Grote liberale vrouwen – Stephanie D’Hose

Grote liberale vrouwen – Stephanie D’Hose

We moeten het hebben over liberale vrouwen. Want wie door de archieven van het liberalisme en de liberale partij grasduint, merkt snel op dat onze geschiedenis toch wel gedomineerd wordt door mannen. We kennen hun namen allemaal, van Charles Rogier over Omer Vanaudenhove tot Guy Verhofstadt. Begrijpelijk natuurlijk, die heren hebben doorheen de geschiedenis belangrijke bakens verzet. Maar het kan toch niet zijn dat er zo weinig liberale vrouwen zouden zijn? Als we kijken naar de symbolen van de vrijheid, zien we wel veel vrouwen.

Het concept vrijheid wordt bijna altijd afgebeeld als een vrouw. Er is de bekende Marianne uit Frankrijk, het Vrijheidsbeeld in de Verenigde Staten is een vrouw. En ook in de Belgische verkiezingspropaganda gaat de liberale partij zichzelf vaak associëren met de vrouw. Daarom wil ik in deze tekst onderzoeken wat de grote liberale vrouwen betekend hebben voor de geschiedenis van onze beweging, en wat we van hen kunnen leren. Als vrouwen in de politiek hebben we voorbeelden nodig, boegbeelden om naar op te kijken. Dat is nog steeds de beste manier om jonge meisjes vandaag warm te maken om ook zelf de politiek in te gaan. Want laat ons eerlijk zijn, er mogen best wel wat meer vrouwen aan de knoppen zitten.

Toch blijft het moeilijk voor vrouwen om door te stoten naar de hoogste regionen van het politiek, professioneel en maatschappelijk leven. Er zijn verwachtingspatronen, maatschappelijke tradities, en impliciete en biologische factoren die de vrouw tot op vandaag in een stereotiepe rol proberen houden. En tot op vandaag, zijn er politici die die rol proberen te bestendigen. In België, in Europa en in de rest van de wereld. Soms uit conservatieve hoek, soms om religieuze redenen en soms uit regelrechte vrouwenhaat. Maar vooral en altijd: uit onwetendheid.

Ik wil daarom met jullie praten over de rol van vrouwen in onze maatschappij. En vooral, over hoe die geëvolueerd is. Ik wil stilstaan bij enkele grote overwinningen die liberale vrouwen uit de geschiedenis van onze partij op hun naam hebben staan. Omdat het dié vrouwen zijn, die ervoor gezorgd hebben dat we vandaag staan waar we staan. We gaan het hebben over drie generaties liberale vrouwen, elk met hun eigen strijd, eigen uitdagingen en eigen overwinningen.

De eerste generatie is die van Jane Brigode. Ze werd in 1870 geboren in Rummen. En ze was een liberaal feministe van het eerste uur. Als één van de weinige vrouwen in die tijd mocht zij studeren. Ze werd onderwijzeres. Jane heeft zelf nooit voor de klas gestaan, maar het onderwijs is wel altijd enorm belangrijk voor haar gebleven. Als hefboom van kansen. Ze begreep dat jonge meisjes naar school moesten gaan, moesten studeren en bijleren, om te kunnen emanciperen. Daardoor ontmoette ze ook Marie Popelin. Popelin is een naam die binnen het liberalisme, binnen het feminisme én binnen de advocatuur moet klinken als een bel. Want nadat ze afstudeerde én doctoreerde in de rechten, vroeg Marie Popelin om aan de balie van Brussel te mogen werken als advocate. Maar dat werd geweigerd. Want ja. Ze was een vrouw.

