Galicische wetten - Philippe Sands

Galicische wetten - Philippe Sands

Ooit gehoord van Hersch Lauterpacht of Rafael Lemkin? Ik niet, maar na lezing van Galicische wetten, het razend spannende boek van mensenrechtenadvocaat en professor Philippe Sands, blijven de namen van deze twee belangrijke juristen voor eeuwig en een dag in mijn geheugen gebrand. Hersch Lauterpacht muntte na de nederlaag van de nazi’s het begrip ‘misdaad tegen de menselijkheid’, terwijl Rafael Lemkin de term ‘genocide’ lanceerde, twee nieuwe inzichten die voor een revolutie in de internationale rechtspraak hebben gezorgd.

Zonder Lauterpacht en Lemkin zouden Pinochet of Milosovic nooit zijn aangeklaagd of was er geen Joegoslavië- of Rwandatribunaal geweest, om nog maar te zwijgen van het Internationaal Strafhof. Sands duikt in hun tragische privégeschiedenis, fileert hun rivaliteit en schetst de historische achtergrond waarin hun denken ingebed ligt, van de deconfiture van de Oostenrijks-Hongaarse dubbelmonarchie tot het proces van Neurenberg in 1945. Sands stoot in zijn onderzoek op ongeziene toevalligheden: het gezin Lauterpacht woonde in dezelfde straat als Sands opa Leon Buchholz; Lemkin en Lauterpacht komen beiden uit Galicië en studeerden aan dezelfde faculteit in Lviv (nu in West-Oekraïne) en zelf kreeg Sands les van de zoon van Lauterpacht. En bovendien: Leon, Hersch en Rafael waren alle drie joods, zijn hun heimat Galicië ontvlucht, terwijl vrijwel  geen enkel achterblijvend familielid het nazisme overleefde.

Daar zorgde Hans Frank voor, Hitlers advocaat en medeopsteller van de rassenwetten van Neurenberg. Hitler benoemde hem in oktober 1939 tot gouverneur-generaal van het ‘Generaal-Gouvernement voor de bezette Poolse gebieden’. Frank sloofde zich dermate uit om de ‘Endlösung der Judenfrage’ uit te voeren dat hij ‘de slachter van Polen’ werd genoemd. Diens vrouw Brigitte waande zich koningin van het gebied. Na de oorlog staan Lauterpacht  en Lemkin op het proces van Neurenberg oog in oog met Hans Frank, al weten ze op dat moment nog niet hoe hun familieleden in Galicië eraan toe zijn. In Neurenberg werden politieke leiders voor de allereerste keer veroordeeld om wat ze in hun functie hadden uitgevreten, in het geval van Hans Frank tot de doodstraf. Nooit meer zouden politici zich nog kunnen verschuilen achter de smoes dat ze alleen maar de wetten van het land uitvoerden. Ook presidenten, premiers en andere hogere functionarissen zijn  juridisch aansprakelijk voor wat ze in naam van de staat uitrichten. De daden van de staat zijn de daden van mensen en die zijn niet onschendbaar.

Philippe Sands schrijft deze verhalen ongemeen meeslepend op, mede omdat hij de lezer meetrekt in zijn speurtocht, in zijn onverwachte vondsten, in zijn nieuwe vriendschappen (onder meer met de zoon van Hans Frank!) en in zijn vasthoudende research, ook naar de kleinmenselijke kantjes van zijn hoofdpersonen. Want laten we wel wezen: zowel Lauterpacht als Lemkin hebben grote ego’s. Lauterpacht verafschuwt Lemkins idee van genocide, hij vindt het zelfs gevaarlijk, want  ‘als men te veel benadrukt dat het ombrengen van een heel volk een misdaad is, komt men niet zo snel tot het inzicht dat het doden van één persoon al een misdaad is’. Lauterpacht was bang dat de term genocide de wij-zijtegenstellingen juist zou vergroten.

