Het leven is elders – Milan Kundera
Door de jaren heen las ik geregeld romans van de Tsjechische schrijver Milan Kundera. Niemand die met zo’n lichte toon over de zwaarste thema’s kan schrijven. Daarnaast blijkt Kundera iemand te zijn die zijn ogen heel goed de kost geeft, hij is zeer opmerkzaam en hij kan prachtig formuleren. Deze roman verscheen voor het eerst in 1969. En werd pas in 2000 voor het eerst in het Nederlands vertaald. Het leven is elders is een citaat van Arthur Rimbaud uit zijn werk Une Saison en Enfer. Het echte leven vinden we niet in de waarneembare werkelijkheid.
In het eerste deel beschrijft Kundera de geboorte en de jeugd van Jaromil die zich zal ontpoppen als dichter, tenminste als ‘would be dichter’. Of hij ook echt kwaliteiten op dat vlak bezit weten we niet. Deel twee heet Xavier maar in de tekst is die -i- verdwenen. We zijn in een aaneenschakeling van dromen terechtgekomen. Het lijkt wel een lsd-trip. Het is een raadselachtige tekst waarvan ik hoop dat ik die verderop in het boek nog ga begrijpen.
Jaromil groeit op met een moeder die in hem een groot dichter ziet en een kunstenaar die zich als een soort leermeester over hem ontfermt. We komen in een marxistische discussiegroep terecht en Jaromil wordt verliefd. Af en toe duikt plotseling die raadselachtige Xaver op. Op 9 mei 1948 pleegde de Stalinist Klement Gottwald een staatsgreep. Even overweegt Jaromil lid van de partij te worden, maar hij heeft het te druk met de liefde. Jaromil ontworstelt zich aan zijn moeder, steunt de revolutie en gaat politieke wetenschappen studeren. Zijn dichterslier hangt hij aan de wilgen tot de liefde hem weer tot dichten drijft. En ik lees een van die mooie, typische Kundera-zinnen: “want veldslagen lokken nostalgische dichters”.
Dan bevinden we ons opeens in 1922 bij de dichter Jiri Wolker en in de komende pagina’s komen we nog tal van andere dichters tegen in het Parijs van 1968 en het Dublin van 1814. Verandert er ooit echt iets? En Jaromir beweert zonder blikken of blozen: “Absoluut modern is alleen het volk dat aan het socialisme bouwt”. Ach jeugdige overmoed die zich niet realiseert dat ze achter een rattenvanger aan rent. Ook vervaardigt hij een spandoek voor een protestmars met de opbeurende tekst: “Dood aan de homo’s”. En gelukkig wordt ook het raadsel Xaver opgelost.
Heb je aanvankelijk nog sympathie voor Jaromil, gaandeweg wordt duidelijk dat hij narcistische trekjes heeft, verzot is op zichzelf en er maar niet in slaagt zich op een aanvaardbare manier tot zijn medemens te verhouden en alles komt in een stroomversnelling als hij gegrepen wordt door het virus van de revolutie. Zijn slechtste kant komt echter in hem naar boven als hij meent als lyrische revolutionair een lafhartige daad van verraad te moeten plegen. De dichter komt, roemloos, ten val als hij op een feestje van een raadselachtige cineaste genadeloos wordt ontmaskerd als een charlatan. En de Jaromil die Kundera ons liet zien verdiende ook geen beter lot. Maar dat kan toch nooit enkel en alleen aan het failliet van een wrede ideologie hebben gelegen. Ook de verhouding tussen de moeder en de zoon was niet altijd even gezond.
Wat laat Kundera ons zien? Een ideologie die de heilstaat belooft, is per definitie een ultieme vorm van bedrog. Je moet in het Oostblok van na de oorlog geleefd hebben om je in te kunnen leven in de beklemming van een communistisch of socialistisch juk. Wij, hier in het westen, kennen het slechts van horen zeggen, we hebben erover gelezen, we hebben er films over gezien, we hebben de geschiedenis bestudeerd. De Praagse Lente was nog niet geboren maar ook die werd in de kiem gesmoord. In 1975 zou Kundera zijn geboorteland definitief verlaten en naar Frankrijk emigreren. En laten we vooral niet vergeten dat het kapitalisme als ideologie geen haar beter is dan enig andere. Wij ervaren hier wellicht meer vrijheid dan de argeloze burgers die onder een autoritair regiem moeten leven, maar onze vrijheid is uiterst bedrieglijk. De onderdrukte burger wordt van alles wijs gemaakt, de vrije burger maakt zichzelf van alles wijs. Geen is beter af dan de ander.
Een beklemmend boek, deze roman over dichters, een van de vele voortreffelijke literaire werken van Milan Kundera, diep geworteld in de geschiedenis van de voorgaande eeuw. Het werk van deze grote Tsjechische schrijver opent die amorfe geschiedenis voor ons op een onnavolgbare wijze.
Recensie door Enno Nuy
Milan Kundera, Het leven is elders (1969), Ambo, 2004, 359 pagina’s met een nawoord van Martin de Haan. Vertaald door Jana Beranová