En het Hof van Beroep in Brussel zei daarover dit: “De bijzondere aard van de vrouw, haar relatief zwakke gestel, de terughoudendheid die eigen is aan haar geslacht, de bescherming die haar moet worden geboden, haar bijzondere opdracht in de mensheid, de eisen en verplichtingen van het moederschap, de opvoeding die zij aan haar kinderen verschuldigd is, het beheer van het huishouden en van de woning die aan haar zorg zijn toevertrouwd, brengen haar in omstandigheden die moeilijk te verenigen zijn met de taken van het beroep van advocaat. Zij heeft niet de vrije tijd, de kracht of de bekwaamheid die nodig zijn voor de strijd en de vermoeidheid van de balie.”

Hoe schandalig dit vonnis ook was, het was een sleutelmoment voor het feminisme. En Popelin hield er nationale bekendheid aan over. Als reactie richtte ze de Belgische Liga voor de Vrouwenrechten op. Officieel was het een apolitieke beweging, maar vooral liberalen werden er van lid. En er zouden nog veel lokale verenigingen volgen. Het doel van de Liga: de positie van de vrouw in de maatschappij veranderen zodat ze niet langer de voetveeg van de man zijn, maar wel dezelfde beroepen kunnen uitoefenen en gelijk behandeld worden in het huwelijksrecht en het burgerrecht.

Jane Brigode werd ondervoorzitter van de Liga. En ook zij sprak zich uit tegen de gigantische onrechtvaardigheden in de Belgische wetgeving. Haar eerste grote succes boekte Brigode in 1908. Toen werd een oude wet afgeschaft, die eigenlijk erg symbolisch is om te begrijpen waartegen de liberale feministes in die tijd moesten strijden. Want tot 1908, was het onderzoek naar vaderschap verboden in België. Niet naar het moederschap. Als je als vrouw zei, dat je niet de moeder van een kind was, mocht de vader laten bewijzen dat je dat wél was. Maar als vrouw stond je machteloos als de man die je zwanger gemaakt heeft, de benen nam. Voor de wetgever was het voldoende dat die man het kind gewoon niet erkende.

Als je weet hoe slecht de positie van de vrouw toen nog was, mag het niet verbazen dat het vrouwenstemrecht allesbehalve hoog op de politieke agenda stond. En toch. Brigode was één van de grootste pleitbezorgers voor dat vanzelfsprekende recht. Het recht om vrouwen een stem te geven in het parlement. Het was in die context dat ze voor het eerst een man tegenkwam, die haar pad nog vaak zou kruisen. Een katholiek, die jullie wellicht allemaal kennen uit de film Daens. Charles Woeste. Die van de worsten.

Woeste was een grote tegenstander van vrouwenrechten in het algemeen. Toen Brigode parlementsleden probeerde overtuigen om vrouwen het recht te geven als voogd op te treden, om hen getuige te laten zijn bij de burgerlijke stand of hen te laten zetelen in werknemersraden ging hij dwarsliggen. Allemaal tevergeefs, gelukkig. Het duurde niet lang voor vrouwen ook effectief dat recht kregen. En ook als leider van de Katholieken in het parlement kelderde Woeste in 1895 en 1902 voorstellen van socialisten en liberalen om vrouwen stemrecht te geven. We moeten een kat een kat noemen, de liberalen waren en bleven lang verdeeld over dat recht. Vooral het argument dat vrouwen het stemrecht niet aan zouden kunnen werd vaak herhaald. Tot aan de Eerste Wereldoorlog.

Want de rol die toen opgenomen werd door dezelfde vrouwenbewegingen die ook voor het stemrecht streden, heeft voor eens en voor altijd bewezen dat vrouwen helemaal niet zwak zijn. Of weekhartig. Of dat ze beschermd zouden moeten worden door de sterke mannen. Jane Brigode richtte in die tijd de partijoverstijgende Union Patriotique des Femmes op. Eerst namen ze verzorgend werk op zich. Eerste hulp, veldkeukens, noodwasserijen. Al die cruciale taken voerden deze vrouwen uit, tot het Rode Kruis klaar was om over te nemen.

