Etienne Vermeersch, Nagelaten Geschriften - verzameld door Johan Braeckman en Dirk Verhofstadt

Etienne Vermeersch, Nagelaten Geschriften - verzameld door Johan Braeckman en Dirk Verhofstadt

Ik ben zeer ontgoocheld

Over de filosofie van Etienne Vermeersch

‘Het wordt toch tijd dat die sprookjes verdwijnen.’ (p. 453) ‘[…] ik hoop dat mijn teksten nog enige tijd na mijn dood sommigen kunnen inspireren. Ik zou bijvoorbeeld graag hebben dat mensen die mijn teksten lezen, daardoor los kunnen komen van de gedachte dat er iets bestaat zoals de God van de Bijbel of de Koran. Dat zoveel mogelijk mensen door mijn werk afvallig worden zou ik positief vinden.’ (p. 452) Aldus Vermeersch over religie. Dat is een helder standpunt, kenmerkend voor deze publieksfilosoof die in het publieke debat ijverde voor het programma van de Verlichting van waarheidsvinding en bevrijding van de mens uit welke ketenen dan ook. ‘Hoe draagt intellectueel werk bij tot vermindering van onwetendheid en van lijden?’ zo vatten Braeckman en Verhofstadt het denken en doen van de begin 2019 overleden legendarische filosoof Etienne Vermeersch (1934-2019) samen in de door hen samengestelde bundel Nagelaten geschriften

Ik hoorde voor het eerst over Etienne Vermeersch toen ik tijdens mijn studie wijsbegeerte in Filosofie Magazine een bespreking las van Van Antigone tot Dolly (1997) dat een door Braeckman en Van den Enden samengestelde bloemlezing is van opstellen van Vermeersch. Ik kocht het boek en was gelijk in de ban van de benadering van Vermeersch: ultrarationalisme gekoppeld aan waarheidsliefde en empathie geformuleerd in heldere taal met een duidelijke conclusie over allerlei controversiële onderwerpen in het maatschappelijk debat. Toen ik mij verder wilde verdiepen in het werk van Vermeersch, bleek er eigenlijk weinig te zijn. Het schrijven van boeken bleek niet zo de forte van Vermeersch. Met hulp van anderen zijn zijn vele schrijfsels gebundeld in meerdere delen en Dirk Verhofstadt heeft het monumentale interviewboek Op zoek naar waarheid gemaakt waarin het denken van Vermeersch in alle breedte aan bod komt. Een beknopt maar belangrijk boek van Vermeersch is De ogen van Panda. Een milieu-filosofisch essay (1988).

Laatst genoemde boek is een van de eerste milieu-filosofische werken in het Nederlands en het is gelijk ook een inhoudelijk belangrijke bijdrage aan de analyse van het probleem en het aansnijden van een taboe, namelijk indammen van de populatie van mensen. 

In Nagelaten geschriften hebben Vermeersch vrienden Braeckman en Verhofstadt drie soorten teksten opgenomen. Ten eerste papers en langere essays, ten tweede een selectie uit opiniestukken voor kranten en tijdschriften en tot slot een aantal interviews uit verschillende periodes en over uiteenlopende onderwerpen. 

