De arrogante aap – Christine Webb

De arrogante aap – Christine Webb

Menselijk exceptionalisme lijkt de norm te zijn. Maar klopt dat wel? Er zijn voorbeelden te over van wetenschappers die heilig geloven in de superioriteit van de mens. Webb: in zijn eigendunk is de mens zeker een mirakel. Maar het is deze superieure mens die de hoofdoorzaak van de ecologische crisis is. De mens, heer en meester over de natuur? Dieren kunnen andermans gedachten niet lezen? Darwin toonde aan dat de verhouding tussen soorten niet berust op een hiërarchische ordening maar op een gemeenschappelijke stamboom. Webb: als je de wereld meet met een voor mensen gemaakte liniaal zullen andere soorten onvermijdelijk tekortschieten.

We moeten ons voortdurend blijven realiseren dat wij integraal onderdeel van de natuur zijn. Hoe wij omgaan met de natuur hangt af van hoe wij onszelf zien in relatie tot die natuur. De natuur is geen middel ten dienste van menselijke doeleinden. Zij geeft nog maar eens de cijfers waaruit blijkt dat het slecht gaat met de gezondheid van onze planeet. Helaas zijn er steeds minder mensen die dat voor een realistisch narratief houden. Webb (geboortejaar niet bekend) laat vervolgens uitgebreid zien hoezeer de verschillende talen doordrenkt zijn met dat superioriteitsgevoel van de mens. Het wordt ons met de paplepel ingegoten.

John Rodman (1775-1847) sprak van de ‘differentiële imperatief’, de dwangmatige behoefte van de mens om zich toch vooral te onderscheiden. Alsof we ons brein eerst en vooral gebruikten om te bewijzen hoe goed we wel niet zijn. De bijbel deed er nog een forse schep bovenop door God te laten verklaren dat de mens heerste over dier en plant. En ook Aristoteles speelde een grote rol met zijn ‘ladder van de natuur’. Letterlijk zei Aristoteles: “Dat de planten bestaan omwille van de dieren en de dieren omwille van de mens.”

Opnieuw verbaast me hoe revolutionair het denken van Darwin (1809-1882) en Wallace (1823-1913) is geweest. Het vergde ook behoorlijk veel tijd en nadenken om hun bevindingen, theorieën en ideeën wereldkundig te maken.

Lang dachten we dat alleen de mens een gereedschapgebruiker was maar toen we ontdekten dat talloze dieren zich eveneens van gereedschap bedienden, verzonnen we dat alleen de mens een gereedschapsmaker was maar ook die notie werd onderuit geschoffeld toen we zagen dat ook dieren gereedschap maakten. Toen dachten we dat alleen de mens cultuur kende maar we wisten niet hoe te reageren toen we zagen dat sommige apen hun aardappels eerst wasten alvorens ze te consumeren.

En nog onlangs liet Jaap de Roode (geboortejaar niet bekend) ons zien dat ook dieren medicijngebruik kennen, aan zelfmedicatie doen en medicijnen maken. Ook is inmiddels genoegzaam bekend en geconstateerd dat ook dieren empathie kennen. En ja, ook dieren kennen jaloezie en rationaliteit. En wat te denken van taalgebruik? In haar Geluiden van het leven liet Karen Bakker (1971-2023) ons al uitgebreid zien hoe dieren met elkaar communiceren en daarvoor hun eigen taal hebben ontwikkeld. Japanse koolmezen bleken zelfs een samengestelde zinsbouw te hanteren. Complexe grammaticale structuren zijn niet langer exemplarisch voor de mens.

Colin Chapman (1966), biologisch antropoloog, merkte terecht op: “Als hypotheses over de uniciteit van de mens herhaaldelijk foutief blijken te zijn voor telkens weer andere eigenschappen, impliceert dit dan niet dat de hypothese zelf verkeerd is?”

Laten we niet vergeten dat de witte Europeaan eeuwenlang andere volken als beesten beschouwde en Aristoteles beschreef zelfs het vrouwelijke als een ‘natuurlijke fout’. In de middeleeuwen bestond de samenleving uit de clerus, de adel, de boeren en het gepeupel en die waren bepaald niet aan elkaar gelijk. En wat te denken van slaven en zwarten? Hoe kan de mens leren dat het menselijk exceptionalisme onzinnig is als het ons niet eens lukt om gerechtigheid te bereiken voor leden van onze eigen soort, vraagt Webb zich af. Mensen scoren bij diverse sociaal-cognitieve taken beter dan chimpansees maar bij al die onderzoeken werd een vrije mens vergeleken met een gekooide aap! Herhaal dat soort onderzoeken maar eens in het wild.