Daarna ging Brigode de werkverschaffing organiseren. Ontelbaar veel lokale organisaties zochten helpende handen, en de Union van Brigode ging dit coördineren. Van naaiateliers tot acute noodhulp in gebieden waar de hongersnood dreigde, Brigode bracht steun. Tot ook die taken de aandacht trokken van het Nationaal Hulp- en Voedingscomité van Ernest Solvay, en zij het werk overnamen. Om het met een platitude te zeggen: toen de mannen elkaar de oorlog verklaarden, hielden de vrouwen het land recht.

Hoe desastreus de oorlog ook was, Brigode en haar medefeministen kwamen als nationale helden uit het conflict. Maar de katholieken van Woeste bleven de grootste partij. En ook de angst van de socialisten en liberalen voor een katholieke absolute meerderheid zette een rem op de volledige gelijkheid van vrouwen in het stemhokje. In 1920 kregen vrouwen, als dank voor hun inspanningen tijdens de oorlog, het gemeentelijk stemrecht. Woeste was ondertussen gewonnen voor dat recht, want net als zijn politieke concurrenten ging hij ervan uit dat die naïeve vrouwen wel braafjes voor de katholieken zouden stemmen.

Brigode sprong in de lokale politiek. En werd verkozen. Ze kreeg direct een schepenambt toebedeeld, als schepen van onderwijs. De socialisten hebben dat nog proberen tegenhouden. Want een vrouw als gemeenteraadslid, tot daaraantoe, maar als schepen… Gelukkig was ook dat een strijd tegen de bierkaai. Want verandering houd je niet tegen. Zeker niet als de verandering geleid wordt door een vrouw als Jane Brigode. Decennialang blijft ze ondertussen strijden voor kleine en grote vooruitgangen in de positie van de vrouw. Zij en haar verenigingen moeten vaak bijspringen waar de wet gaten vertoont. Bijvoorbeeld in de bescherming van vrouwen in de nijverheid en de handwerkindustrie. Of de strijd voor economische onafhankelijkheid van ongehuwde vrouwen en weduwen.

Maar het vrouwenstemrecht blijft haar grootste prioriteit. In 1937 werden haar inspanningen beloond met het ondervoorzitterschap van de Liberale Partij maar officieel was het vrouwenstemrecht nog geen partijstandpunt. En in 1938, na de lokale verkiezingen, geeft ze daarover een bijzonder gepassioneerde speech voor een liberaal congres. Ze ontkracht er de mythe dat vrouwen voor het extreemrechtse REX zouden stemmen, omdat hun leider Léon Degrelle “ne schone vent is”.

Ze zei: “Zowat overal hoorde ik zeggen: “de vrouwen gaan stemmen voor Rex. De knappe Léon gaat alle stemmen halen.” Ik heb toen geantwoord: “Heb vertrouwen in de vrouwen, in hun patriottisme, u zal zien wat de uitslag van de verkiezingen is!” Wel, mijne heren, het resultaat is er! Is het niet dankzij de stemmen van vrouwen dat onze partij succes boekt? De vrouwen hebben gehandeld met alle wijsheid en helderheid die we van hen mogen verwachten. Ik zeg dus: het uur van de rechtvaardigheid voor vrouwen is aangebroken!”

Helaas, een ander uur brak aan. De oorlogstrom werd weer geluid, de Tweede Wereldoorlog begon. Voor Jane was een bijzondere rol weggelegd: nadat de voorzitter van de liberalen moest vluchten was zij het die, als eerste vrouw ooit, voorzitter van een Belgische politieke partij werd! Een groot deel van haar tijd moest ze wijden aan bemiddelen. Want de heren in haar partij wilden er vooral voor zorgen dat ze na de oorlog goed geplaatst zouden zijn voor een mooie positie. Maar ze bereidde ook de weg voor de belangrijkste overwinning van haar leven.