In vergelijking met deze koele, hooghartige intellectueel was Lemkin een emotionele drammer die iedereen te pas en te onpas aanklampte (en zich daardoor ongeliefd maakte) om genocide op de valreep in de vonnissen van het Neurenbergproces op te laten nemen. Lemkin had dan ook alle decreten en wetten van Hans Frank verzameld en bestudeerd, ze na zijn vlucht de wereld rondgezeuld en er een weerkerend patroon in ontdekt: de ‘Ausrottung’ van een groep mensen op basis van religie of nationaliteit. Over homoseksuelen sprak Lemkin niet, hoewel hij zelf homo was, misschien wel daarom! Alle vormen van agressie tegen minderheden moesten als een nieuwe misdaad erkend en als dusdanig  bestraft worden. Dat lag vooral in Amerika moeilijk want dan zou dat land ook voor de uitroeiing van de indianen in aanmerking kunnen komen.

Hoe dan ook, Sands laat zien dat er voor de strafrechtbegrippen, die we vandaag normaal vinden, een harde strijd is geleverd, intellectueel, persoonlijk en vaak tegen elkaar. Lauterpacht wilde het individu beschermen, Lemkin de groep. Al mochten ze dan al serieus van mening verschillen over het hoe en wie, over het wat, waren ze het ten gronde gloeiend eens: elk individu heeft rechten, regeringsleiders kunnen niet (langer) naar willekeur hun eigen onderdanen mishandelen of doden en als dat toch gebeurt, mag de internationale gemeenschap ingrijpen. Zo bevat het boek van Sands niet alleen de geschiedenis van twee uitzonderlijke juristen, maar ook van twee nieuwe delicten die het aanschijn van de internationale rechtspleging fundamenteel hebben veranderd. Het werk van Lauterpacht werd de inspiratiebron van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens uit 1948, uitgerekend een dag eerder werd het Genocideverdrag getekend.

Sands verknoopt de levens van deze twee juridische wereldverbeteraars op ingenieuze manier met de geschiedenis van Lviv en die van zijn familie. Lviv maakte in de twintigste eeuw een turbulente tijd door. Het hoorde eerst tot het Oostenrijks-Hongaarse Rijk en heette toen Lemberg, nadien kwam het als Lwow bij Polen, na de Tweede Wereldoorlog bezette de Sovjet-Unie Galicië en heette de stad Lvov en na de verovering door de nazi’s werd het opnieuw Lemberg. Daarna kwam het weer bij de Sovjet-Unie en vandaag hoort het bij Oekraïne. Tot acht keer toe veranderde de stad van nationaliteit. Terwijl onder de Dubbelmonarchie Oekraïners, Polen en Joden zonder al te veel spanningen samenleefden, stookte nadien het oplevend  nationalisme het antisemitisme op en namen de etnische agitaties overhand toe. Telkens als de auteur zijn opa naar ‘vroeger’ polste, kreeg hij het standaardantwoord: ‘niet interessant’. Een enkele keer werd er aan Lemberg gerefereerd, maar over Lviv had Sands nooit gehoord.

Ook zijn moeder was hem niet erg behulpzaam. Over de oorlog heerst in de familiekring volstrekte stilte. Maar waarom vluchtte opa Leon dan in zijn eentje naar Parijs en liet hij zijn vrouw en kind in Wenen? En waarom kwam zijn eenjarige dochter alsnog naar Parijs zonder  de moeder? En hoe en met wie raakte de peuter ­- de moeder van de auteur - in Parijs? De auteur lost elke vraag een voor een op maar na elk antwoord doemt een nieuw geheim op. Zo baant Sands zich met vallen en opstaan een weg naar zijn eigen verzwegen wortels.  Uiteindelijk blijkt dat zijn eigen familieverhaal nauw samenhangt met dat van de twee grote juristen. Galicische wetten is daardoor een tweevoudige detective en bovendien dubbel zo spannend als een doorsnee misdaadroman.

In De Morgen vertelde Philippe Sands dat zijn buurman John LeCarré hem uren heeft bijgepraat over structuur en spanning van een boek. Dat is eraan te merken. Sterker, Philippe Sands overtreft de meester. Zowel inhoudelijk, stilistisch als verhaaltechnisch is dit een adembenemend boek.

 

Philippe Sands, Galicische wetten. Over de oorsprong van genocide en misdrijven tegen de menselijkheid, Spectrum, 2018, 512 blz., €29,99

Recensie door Leo de Haes

Print Friendly and PDF
De populist - Benjamin Carter Hett

De populist - Benjamin Carter Hett

Erfgenamen van de aarde - Chris D. Thomas

Erfgenamen van de aarde - Chris D. Thomas