Opvallend is het interview door Johan Swinnen over film. Vermeersch blijkt een filmliefhebber te zijn en heeft aan de UGent een filmclub opgericht. Het interview van Swinnen is te meer opvallend omdat de postmoderne verwarrende schrijfstijl van Swinnen zo afwijkt van de helderheid van Vermeersch. Een aantal interviews gaat over bio-ethiek waar Vermeersch ook al een van de pioniers van was. Zo heeft Vermeersch meegewerkt aan het bewerkstelligen van de legalisering van euthanasie in België. In een interview met Jan Van Pelt uit 1997 geeft Vermeersch een heldere definitie van wat bio-ethiek als vorm van toegepaste ethiek behelst: ‘De rol van bio-ethici bestaat er in om de wetenschapsmensen te doen nadenken over de implicaties op langere termijn van het onderzoek waarmee ze bezig zijn, zowel biomedisch als op ecologisch vlak.’ (p. 374) In het interview met Jos Cobben (2003) pleit Vermeersch met verve voor het in toom houden van en beter nog terugbrengen van de wereldpopulatie – op de humane wijze van geboortebeperking. Ook filosofie als bevrijding en als levenskunst komt aan bod: ‘Ik kan zonder enig schuldcomplex genieten van alles wat het leven te bieden heeft.’ (p. 379) Dat lijkt een triviale uitspraak, maar gelet op de katholieke achtergrond van Vermeersch, geeft dit er blijk van dat hij het christendom afwijst met de tendens om mensen een genotsschuldcomplex aan te praten voor de genietingen des levens, zoals waanideeën dat masturbatie of seks inherent zondig en vies zijn. Vermeersch heeft zich lang beziggehouden met scepticisme in de zin van het toepassen van wetenschapsfilosofie op paranormale claims (inclusief die van geïnstitutionaliseerde religies). Vermeersch was medeoprichter van SKEPP die paranormale claims onderzoeken en weerleggen. Scepticus en ontwerper van de ongeëvenaarde poster van de wereldgeschiedenis, Tom Schoepen interviewt Vermeersch over dit aspect van zijn denken en doen. Vermeersch merkt op dat de mensen een ongebreidelde tendens hebben naar irrationalisme: ‘Het is een strijd vergelijkbaar met die tegen virussen: die vernieuwen zich ook altijd weer en je hebt dus geregeld aangepaste vaccins nodig. Er zit blijkbaar in de mens een tendens tot irrationaliteit en de strijd daartegen is nooit definitief gestreden.’ (p. 388) Vermeersch is niet te beroerd om zijn handen uit de mouwen te steken en paranormale claims te bekritiseren, zoals hij in het onderhavige boek ook doet met onder meer homeopathie. ‘De echt vrije mens is de mens die over alle middelen beschikt om op een redelijke wijze zijn eigen mening te vormen. Dat veronderstelt in de eerste plaats dat hij moet beschikken over de nodige voorlichting. Een mens die niet is voorgelicht over de natuurwetten zal, wanneer hij met vreemde fenomenen geconfronteerd wordt, geneigd zijn die toe te schrijven aan allerlei duistere krachten.’ (p. 389). Dat doet mij denken aan mijn eigen positie dat wanneer mensen na het afronden van een opleiding nog steeds geloven in god (‘allerlei duistere krachten’) dit een falen van het onderwijs is. Ik ben dan ook faliekant tegen onderwijs dat vermengd is met religie en voorstander van volledig seculier onderwijs.

Hoewel Vermeersch door heel zijn werk heen kritisch is op religie en voorstander van onderwijs dat kritisch denken bevordert, neemt hij nergens stelling tegen religieus onderwijs als zodanig. Dit brengt mij op een punt van kritiek op Vermeersch. Bij meerdere onderwerpen legt hij de bal voor het doel, maar schiet hij de bal er niet in. Ik noem het niet benoemen (en veroordelen) van religieuze jongensbesnijdenis terwijl Vermeersch wel veel aandacht besteedt aan andere aspecten van de islam in de westerse samenleving, met name de hoofddoek. Verder is hij niet expliciet over welke maatregelen er genomen zouden kunnen worden om bevolkingsgroei te stoppen en wie waarvoor verantwoordelijk is. Dan is er zijn halfslachtige pleidooi voor dieren. Meerdere keren toont hij sympathie voor het morele standpunt om dieren in de morele cirkel op te nemen, maar hij doet er verder niets mee. Over onderwijs merkt Vermeersch op: ‘Er is dus zeker ook een maatschappelijke verantwoordelijkheid om ervoor te zorgen dat mensen effectief adequaat worden voorgelicht, zodat zij vrij kunnen oordelen.’ (p. 390) Volgens mij is dit een goed argument ten faveure van alleen seculier onderwijs (en een afschaffing van alle vormen van religieus onderwijs, in ieder geval voor minderjarigen).

Vermeersch heeft, zo zegt hij zelf, een ‘universele belangstelling’ en een grote leergierigheid. En zijn belangstelling is zowel alfa als bèta. Hij komt een eind in de richting van een homo universalis. Maar hij werkte er ook hard aan. Hij bracht zijn dagen grotendeels door met studeren. En hij gebruikte ook zijn geheugen voor het leren van interessante en relevante kennis. Zo werd hij een wandelende encyclopedie die relevante kennis over talloze onderwerpen kon tentoonspreiden.