Onderzoek heeft laten zien dat primaten elkaar troosten, dat wezen worden geadopteerd, elkaars wonden verzorgen, gedragingen die niet worden ingegeven door eigenbelang. Webb laat overtuigend zien dat er enorm veel schort aan onderzoeken naar empathie bij primaten. Ook het onderzoek naar intelligentie vertoont enorm veel tekortkomingen. En, u begrijpt het al, ook aan vergelijkend cognitie-onderzoek valt het nodige te verbeteren.

Ronduit schokkend is Webb’s onthulling dat resusapen bij veel laboratoria op 85 procent van hun normale lichaamsgewicht gehouden om zodoende te bereiken dat ze gemotiveerd blijven mee te doen aan experimenten waarbij ze beloond kunnen worden met voedsel. In de VS worden jaarlijks meer dan 115 miljoen laboratoriumdieren gedood voor wetenschappelijk onderzoek. Elk geneesmiddel voor de mens dat wordt afgekeurd werkte bij een dierenmodel. Maar bedenk dat een muizenkooi 280.000 maal kleiner is dan het natuurlijke territorium van een muis, of zeven miljoen maal in het geval van een resusaap.

Dieren zijn wel degelijk in staat tot perspectiefname, het talent om kennis en verlangens van anderen te begrijpen. En dieren beschikken wel degelijk over denkvermogen. Een grijze notenkraker, lid van de kraaienfamilie, weet wel zesduizend afzonderlijke locaties verdeeld over 250 vierkante kilometer terug te vinden waar hij voedsel verstopte.

We kunnen ons niet helder genoeg realiseren hoezeer onze menselijke intelligentie een tweesnijdend zwaard is: wij kennen gewelddadige discriminatie, hebben door onszelf veroorzaakte voortwoekerende pandemieën, hebben een ongekend vermogen tot zelfdestructie ontwikkeld en we bewonen een planeet die door ons toedoen afstevent op een ecologische ineenstorting.

Intelligentie, aldus Webb, zou je wellicht het beste kunnen definiëren als de snelheid en effectiviteit waarmee een organisme problemen oplost om zich in stand te houden in zijn natuurlijke en sociale omgeving. Carl Sagan (1934-1996) zei heel fraai: “Het is een interessante constatering dat, hoewel sommige dolfijnen naar verluidt Engels hebben geleerd, er nog nooit melding is gemaakt van een mens die dolfijn heeft geleerd.” En vervolgens vertelt Webb nog eens het prachtige verhaal van de door Karl von Frisch (1886-1982) ontdekte danstaal van de honingbij. En een Amerikaanse hagedis communiceert met lichaamstaal op vier manieren: houding, aantal poten op de grond, kopbewegingen en het tonen van de nek. Dit leidt dan tot wel 6.864 mogelijke combinaties waarvan er 172 regelmatig worden gebruikt. Hoe complex wilt u het hebben?

En wie denkt dat alleen mensen complexe structuren bouwen komt ook al bedrogen uit. Denk aan wat bevers, vogels of wespen kunnen bouwen. De grootste beverdam is 850 meter lang en werd pas vanuit de ruimte ontdekt! En wat te denken van koraal dat wel duizenden kilometers kan beslaan en dat wij nu volledig aan het verwoesten zijn. Termieten bouwen heuvels tot wel negen meter hoog, 914 maal hun eigen lichaamslengte. Bij mensen zou dat tot een gebouw van 1.424 meter leiden. Termieten kenden al landbouw toen de mens nog een jager en verzamelaar was. Termietenheuvels reguleren warmte en kou en voeren overtollig water af en er worden schimmels gekweekt die als voedsel en medicijn dienen. Hun steden kunnen miljoenen herbergen.

