderheid.

Judt verstond de kunst om complexe zaken toegankelijk te maken. Zijn schrijfstijl – meer journalistiek, dan literair – maakt zijn essays opvallend leesbaar, zonder aan diepgang in te boeten. Dat verwezenlijken was geen sinecure. In een mooi voorwoord geeft Judts weduwe, Jennifer Homans, ons een inkijk in Judts werkwijze. Homans, zelf cultuurhistorica en met Apollo’s Angels auteur van een van de beste boeken over de geschiedenis van het ballet, vertelt dat zelfs een kort essay vele weken voorbereiding vergde. Doordat Judts essays zo licht lezen, zou je haast vergeten hoe hard eraan gesleuteld is.

De meeste essays in de bundel zijn reeds eerder gepubliceerd, vooral in The New York Review of Books. Sommige essays zien echter voor het eerst het daglicht, waaronder Wat te doen? Daarin zoekt Judt een oplossing voor het conflict tussen Israël en de Palestijnen. Het essay kwam tot stand in de laatste maanden van Judts leven. Reeds verlamd door ALS dicteerde hij zijn gedachten aan een persoonlijke assistente. Hoewel Judt ontevreden over het essay was, achtte Homans het toch rijp voor publicatie. Het is een project in wording dat een beeld biedt van hoe moeilijk een essay tot stand kwam. Zeker over zulk een moeilijk onderwerp. Judt, zelf jood, had zich in het verleden al kritisch over Israël uitgelaten. Dat had hem vele vijanden opgeleverd.

Wie schrijft om applaus te ontvangen, kan beter niet schrijven. Dat was Judts ingesteldheid: een intellectueel sluit geen compromissen op zijn integriteit van denken. Je kan beter fout maar eerlijk zijn, dan juist maar vals. Intellectuele eerlijkheid is het <I>sine qua non</I> van elke vrije geest. Niet toevallig ging Judts voorliefde uit naar denkers en schrijvers die net die eerlijkheid bezaten. Intellectuele eerlijkheid meet je niet enkel af aan de moed om het met anderen oneens te zijn, maar ook aan de moed om het met jezelf oneens te zijn: de moed om van mening te veranderen.

Judt had vroeger communistische en zionistische sympathieën, maar nam daar later afstand van. De intellectuelen die hij de lof toezwaait in zijn essays, legden een gelijkaardig parcours af. Hij roemt de Franse historicus François Furet als de grootste Franse intellectueel van zijn tijd en de Poolse filosoof Leszek Kolakowski als de grootste Europese denker en de laatste in zijn soort. Niet toevallig waren zij denkers die hun mening durfden te herzien.

Wanneer de feiten veranderen is dan ook een treffende titel. Het citaat wordt vaak toegeschreven aan John Maynard Keynes: ‘Wanneer de feiten veranderen, verander ik van mening. En u, meneer?’ Het is een ingesteldheid die sterk lijkt te contrasteren met die van een van Vlaanderens bekendste filosofen. Enkele maanden geleden verklaarde Etienne Vermeersch in Reyers Laat dat hij, eens hij een beslissing heeft genomen, daar nooit meer op terug komt. Met Judt en co zouden we kunnen stellen: wie denkt onvoorwaardelijk te kunnen vasthouden aan wat hij denkt, denkt best nog wat langer.

Judt schrijft scherp zonder polemisch te zijn, zelfzeker zonder dogmatisch te worden. Hij probeert klare antwoorden te bieden, in het volle besef dat die ook maar voorwaardelijk zijn. Daarin galmt de echo van Judts grootste intellectuele voorbeeld: Albert Camus. Naast Midden-Europese politiek was de Franse 20ste-eeuwse intellectuele geschiedenis Judts academische specialisatie bij uitstek. Niet toevallig is Judt op zijn best in het essay over De pest. Hij schetst er Camus als een moralist die niet wil moraliseren. Iemand met een scherpe kijk in goed en kwaad, maar ook met een diep begrip van de menselijke zwakte waardoor er een schemerzone tussen die twee morele uitersten ontstaat.

De pest is een parabel van die schemerzone, een allegorie van het kwaad dat in mensen opbloeit en door de inerte massa gedoogd wordt. De pest diende als allegorie voor het kwaad van het fascisme en de menselijke passiviteit daar tegenover. Toch blijft De pest actueel. Het kwaad dat vandaag de dag zo welig om ons heen tiert, daagt ons net zo zeer uit om uit de schulp van onze gemakzucht te komen. Over de slotzin van De pest – waarin Camus meegeeft dat de pest nooit uitsterft en jaren kan sluimeren, vooraleer de ziekte zijn ratten wekt – schrijft Judt mooi dat die ‘als een brandalarm in de nacht van zelfgenoegzaamheid en vergeten, nog kaarsrecht overeind’ staat. Niets van wat goed is, is vanzelfsprekend. Alles wat we verworven hebben, kan weer verloren gaan. En het grootste gevaar daarvoor is niet het kwaad van buitenaf, maar onze onverschilligheid binnenin.  

 

Tony Judt, Wanneer de feiten veranderen, Atlas-Contact, 2015

Recensie door Alicja Gescinska

mailto:gescinska@gmail.com

Print Friendly and PDF
Democratie en terreur - Frank Buijs

Democratie en terreur - Frank Buijs

Darkest Hour - Joe Wright

Darkest Hour - Joe Wright