De herberg zit vol – Roland Dauwe

De herberg zit vol – Roland Dauwe

Twee ministers van justitie hebben zich reeds flink vastgereden in het dossier van de kortgestraften. De toestand in de gevangenissen dwingt ons tot schaamte op het Europees toneel. Elke rechtgeaarde humanist moet hier forfait geven. Zo kan je mensen niet behandelen, ook niet als zij gestraft zijn. De straf is vrijheidsberoving, punt. Je kan en mag daar geen extra leed aan toevoegen.

Bovendien is de veiligheid van de gevangenen én die van het gevangenispersoneel niet langer gegarandeerd. Het aandeel van de kortgestraften in de overbevolking is aanzienlijk. Maar het niet uitvoeren van korte straffen tot drie jaar, anderzijds, is het forfait van het justitieel systeem toegeven en aanvaarden. De algemene niet-uitvoering van korte straffen zet rechters te kijk en leidt uiteindelijk tot het uitspreken van extra zware straffen

Een derde meer gevangenen dan de maximumcapaciteit. Je hoeft geen syndicalist te zijn om de grieven van het gevangenispersoneel te begrijpen. Zuid-Amerikaanse toestanden zijn niet veraf. Louter criminologisch zou je moeten streven naar een reële uitvoering van de straf. Straffen opleggen en dan niet uitvoeren, leidt tot banalisering. Symboolbestraffing heeft geen enkel nut.

Tevens moet, zeker voor korte straffen, de vervreemding van het maatschappelijk gebeuren (declassering) zo veel mogelijk vermeden worden.  Te dikwijls zijn de secundaire gevolgen van de straf erger dan de straf zelf. Denk aan het verlies van werk, verlies van woonplaats, verbreken van relaties, maatschappelijke uitsluiting en opname in het ‘criminele scene'. Bovendien heeft een langdurig contact van kortgestraften met ‘habitués’ van de gevangenis een bijzonder negatief leereffect op motivering en leidt tot professionalisering van de vervolgcriminaliteit.

Om een oplossing voor het probleem te vinden, moeten we deze uitgangspunten goed in het oog houden. Misschien kunnen we wat inspiratie vinden in Utopia van Thomas More.  Misdadigers werden er, ter herkenning, met gouden sieraden en kettingen behangen, maar bleven, gestigmatiseerd weliswaar, in de maatschappij.

Een concreet voorstel. Bij elke uitgesproken effectieve korte straf gaat de veroordeelde naar de gevangenis voor een periode van één maand. Deze periode kan, indien nodig, verlengd worden tot maximaal twee maanden. Bedoeling is de veroordeelde te confronteren met de gevangenis en het shockeffect te ressorteren. De declassering is hierbij minimaal. Voor de rest van zijn effectieve straf krijgt de veroordeelde de gunst van de elektronische enkelband, waardoor de essentie van de straf, namelijk de vrijheidsberoving, ook uitgevoerd wordt. Declassering wordt hier maximaal vermeden.

Ik wil graag de kritiek voor zijn dat de kortgestraften er gemakkelijk vanaf komen. In de realiteit is de vrijheidsbeperking met de enkelband soms moeilijker dan de gevangenis. Wie zich niet aan zijn voorwaarden houdt, gaat onmiddellijk naar de cel voor het uitzitten van zijn straf. Het succes van die operatie is afhankelijk van het behoorlijk werken van het elektronisch toezicht een de strikte naleving van de voorwaarden. Hierin zou moeten geïnvesteerd worden. De digitale mogelijkheden zijn er. Indien rekening gehouden wordt met het verdwijnen van zo’n tachtig procent van de kortgestraften uit de gevangenis, wordt dit een nul-operatie of een besparing.

 

Roland Dauwe

Em. Criminoloog

Print Friendly and PDF
Eindeloze vlucht. Het leven van Joseph Roth – Keiron Pim

Eindeloze vlucht. Het leven van Joseph Roth – Keiron Pim

Had het drama bij Van Hool vermeden kunnen worden? – Paul De Grauwe

Had het drama bij Van Hool vermeden kunnen worden? – Paul De Grauwe