Op de eerste vergadering van de Liberale Partij na de oorlog legt het bestuur het nieuwe partijprogramma vast. En Brigode, die na twee oorlogen en decennia aan activisme en politieke ervaring nu écht niet meer te negeren valt, slaat hard op tafel. Nu moet en zal het vrouwenstemrecht als standpunt opgenomen worden. Het bestuur geeft haar gelijk. Vier jaar later, in 1948, keuren Kamer en Senaat ook de wet op het universele stemrecht voor vrouwen goed. Eeuwen aan politieke minderwaardigheid en onderdrukking worden eindelijk rechtgezet. Vrouwen hebben een stem.

In 1950 trekt Jane zich definitief terug uit de politiek. Ze overlijdt in 1952. Deze liberale feministe van het eerste uur werd geboren als tweederangsburger, en knokte zich een weg naar de top. Ze ploeterde en sleurde om miljoenen vrouwen na haar een kans te geven. Ze bereidde de weg zodat wij haar kunnen bewandelen.

Een icoon als Lucienne Herman-Michielsens stond op de schouders van Jane Brigode. Want herinner u waar zij het over had, in het interview aan het begin van deze uiteenzetting. Lucienne komt uit een tweede generatie liberale vrouwen, die positie van de vrouw niet meer moeten benaderen als een strijd voor gelijkheid op papier. Zij kan het hebben over gelijkheid in de praktijk. Lucienne wijst op structurele ongelijkheid. Op hoe de vrouw een dubbele taak heeft: ze mag werken, maar moet ook nog voor haar gezin zorgen.

Lucienne zal haar pleidooi altijd toespitsen op de échte gelijkheid. Ze wil de man en de vrouw niet langer als twee afzonderlijke wezens zien, zoals in de tijd van Brigode wel nog nodig was. In 1987 zei ze in het parlement: “Ik houd niet van het woord ‘vrouwenemancipatie’. Het zal u misschien verwonderen, maar “vrouwenemancipatie” hoort thuis in maatschappelijke emancipatie. Ik spreek zelfs liever over maatschappelijke integratie. Men moet zo weinig mogelijk onderscheid maken in de maatschappelijke taken en rechten.”

Het is een fantastische evolutie. Dankzij Jane Brigode en haar generatie liberale feministen, kan Lucienne Michielsens spreken in het parlement over de volgende stap naar gelijkheid. En net zoals Jane, werd Lucienne door haar liberale partij gewaardeerd en werd ze aangeduid als ondervoorzitter van haar partij.

In de eerste plaats gelooft Lucienne in de kracht van het individu, in de overtuiging dat ieder mens verantwoordelijk is voor zichzelf en zijn of haar eigen keuzes. Maar dan moet iedereen wel de kans krijgen om eigen keuzes te maken.

Haar liberale engagement was dan ook altijd gericht op de zwaksten in de samenleving. In het parlement streed ze, zoals iedereen weet, voor vrouwenrechten. Dankzij haar werden wij het tweede land ter wereld waar vrouwen kunnen beschikken over hun eigen lichaam. Maar ze streed ook voor democratie. Lucienne beschouwde de liberale democratie als heilig, omdat het de enige manier is om de zwaksten betrokken te houden, om iedereen een stem te geven en ervoor te zorgen dat de hele bevolking bij het beleid betrokken blijft. Dankzij haar werd vrijzinnigheid officieel erkend, naast de traditionele religies. En eigenlijk om dezelfde redenen als haar inspanningen, voor het recht op abortus.

In de vrijzinnigheid ziet zij vooral verdraagzaamheid. Het respecteren van elkaars keuzes. Vrijzinnigen laten iedereen in zijn of haar waarde, ongeacht wie of wat je bent. En, ze laten niemand los. Vrijzinnigen bouwen aan een wereld waar iedereen zich goed en veilig voelt, waar iedereen zich kan ontplooien. Lucienne wist dat je samen het sterkste staat.