Vermeersch merkt op dat hij zich nooit verveelt en dat het hele begrip hem vreemd is, zijn leergierigheid en verwondering staan dat in de weg. Soms denk ik wel eens dat het vermogen om jezelf te vermaken – zonder gemakkelijke vormen van entertainment als een scherm – een vorm van intellectuele volwassenheid is. Jezelf vermaken, kiezen wat je wilt doen, vergt een soort levensplan, een houding tegenover de wereld. Wat ik bewonder bij Vermeersch, en er is veel dat ik aan hem bewonder, is zijn gestructureerde vermogen om kennis te verwerven en in zich op te nemen. In mij zit er een mentale luiheid die maakt dat ik die laatste stap naar actieve verwerving van kennis niet zet. Voor mij is lezen en studeren dan ook passiever dan voor Vermeersch. Ik neem mij voor, geïnspireerd door Nagelaten geschriften, om daar verandering in te brengen en meer moeite te doen kennis te verwerven, zoals Engels en Nederlands vocabulaire, feiten uit de landbouw et cetera.

‘Ik ben zeer ontgoocheld’ merkt Vermeersch op in een interview uit 2018 met Wouter Woussen waarin hij terugblikt op de ontwikkelingen in de wereld, met name de voortschrijdende ecologische crisis. ‘Je moet de mensen leren om empathie te hebben met de komende generaties.’ (p. 458) zegt hij. ‘Wij zouden niet willen opgroeien in een wereld waarin alle hulpbronnen opgebruikt zijn, dus wij mogen dat ook de komende generaties niet aandoen.’ (p. 459) Over de instroom van migranten uit Afrika zegt hij: ‘Ethisch gezien moet je ook die mensen helpen, maar ze zullen in zulke grote aantallen komen, dat je dat niet kunt.' 

De kracht van Vermeersch benadering zit erin dat hij steeds eerst helder het probleem formuleert, dan de feiten zo goed mogelijk op een rij zet en dan kijkt of er met een morele theorie een consistente argumentatie kan worden opgebouwd. Vermeersch leunt sterk op de Angelsaksische analytische traditie waarin gesteld wordt dat de taak van de filosofie bestaat uit het verhelderen van concepten en vragen, maar dat de filosoof geen bijdrage kan leveren aan het oplossen van problemen. Dat laatste heb ik altijd onbevredigend gevonden. En Vermeersch ook, want hij verheldert niet alleen, hij neemt dikwijls ook een standpunt in, hier enkele van zijn standpunten:

  • Voor abortus

  • Voor homorechten

  • Voor recht op euthanasie

  • Voor hoofdoekverbod (in bepaalde omstandigheden).

  • Voor behoud religieus onderwijs (waar ik het mee oneens ben)

  • Tegen wetenschappelijke acceptatie van homeopathie en andere alternatieve geneeskundige praktijken. 

  • Er is geen god

  • Voor de vrijheid om de beruchte Mohammed cartoons, en willekeurige welke andere cartoons, te publiceren.

  • Voor scherpe scheiding staat en kerk

  • Tegen shariawetgeving

  • Voor vrouwenemancipatie

  • Voor actieve maatregelen om klimaatcrisis te bestrijden

  • Voor opkomstplicht bij verkiezingen

Samen met Johan Braeckman schreef Vermeersch De rivier van Heraclitus. Een eigenzinnige geschiedenis van de wijsbegeerte (2008). Het is vanzelfsprekend een gekleurde geschiedenis want wie de good guys en wie de bad guys zijn hangt af van het perspectief dat de auteurs zelf innemen. Het is niet mogelijk om een neutrale geschiedenis van de wijsbegeerte te schrijven. Het perspectief op geschiedenis van de filosofie is het Verlichtingsperspectief en de helden zijn diegenen die hebben bijgedragen aan meer en betere kennis en kennismethoden, en in moreel opzicht, diegenen die zich hebben ingezet voor een op de ratio gefundeerde ethiek waarin de vrijheid van het individu centraal staat. Van postmodern gekakel moeten de auteurs niets weten. In Nagelaten geschriften staan twee essays waarin telkens een filosoof centraal staat en deze hoofdstukken zouden niet misstaan in De rivier van Herakleitos: ‘Het religieuze levensstadium’ over Kierkegaard en ‘Adorno en Verlichting’ over Adorno. Ik beperk me tot Vermeersch visie op Adorno. Adorno behoort tot de continentale filosofie die qua stijl en jargon hemelsbreed verschilt van de Angelsaksische traditie. Vermeersch verwoordt het zo:

