KZ-syndroom. Een litteken dat nooit verdwijnt - Henri Heimans & Dirk Verhofstadt

KZ-syndroom. Een litteken dat nooit verdwijnt - Henri Heimans & Dirk Verhofstadt

Henri Heimans, magistraat op rust, ging naar de presentatie van Dirk Verhofstadt’s boek Dagboek 1933. Het gevaar van extreemrechts. Hij vertelde over schriftjes met kampherinneringen en verzetsverhalen die zijn vader naliet. De rest is geschiedenis. Letterlijk. Want ze gaan beiden het spoor volgen en het verhaal vertellen van Henri’s ouders, die beiden uit de kampen terugkeerden maar er levenslange littekens van meedroegen.

Henri Heimans is kind van twee verzetsmensen, de ene joods, de andere niet. Ze kenden elkaar in de oorlog nog niet. Ze maakten ieder verschrikkelijke dingen mee en verloren geliefden. Ze droegen lichamelijke en psychische littekens. Er was veel zwijgen. Het kind groeit zo op. Het kind is haast mantelzorger. Na de dood van de moeder gaat de vader schrijven. “Lees maar als je er klaar voor bent.” De zoon leest het pas echt na zijn pensioen.

We kennen de naam Henri Heimans uit de krant.  Hij is de man die vijf jaar geleden een juridische oorlog startte tegen de extreemrechtse organisatie ‘Schild & Vrienden’. Intussen kennen we het resultaat: 1 jaar effectief voor Dries Van Langenhove en celstraffen met uitstel voor 5 medebeklaagden. Ze werden over de hele lijn schuldig verklaard, en onder meer veroordeeld omdat ze racistische, seksistische en negationistische memes hadden gedeeld in gesloten chatgroepen.

En intussen schreef hij samen met Dirk Verhofstadt het boek KZ-syndroom. Een litteken dat nooit verdwijnt. Het boek werd op 12 maart 2024 voorgesteld, exact op de dag dat de Gentse rechtbank haar uitspraak deed. Er is samenhang tussen deze dingen.

Zwijgen

Littekens uit de kampen, daar was lang weinig aandacht voor. De overlevenden zwegen meestal. De klassieker is dat ze zich zelf schaamden dat ze overleefden en zoveel anderen niet. Het is waarschijnlijker dat wat ‘zo’ gruwelijk en onbegrijpbaar is, zich voor de meesten niet zonder hulp laat formuleren. En het is zeker zo dat de goegemeente ook liever al die ellende niet wou weten. De wereld moest heropgebouwd worden, dus laten we daarop focussen. Maar zelfs wat je negeert, bestààt op de ene of de andere manier toch nog wel…

De term KZ-syndroom wordt pas eind jaren zestig bekend in onze contreien (definitie: KZ-syndroom is het post-concentratiekamp syndroom, een vorm van posttraumatische stress stoornis, PTSS. Het doet zich voor bij mensen die in de kampen leefden onder voortdurende bedreiging van de dood of verminking. Ze kenden na de bevrijding intense angsten, nachtmerries en pijn).

In de jaren tachtig kwam er plots een golf onverwerkte pijn – niet toevallig een periode waarin veel overlevenden met pensioen gingen – ‘help, tijd om na te denken en achteruit te blikken’. Het verlate maar heftige effect werd ineens iets waar hulporganisaties en psychiaters mee geconfronteerd werden, en een antwoord op moesten bieden.

Nu maken we iets dergelijks mee. De oorspronkelijke getuigen zijn ons al bijna allemaal ontvallen, maar hùn kinderen … die opgegroeid zijn met de oorverdovende stilte van de pijn van hun ouders, die de psychische littekens van hun ouders ondergingen maar niet eens correct konden duiden … dié zijn nu aan de beurt.

Aan de beurt in de zin dat zij, nu de ouders er niet meer zijn, toch gaan graven naar het verleden, en het toetsen aan de getuigenissen die ze wél kennen, bijvoorbeeld uit de literatuur (Primo Levi) of uit herinneringsprojecten (Kazerne Dossin). Of dat zij nù pas, na het overlijden van de ouders, toch dozen in kelder of zolder vinden met objecten, foto’s, brieven en zelfs in stilte neergeschreven getuigenissen.

Geërfd

Aan de beurt ‘ook’ in de zin dat er een fenomeen opduikt waarmee opnieuw psychiaters aan de slag moeten, namelijk dat het kampsyndroom geërfd kan worden door de volgende generatie.  Inderdaad, wanneer in een gezin één of beide ouders een KZ-syndroom heeft, of op andere manieren de Tweede Wereldoorlog projecteren, dan kan dat de kinderen ook serieuze littekens opleveren. Zo worden zij tweedegeneratie-slachtoffers.