De mens is ook nog eens de grootste na-aper. De moderne windturbine is ontwikkeld naar analogie van de vin van de bultrug. Bij het ontwerp van supersnelle treinen is gekeken naar de ijsvogel. Klittenband ontstond doordat een Zwitsers ingenieur eens heel goed naar de klisplant keek. Er zijn diepzeesponzen die sterkere en efficiëntere glasvezels produceren dan de mens ooit heeft voortgebracht. Gitzwarte kevers in de Namibwoestijn halen water uit de lucht. De mens probeert dat nu na te doen. En er zijn werkelijk talloze voorbeelden van de invloed van dieren op de kunst, schilderkunst, muziek, literatuur enzovoort.

En hoeveel medicijnen lopen wij nu mis doordat we de natuur nagenoeg vernietigen? Wij denken dat medicijnen door mensen worden uitgevonden en gemaakt maar het is er allemaal allang, gewoon in de natuur die wij nu om zeep helpen. En net zo goed als dat het fout is de mens als de primaat onder de primaten te beschouwen is het ook onzinnig te veronderstellen dat primaten hoger zouden scoren dan andere soorten.

De Wet van Erwin (Terry L. Erwin, entomoloog 1940-2020) zegt dat het leven veel minder onderzocht is dan wij ons voorstellen. Er zijn wel 30 miljoen geleedpotigen op aarde, we dachten altijd dat het maar 1,5 miljoen was. Zeven van de acht diersoorten hebben we mogelijk nog niet eens ontdekt. Het dier lijkt niet op ons en is niet van ons afhankelijk. En dan hebben we het maar niet over de plantenwereld. Het Engels heeft slechts één woord voor mos maar er zijn wel zestienduizend soorten. En onze schimmelblindheid is nog vele malen groter. Kortom, we begrijpen nog maar zo weinig van de manier waarop het leven op aarde werkt.

Eén van de moeilijkste vragen is die naar bewustzijn. Hoe weten we wat het is om iets te zijn? En hoe denken we met zekerheid te verklaren dat bijvoorbeeld dieren geen (zelf)bewustzijn hebben? En hoe weten we of dieren kunnen lijden? Descartes zag dat zijn proefdieren pijn leden maar hij bleef dat ijzerenheinig ontkennen. In de Cambridge Declaration on Consciousness uit 2012 wordt gesteld dat er voldoende bewijzen zijn voor bewustzijn bij alle zoogdieren en vogels en zelfs bij weekdieren als octopussen. We weten bij mensen welke gebieden van onze hersenen betrokken zijn bij de ervaring van pijn. Als een dier niet over zulke gebieden beschikt nemen wetenschappers nogal eens aan dat het dier derhalve geen pijn ervaart. Dat is niet alleen onwetenschappelijk maar ook onethisch. Ook hier speelt het exceptionalisme ons danig parten. Maar onze soort heeft minder genen dan veel plantensoorten en minder basenparen dan veel planten, vissen, ongewervelden, amfibieën en protisten.

Dus wat maakt ons dan uitzonderlijker in termen van biologische complexiteit, vraagt Webb zich af. Nee, het ligt aan onze hersenen was toen het idee. Die van ons zouden groter en complexer zijn maar de mens heeft minder hersenen dan een tuimelaar, potvis of Afrikaanse olifant. Toen ging het om de verhouding tussen hersenen en lichaamsopvang. Maar toen legde de mens het af tegen eekhoorns en spitsmuizen. Daarop bedachten we dat het aantal neuronen maatgevend was en bleken olifanten er driemaal zoveel te hebben. En wat te denken van het decentrale brein van een octopus? Inmiddels weten we dat uit ongelijksoortige anatomische structuren overeenkomstige cognitieve eigenschappen kunnen ontstaan.

Prachtig is de beschrijving van de slijmzwam, dier noch plant noch schimmel. Slijmzwammen hebben geen hersenen of zenuwstelsel en toch zijn ze intelligent. Geen levend wezen vindt zo snel voedsel in een doolhof. Geen wezen dat het handelsreizigersprobleem zo snel op weet te lossen! De slijmzwam verslaat hier de computer. Ander voorbeeld: proefondervindelijk is aangetoond dat planten kunnen leren en onthouden. Ook planten hebben hersenen noch zenuwstelsel. Daarnaast is inmiddels genoegzaam bekend dat en hoe planten met elkaar en de buitenwereld communiceren en dat ze tal van verdedigingsstrategieën hebben ontwikkeld wanneer gevaar dreigt. Planten hebben meer dan de vijf zintuigen die wij hebben en ze lijken het verschil te weten tussen ‘zichzelf’ en ‘niet-zichzelf’. En alles wijst erop dat ook planten altruïstisch gedrag kunnen vertonen. En ja, ook planten reageren op pijn. Kortom, het is een pijnlijke misvatting dat als de vorm (een zenuwstelsel) ontbreekt ook de functie (denken) afwezig moet zijn.

