Pleidooi voor een volks liberalisme - Maarten De Bousser

Pleidooi voor een volks liberalisme - Maarten De Bousser

“Het zal wellicht overbodig zijn mij aan U allen voor te stellen. Met velen onder U heb ik sedert de bevrijding in kontakt geweest, waardoor er een enge vriendschap is ontstaan. Dag in, dag uit, heb ik onverpoosd gewerkt in voordeel van de aangeslotenen onzer Sociale Werken. Velen onder U zijn mij komen opzoeken. Voorzeker heb ik niet aan allen volledige voldoening kunnen geven. Doch ik meen mijn best te hebben gedaan. Volgraag zou ik U een persoonlijk bezoek willen brengen doch zoals U weet, word ik door mijne drukke bezigheden op mijn bureel weerhouden. Ten einde Uwe belangen nog beter te kunnen verdedigen, vraag ik U op 24 November e.k. neven mijn naam te willen stemmen. 2de kandidaat op de Liberale Lijst. Ik dank u bij voorbaat, Louis D’Haeseleer.”

Ge kunt het u vandaag amper inbeelden. Maar in 1946 trok Louis D’Haeseleer met dit pamflet naar de kiezer. Niet zonder succes: hij zou meteen verkozen worden in de Aalsterse gemeenteraad, en later tot parlementslid. Van 1977 tot 1982 was hij burgemeester van Aalst.

Mannen van het volk. Mannen van de theorie.

Bij deze generatie politici stond één boodschap centraal: “Ik werk dag en nacht voor u, en als u op mij stemt, dan kan ik hoogstwaarschijnlijk nog meer voor u doen”. Alles draaide rond dienstbetoon. Zocht u werk: een lokaal parlementslid hielp u aan een job bij de post of de spoorwegen. Had u een probleem met een vergunning: ga naar de zitdag van uw lokale burgemeester, en er wordt naar gekeken. Dit waren politici met hun voeten in de realiteit.

Begrijp me niet verkeerd: deze praktijk leidde zeker niet per definitie tot goed beleid. Vaak zelfs integendeel. Denk maar aan onze uiterst inefficiënte posterijen en spoorwegmaatschappijen. Maar deze bereikbaarheid, toegankelijkheid, en dienstbaarheid worden vandaag wel gemist. Dat is alvast één van de belangrijkste conclusies in Niet alles maar veel begint bij luisteren van Dominique Willaert, een zeer interessant boek dat de opkomst van populistisch rechts in de Denderstreek onderzoekt en probeert te verklaren.

De Denderstreek is bij uitstek volks, en was decennialang de thuisbasis van een volks liberalisme dat oog had voor deze vragen van de bevolking. Niet zonder toeval was in deze regio de band tussen partij en mutualiteit bijzonder intens. Louis D’Haeseleer combineerde zijn politieke carrière bijvoorbeeld met een groot engagement in de mutualiteit. Op deze manier bleef de band met de burger intens.

Het alternatief voor deze benadering kon helaas nooit overtuigen. De volkse, lokale manier van politiek bedrijven, werd vervangen door een meer centrale, intellectualistische manier van besturen. Ook bij de liberale partij. De mannen van de theorie die leunden op Friedman en Hayek namen het over van de mannen van de praktijk die leunden op de ledenbasis en mutualiteiten. Je kan vandaag echter moeilijk concluderen dat deze nieuwe manier van politiek bedrijven een onverdeeld succes is gebleken.

Het volk mort.

De kracht die vandaag de politiek domineert, is net dat het gros van de kiezers de mannen van de theorie beu is en hen eens een lesje wil leren. Men stemt consequent op het tegenovergestelde van wat deze intellectuele elite wil. Dit wordt mooi beschreven door Alessandro Baricco in zijn essay Waarom de elites maar best toegeven dat Jan Modaal gelijk heeft. Mensen willen dat de elite faalt, bij voorkeur keer op keer. Men keert zich af van specialisten, journalisten en artiesten. Baricco kiest in zijn essay resoluut de kant van Jan Modaal. Hij vindt dat de elite zijn contract met de bevolking verbroken heeft. De bevolking tolereert de privileges en zottigheden van de elite heus wel, zolang deze elite haar deel van de overeenkomst nakomt: ervoor zorgen dat ook Jan Modaal kan meeprofiteren van de gecreëerde welvaart. De financiële crisis van 2008 en de daaropvolgende depressie deed deze illusie definitief uit elkaar spatten.