Hierover bestaat een klassiek werk van Marianne Hirsch The Generation of Postmemory. Daarin beschrijft zij dit perfect: “Wanneer we verpletterende herinneringen erven en opgroeien met verhalen van voor onze geboorte of ons bewustzijn, bestaat de kans dat ons eigen levensverhaal door dat van onze voorouders wordt overschaduwd of zelfs volledig verdrongen.” Alsof je ouders jouw ‘backing vocals’ worden. Alsof jij, als eerste na hun generatie van zwijgen, niet alleen hun stem maar ook een beetje hén wordt. Gewoon omdat jij wél achterom hebt gekeken naar het verleden. Of, omdat er in het heden zo’n sterke trigger aanwezig is, die jouw doet vrezen dat het ‘allemaal opnieuw kan gebeuren’, maar dit keer met jou als éérste in plaats van als tweede generatie…  In zo’n geval ga jij dan natuurlijk volop voor postume rechtvaardigheid, zowel door te gedenken, aan het licht te brengen, maar ook door aan te klagen en te waarschuwen.

Ook bij Henri Heimans sloeg het pas echt ‘uitgesteld’ toe nadat hij op rust ging na een lange carrière in de magistratuur, de schriftjes van zijn vader las, én hij getriggerd werd door de Pano-reportage over ‘Schild & Vrienden’, waaruit onder meer bleek hoe zij de spot drijven met de uitroeiing in de kampen en gaskamers.  Gekwetst en verontwaardigd legt hij klacht neer, en stelt zich ook burgerlijke partij. Want onrechtstreeks is hij belanghebbende en ook slachtoffer van de nazi-gruwelen.

Viool

Op de kaft van het boek staat een viool met snaren van prikkeldraad. Het beeld illustreert een verhaal dat de auteurs ontdekken over de moeder van Henri, die violiste was. Hij herinnert zich dat hij als kind haar zo graag eens had horen spelen, maar ze had de viool voorgoed opgeborgen. Nooit werden meer details gegeven. Speelde haar migraine haar parten? Haar gekwelde zenuwen? Had ze voor nazi’s moeten optreden? Was er een andere reden? Stilte heerste over alles wat het oorlogsverleden betrof, in huize Heimans.

Maar de auteurs van KZ-syndroom stoten op een aangrijpend detail dat de verklaring levert. Wanneer ze de tocht volgen van Henri’s moeder na de bevrijding, maar voor ze terug in België aankomt, speuren ze na waar Rie, de moeder, in Zweden verbleef, met andere kampvrouwen in quarantaine om aan te sterken. Dat had impact in dat dorpje, en onze auteurs vinden heel wat weerslag in de plaatselijke pers. Rie blijkt daar op de afscheidsavond voor haar groep naar België mocht vertrekken, viool gespeeld te hebben. Ze kwamen er zelfs achter wàt ze speelde, namelijk Solveig’s Lied van Grieg, een lied vol verlangen naar de terugkomst van een geliefde. Rie wist immers nog niet dat haar toenmalige echtgenoot niét met haar herenigd zou worden, dat vernam ze pas een jaar later in 1946. Een krop-in-de-keel verhaal, en Henri Heimans weet nu waarom zijn moeder daarna alleen nog heeft gekeken naar haar viool.

Spoorzoekers

Op dezelfde manier traceren Henri Heimans en Dirk Verhofstadt het hele traject van Henri’s moeder en vader. Het traject van de vader is net iets beter besnuffelbaar, omdat die op late leeftijd nog met grote ‘sense of urgency’ schriftjes begon vol te pennen met zijn herinneringen aan het verleden (én waarschuwingen voor de toekomst).

Voor moeders pad wenkten bijna enkel de tijdslijn en de geografische sporen, en een paar brieven. Dan is het zaak om getuigenissen te vinden van mensen die op dezelfde plaats en tijd vergelijkbare feiten meemaakten, of om oude krantenarchieven uit te pluizen, contacten te leggen met onderzoekers in verschillende landen, en in alle gevallen ook àl die plaatsen zelf te bezoeken.

Wàt een tocht, wàt een werk, wat een pijn… Maar ook: wat een band zal dit hebben doen ontstaan tussen de twee auteurs.

Gebundeld

De kracht van dit boek is dat het vertrekt van het particuliere, maar het verheft tot het verhaal van alles en iedereen.

Het is een oogopener voor wie weinig of niets weet over oorlog, verzet, vervolging en de nazi-ideologie (en dat zijn er helaas te veel, zeker als net nu blijkt dat de nakomelingen van de slachtoffers het syndroom in hun psyche meedragen). Het is voor wie er wél al veel over weet of las toch nog compleet nieuw, omdat het vele bronnen en getuigenissen samen plaatst, context geeft, bevestiging van hoe het wel degelijk was. Het is hét antwoord aan alle revisionisten en ontkenners.
En het is zeker ook een waarschuwing over wat niet komen mag. “Nie wieder ist jetzt”.

 

Recensie door Aviva Dierckx

Henri Heimans en Dirk Verhofstadt, KZ-syndroom. Een litteken dat nooit verdwijnt, Antwerpen, Houtekiet, 2024, 384 blz., 29,99 euro (ook als e-book verkrijgbaar: 16,99 euro).

Deze recensie verscheen eerst in Het Volksbelang. Zie: www.hetvolksbelang.be

Print Friendly and PDF
Geen vodje papier - Bert Cornelis

Geen vodje papier - Bert Cornelis

Ook vandaag moet een evenwicht gevonden worden tussen besparen en belastingen – Paul De Grauwe

Ook vandaag moet een evenwicht gevonden worden tussen besparen en belastingen – Paul De Grauwe