Alle dieren hebben een persoonlijkheid. Vogels blijken hun snavel te gebruiken om allerlei complexe dingen uit te drukken en ze vertonen unieke territoriale gedragingen, speelstijlen en paringsrituelen en ze hebben eigen karaktertrekjes voor bijvoorbeeld eten en slapen. Prachtig is het verhaal van een koolmees die haar jongen leerde wat glas was. Ook onderwijzen wordt beschouwd als een vermogen dat alleen mensen bezitten. Quod non dus.

Het is een misvatting dat de menselijke cultuur los zou staan van de natuur. De bijbel heeft dat idee er wel ingeramd maar het klopt gewoon niet. Het leven op aarde wordt gekenmerkt door symbiose en mutualisme, samenwerking. Ons eigen lichaam is niet eens van onszelf. Het aantal bacteriën in onze darmen is groter dan het aantal sterren in het Melkwegstelsel. Het aantal bacteriën in onze mond is vergelijkbaar met het totale aantal mensen dat ooit op aarde heeft geleefd. En koeien kunnen zelf geen gras verteren maar hun microbenpopulaties kunnen dat wel. De eigenzinnige Britse filosoof John Gray (1948) gaat zelfs zo ver te beweren dat wij technologische werktuigen zijn die door primordiale bacteriële gemeenschappen zijn uitgevonden als strategie voor het voortbestaan van hun genen. Hoe het ook zij: bacteriën hebben de uitvinding op hun naam van alle belangrijke vormen van stofwisseling, meercelligheid, nanotechnologie, metallurgie, zintuiglijke en motorische instrumenten (zoals het wiel), voortplantingsstrategieën en gemeenschapsorganisatie, lichtdetectie, omzetting van alcohol, gas en mineralen, hyperseksualiteit en de dood. Begrepen wij maar dat wij onszelf beschermen als we andere soorten beschermen.

Dit is een uiterst belangrijk boek voor iedereen die denkt dat de mens aan de top van elke piramide staat. Zeer doordacht, meer dan toereikend en overtuigend onderbouwd, helder geschreven en precies geformuleerd. Een god die in de bijbel op laat tekenen dat de mens heerst over plant en dier bewijst eens te meer dat hij ontsproten is aan het bizarre brein van de mens die zelf zo graag the master of the universe uithangt. De mens die zich niet realiseert dat hij de zuurstof inademt die door planten gemaakt wordt en kooldioxide uitademt waar de plant weer van leeft.

Christine Webb schreef een buitengewoon lucide en belangwekkend boek dat het grootst mogelijke lezerspubliek verdient. Webb: “Wanneer we de natuurlijke wereld proberen te domineren, verstoren we eigenlijk de cycli waarvan we zelf afhankelijk zijn. Het is de ultieme vorm van hoogmoed.” De mens is op zoek naar buitenaards intelligent leven maar heeft totaal geen oog voor de intelligentie hier op aarde. Ontzag, schrijft Webb, zet aan tot nederigheid en is het perfecte tegengif tegen hoogmoed. De mens is niet het centrum van het universum en is hier op aarde slechts een soort onder soorten, nu moeten we nog leren dat we integraal onderdeel van de natuur zijn, afhankelijk van en samenwerkend met alles om ons heen. Wij staan niet bovenaan enige piramide en het wordt hoog tijd dat wij zowel ons wereldbeeld als ons zelfbeeld durven te herzien. Ons psychogram moet nodig eens onder de loep genomen worden en we kunnen niet nederig genoeg zijn.

Een prachtig en belangrijk boek, uitstekend vertaald door Evert en Frits van der Waa. Wel is het ontbreken van een register een enorm gemis.

 

Recensie door Enno Nuy

Christine Webb, De arrogante aap. De mythe van de superieure mens, De Bezige Bij, 2025, 313 pagina’s. Vertaald door Evert en Frits van der Waa.

Print Friendly and PDF
Alle mensen zijn sterfelijk – Simone de Beauvoir

Alle mensen zijn sterfelijk – Simone de Beauvoir