Brugge gebruikt facturen om vreedzaam protest te intimideren – Eva Vanhoorne
Wat als een stad haar eigen burgers intimideert omdat ze hun mening uiten — en de burgemeester dat vervolgens zélf toegeeft? Dat is precies wat er vandaag in Brugge gebeurt. Burgemeester Dirk De fauw (CD&V) verklaarde vandaag dat de brandweerfacturen van meer dan 20.000 euro aan klimaatactivist Wouter Mouton nooit bedoeld waren om echt te innen, maar enkel dienden als “drukkingsmiddel.” Met andere woorden: de stad gebruikte publieke middelen om vreedzame burgers af te schrikken. Dat is geen misverstand, maar een openlijke bekentenis van machtsmisbruik — en het raakt aan de fundamenten van onze democratie.
Van stoepkrijt tot sancties
Sinds deze zomer komen burgers elke zondag samen op de Brugse Burg om aandacht te vragen voor de oorlog in Gaza. Sommigen dragen spandoeken, anderen tekenen hartjes en woorden van vrede met stoepkrijt — een vreedzame, tijdelijke en volledig legitieme vorm van protest. Toch koos het stadsbestuur voor de hardst mogelijke reactie. Na elk protest liet de burgemeester de brandweer uit om het krijt weg te spuiten — op zondag, aan dubbel tarief. De facturen gingen telkens naar één deelnemer: Wouter Mouton. Twaalf keer. Goed voor meer dan 20.000 euro.
Er bestaat echter geen enkel reglement dat krijten verbiedt. Krijt veroorzaakt geen schade of vervuiling, een korte regenbui wist het snel uit. Volgens het Koninklijk Besluit van 1994 mag de brandweer ook maar enkel kosten verhalen bij brand, milieuvervuiling of gevaarlijke stoffen. Geen van die drie is hier van toepassing. De burgemeester had dus juridisch geen poot om op te staan. En nu hij zelf toegeeft dat het “een drukkingsmiddel” was, weet iedereen het zeker: dit ging nooit om ordehandhaving, maar om het ontmoedigen van tegenspraak.
Geen ordehandhaving, maar gezichtsverlies
Officieel luidt het dat krijten niet mag “voor het stadhuis” omdat het “slecht zou staan op trouwfoto’s.” Dat argument — hoe banaal ook — werd plots een alibi om een grondrecht te schenden. Er is geen sprake van schade, gevaar of hinder. Er wordt op zondag niet getrouwd. En de stad had het krijt even goed kunnen laten verdwijnen met de regen of tijdens de gewone poetsbeurten, samen met het toeristisch afval. Wat overblijft, is selectieve intimidatie — een politiek signaal aan burgers: wie zijn mening uit, wordt geviseerd.
Waar Amnesty voor waarschuwde, zien we hier gebeuren. Vorige week nog publiceerde Amnesty International zijn rapport “Te weinig vrijheid, te veel regels”, waarin het waarschuwt dat Belgische gemeenten het recht op protest steeds vaker beknotten met willekeurige en disproportionele maatregelen.
Wat er écht op het spel staat
Brugge is intussen het schoolvoorbeeld. Want dit gaat niet over krijt, maar over grondrechten: de vrijheid van meningsuiting, vreedzaam protest en wat juristen expressieve vrijheid noemen — symbolische expressie in de publieke ruimte. Die rechten zijn fundamenteel, en mogen enkel beperkt worden met een duidelijke wettelijke basis en een dwingende reden. Geen van beide is hier aanwezig.
Of men het nu eens is met de boodschap of de aanpak van de vreedzame actievoerders of niet, doet er niet toe. De vraag is of we aanvaarden dat een burgemeester burgers mag intimideren omdat hun boodschap en hun aanpak niet in zijn citymarketing- en imagostrategie passen.
Want wie grondrechten fnuikt als drukkingsmiddel, zet de democratische rechtsstaat zelf onder druk.
Eva Vanhoorne
De auteur is gemeenteraadslid voor Groen Brugge