Het aangehaalde werk [Dialektik der Aufklärung – FB] is weinig systematisch: dezelfde ideeën worden dikwijls herhaald, hetzij in andere bewoordingen, met gedetailleerdere uitleg of in combinatie met nieuwe voorbeelden of argumenten. Voor wie eerder naar de analytische school neigt is de terminologie frustrerend. Veel begrippen zijn enkel te begrijpen voor wie vertrouwd is met de Duitse filosofische traditie, vooral met het idealisme. Hun argumenteertrant werkt bevreemdend: een coherente toelichting van de basisideeën en een systematisch overzicht van de gegevenheden waarop die gebaseerd zijn ontbreken. Daarom lijkt het mij ook niet mogelijk of wenselijk dat ik de taal en denkstijl van Adorno overneem om zijn inzichten te formuleren of te bediscussiëren.

Dat is een beleefde manier van stellen dat het een ondoorgrondelijk en onleesbaar boek is, waar wellicht een boodschap in verstopt zit. Dat is een belangrijk verschil met de analytische filosofie: de continentale (en later ook postmoderne) filosofie poogt om ideeën zo moeilijk, abstract en ondoorgrondelijk mogelijk te verpakken zodat andere lezers er moeite voor moeten doen om de boodschap eruit te distilleren en de verschillende uitkomsten met elkaar te bediscussiëren. Waar Vermeersch filosofie voor een groot publiek toegankelijk maakt, creëren postmoderne filosofen een esoterisch jargon, wat vreemd genoeg aantrekkingskracht uitoefent op mensen, want waarom zouden Heidegger, Braudillard, Derrida c.s. anders zo geliefd zijn bij een breed publiek? Het lijkt wel dat mensen dat wat zij snappen minder waarderen dan dat waarvan zij vermoeden dat er een diepe wijsheid in schuilt zonder er werkelijk toegang toe te hebben. 

De wereld, inclusief België, is in de periode 1934-2018, het leven van Vermeersch, fundamenteel veranderd. De wereld ziet er ontstellend anders uit in 2018 dan in 1934. De samenleving heeft zich op grote schaal getransformeerd. Vermeersch heeft in zijn leven twee tegengestelde bewegingen als een schaarbeweging van de verlichting meegemaakt. Enerzijds een zeer sterke progressie naar welvaart, technologische en medische vooruitgang, emancipatie en gelijkheid. Anderzijds het besef dat er grenzen zijn aan de groei, dat de draagkracht van onze planeet beperkt is en dat systeem aarde gebukt gaat onder de toenemende druk van de mens door de bevolkingsexplosie en toegenomen consumptie. Vermeersch heeft zich voor beide, tegengestelde bewegingen ingezet. Zijn leven lang heeft hij gestreden voor individuele autonomie, zoals het recht op de vrijheid van abortus en euthanasie. Maar ook heeft hij decennialang gepleit voor een andere omgang met het milieu en de noodzaak om de mondiale bevolkingsgroei in te dammen. Op het gebied van vrijheid en emancipatie kan Vermeersch tevreden terugkijken: er is ontstellend meer individuele vrijheid in België in 2018 dan in 1934 en Vermeersch heeft daar zeker een bijdrage aan geleverd. Maar wereldwijd zijn de problemen alleen maar groter geworden en zijn er geen oplossingen in zicht. De populatiegroei van de wereldbevolking zal voorlopig nog doorzetten. Met alle gevolgen van dien. 

Recensie door Floris Van Den Bergh auteur van o.a. Groen Liberalisme 

Etienne Vermeersch, Nagelaten geschriften, verzameld door Johan Braeckman en Dirk Verhofstadt, Houtekiet, 2019.

Print Friendly and PDF
Enkele bedenkingen rond vrouwendag - Sara De Mulder

Enkele bedenkingen rond vrouwendag - Sara De Mulder

 De gemeenschap of het individu?   - Gerrit Spriet

De gemeenschap of het individu?   - Gerrit Spriet