De online illusie

Naast de economische crisis, is de opkomst van sociale media het tweede belangrijke element in de steeds groter wordende kloof tussen burger en politicus. Jonathan Haidt schrijft in zijn essay “Why the past 10 years of American live have been uniquely stupid” over de ontwrichtende kracht van sociale media op onze democratische instituties. Sociale media geven een megafoon aan de extremen op links en rechts en putten het centrum uit. Ze geven een wapen aan zij die bestaande instituties willen vernielen, maar hebben geen toepassing die besturen makkelijker maakt.

Initieel waren Twitter en Facebook een bron van optimisme. Barack Obama was één van de eerste politici die de voordelen van sociale media gebruikte om een verkiezingsoverwinning in de wacht te slepen. Ook het succes van de Arabische Lente en Occupy Wall Street worden met de opkomst van sociale media geassocieerd. Maar dit techno-democratisch optimisme bleek al gauw niet duurzaam.

Sociale media bedreigen sindsdien steeds meer de kern van de liberale democratie. “Een democratie is afhankelijk van een algemene geïnternaliseerde aanvaarding van bepaalde regels, normen en instituties” stelt Jonathan Haidt. Sociale media doen net het tegenovergestelde. De algoritmes versterken polarisatie, en verhogen de discipline binnen de meeste extreme groepen, zowel ter linker als ter rechterzijde. Ze geven een voordeel aan agressieve provocateurs en charlatans, terwijl goede burgers door het algoritme consequent benadeeld worden.

Liberalen hebben het meeste baat bij functionerende instellingen. Het is dan ook logisch dat zij het grootste slachtoffer zijn van het instorten van deze instituties. Dat liberale partijen alsnog hun heil zoeken in allerlei sociale media-strategieën is triest. Het toont de wanhoop en de gespannen verhouding met waarheid en realiteit. Eerder dan manieren te zoeken om deze vitale instellingen te beschermen, worden liberale partijen op deze manier zelf mee verantwoordelijk voor de destructie ervan.

Laten we een volks liberalisme heruitvinden.

Maar wat te doen? Ik denk dat we als liberalen eerst en vooral de realiteit moeten aanvaarden. Het liberalisme in het algemeen – en de liberale partij in het bijzonder – is vandaag in de westerse wereld quasi synoniem geworden voor alles wat niet volks is. Bijzonder ambetant in een democratie, waar steun van de bevolking een toch niet te verwaarlozen onderdeel is van politiek succes.

Maar wat wil volks anno 2023 precies zeggen? Laat me eerlijk zijn, ik worstel met deze vraag. Wat ik er zeker niet mee bedoel, is een teruggaan naar de aanpak van vroeger. We moeten een groot respect hebben voor de aanpak, het werk en de ideeën van een Louis D’haeseleer. Maar deze aanpak is niet zomaar te kopiëren. We moeten respect voor hen hebben en van hen leren. Leren uit hun fouten en leren uit hun verwezenlijkingen.

Vanuit die gedachte, zou ik het als volgt willen samenvatten: een volks liberalisme focust op de concrete welvaart en op het besteedbaar inkomen van de burgers. Alle decielen van de bevolking verdienen hier gelijke aandacht. Iedereen die werkt, iedereen die onderneemt moet daar ten volle de vruchten van kunnen plukken. Daarnaast moet de liberale partij investeren in haar werking. Vandaag wordt de basis door de partijleiding geïnstrumentaliseerd. De leden en het middenveld worden in de liberale partij al lang niet meer als vol aangezien. Het contact met de burger kan alleen hersteld worden als men inziet dat dit alleen kan met een sterke, wijdvertakte, diepgewortelde en hoogkwalitatieve ledenbasis. Het liberale middenveld speelt hier een cruciale rol.

En niet sociale media. De partij moet afkicken van deze verslaving. Men moet dringend af van het idee dat berichten over de internationale prestaties van Belgische atleten en foto’s over de vrijetijdsbesteding van liberale mandatarissen de politiek dichter bij de mensen brengt, wel integendeel. Het zet alleen maar in de verf hoe wereldvreemd en losgeslagen de partij vandaag ronddobbert.

Volledige focus op de welvaart van de burger, investeren in de partijwerking, de revitalisatie van het liberale middenveld en loskomen van de illusie van de kracht van sociale media. Dat zijn volgens mij de contouren van een vernieuwd volks liberalisme. Want we moeten het warm water niet uitvinden, gewoon zo nu en dan eens onszelf.

 

Maarten De Bousser

De auteur is voorzitter van het Liberaal Vlaams Verbond

Deze tekst verscheen eveneens bij het Volksbelang

Print Friendly and PDF
Pleidooi voor de rechten van de vrouw - Mary Wollstonecraft

Pleidooi voor de rechten van de vrouw - Mary Wollstonecraft

Een lange golf van inflatie die er niet kwam – Paul De Grauwe

Een lange golf van inflatie die er niet kwam – Paul De Grauwe