Als staatssecretaris van de Vlaamse Gemeenschap, een functie die ze slechts enkele maanden kon uitvoeren, schreef ze belangrijke beleidsnota’s over het migrantenbeleid en het gehandicaptenbeleid én hervormde ze de jeugdbeschermingscomités. Opnieuw: de zwaksten staan centraal.

Het verhaal van Jane Brigode en Lucienne Michielsens is een verhaal van positieve vrijheden. Dat voelt iedereen aan. Het gaat om kansen geven aan wie minder kansen heeft dan een ander. Om emancipatie, en samenwerking om vooruit te gaan.

De huidige generatie liberale vrouwen, de derde generatie waar ik het vanavond over wil hebben, staat op vele sterke schouders. En soms, heel soms, zouden we durven vergeten welke lange weg we afgelegd hebben om te komen tot waar we vandaag zijn. Ik vind het daarom persoonlijk belangrijk, en ik weet dat veel vrouwen én mannen er met mij zo over denken, om lessen te blijven trekken uit onze geschiedenis. Uit het bovenstaande wil ik drie zo’n lessen meegeven.

Ten eerste. Doe zoals zij deden. Het liberale verhaal was er nooit één van egoïsme, of individualisme ten koste van de maatschappij. Liberalisme is in de eerste plaats een manier om de hele samenleving vooruit te duwen. Door kansen te geven aan wie er geen heeft, door de onrechtvaardigheden in het systeem op te sporen en te verhelpen, en door iedereen een stem te geven in het maatschappelijk debat. De historiek van de vrouwenrechten is een voorbeeld, maar ook een metafoor. Overal waar een mens omwille van afkomst of geslacht of geaardheid of huidskleur minder kansen krijgt om zichzelf te ontplooien dan iemand anders, zullen liberalen op de barricaden staan om dat recht te trekken. 

Ten tweede. Denk niet dat de strijd voor vrouwenrechten gestreden is. We voeren de strijd al lang, maar in het bredere perspectief van de geschiedenis zijn deze rechten er op papier nog maar net. En wat begonnen is bij een handvol vrouwen in een vereniging, is uitgegroeid tot een immense beweging. Vandaag spreek ik daarom heel bewust over een derde generatie feministen. Deze generatie feministen staat synoniem voor de hele maatschappij. Mannen en vrouwen. Liberalen en mensen met een andere ideologie. We gaan het samen moeten doen. Zoals Jane, zoals Lucienne. We moeten blijven strijden voor de bescherming van wat verworven is, en blijven vechten voor de versterking van wat nog beter kan.

En ten derde. Herhaal hun namen. De generatie van Jane Brigode heeft ervoor gezorgd dat ik hier vandaag sta, en dat u hier vandaag zit. Er is pas vrijheid, als iedereen vrij is. Jane heeft ons land bevrijd. En de generatie van Lucienne heeft de vrouw bevrijd van de stempel “vrouw”. Zij hebben gelijkheid geüpgraded tot gelijkwaardigheid. Wij liberalen zijn terecht fier om onszelf liberaal te noemen. Omdat we al zoveel verwezenlijkt hebben. Ik voel die fierheid het felst als we aan de mensen denken die onze beweging gebracht hebben tot waar ze vandaag is.

Samen kunnen wij de geschiedenis in leven houden. Wij moeten de kleine en grote verhalen uit ons verleden blijven brengen, om de toekomst vorm te geven. De strijd voor de vrijheid wordt op vele fronten gestreden, en de herinnering aan wat ooit was, is daarin cruciaal.

 

Stephanie D’Hose

De auteur is voorzitster van de Senaat en Vlaams volksvertegenwoordiger van Open Vld

Print Friendly and PDF
Vormt woke een bedreiging voor de vrijheid van denken? - Astrid Elbers

Vormt woke een bedreiging voor de vrijheid van denken? - Astrid Elbers

Jouw afwezigheid is duisternis - Jón Kalman Stefánsson

Jouw afwezigheid is duisternis - Jón Kalman Stefánsson