De stille technocratische staatsgreep – Ivan Vandermeersch
Er bestaan wetsvoorstellen waarvan de technische aard verhult hoe explosief ze werkelijk zijn. De recente programmawet die de overheid het recht geeft om alle bankrekeningen van alle burgers permanent te screenen is er zo één. Dat Vincent Van Quickenborne hiertegen gefilibusterd heeft, was een noodzakelijke actie om duidelijk te maken hoe dicht we bij een kantelpunt staan: het moment waarop de liberale rechtsstaat langzaam maar zeker afglijdt naar een digitale controlestaat.
Het meest verontrustend is niet dat de socialisten tevreden knikken. Dat is hun ideologisch comfortgebied. Choquerend is wel dat net die partijen die zichzelf als ‘liberaal’ of ‘vrijheidsliefhebbend rechts’ bestempelen, N-VA en MR, dit zonder verpinken laten passeren. Wie de vrijheid prijst, maar tegelijk volledige controle op de burger eist, bedrijft geen liberalisme. Wat men als vooruitgang presenteert gaat over databanken koppelen, monitoring uitbreiden en algoritmes inzetten. In werkelijkheid gaat het hier om een sluipende ontmanteling van het liberale basisprincipe dat de burger is onschuldig is, tenzij het tegendeel bewezen wordt. Met deze programmawet wordt die logica omgedraaid: iedereen wordt een potentiële verdachte, tenzij zijn data geen alarmsignaal geeft.
Maar het fundamentele probleem is nog dieper: niet zozeer de burger moet transparant zijn het is de regering die transparant moet zijn. Het is de overheid die moet tonen welke gegevens ze verzamelt, waarom ze dat doet, wie toegang krijgt en hoe ver de controle reikt. En precies dat is hier níét gebeurd. Een liberale democratie vraagt transparantie van de macht, niet van de onderdaan. Zonder het filibusteren van Van Quickenborne was dit sluipend, stilletjes en onopvallend in het beleidsweefsel geschoven. Dit is geen openheid, dit is misleiding.
We kunnen nu met zekerheid zeggen dat de N-VA zich heeft ontwikkeld tot een partij die vrijheid predikt in toespraken, maar in de praktijk een neocentrale staat bouwt waarin data, controle en gedragssturing de drijvende krachten zijn. Een machine die onder het mom van efficiëntie steeds meer sectoren wil standaardiseren, uniformiseren en monitoren, waarbij burgers worden beoordeeld op hun conformiteit, niet op hun autonomie. Wat vroeger het katholieke paternalisme was, is vandaag technocratisch paternalisme: een moreel keurslijf zonder biechtstoel, maar met dashboard.
Alsof dit alles nog niet volstond, komt op 1 januari de verplichte invoering van PEPPOL, het Europese systeem voor elektronische facturatie. Op zich niets mis mee tot je het plaatst in de huidige context van datacontrole. De digitale droom van de controlestaat In de handen van een overheid die al een vergroot rekeningenregister heeft, en die steeds meer databanken wil koppelen, wordt PEPPOL iets anders: de realtime-scanner van het economische leven van elke zelfstandige en elk bedrijf. Het is een instrument dat alles ziet, alles weet, alles ordent. De overheid krijgt toegang tot elke factuur, elke transactie, elke aankoop, elke kostenstructuur automatisch, permanent en zonder aanleiding. Dit is niet langer digitalisering. Dit is machtsconcentratie. Dit is de stille staatsgreep van de Technocratie op de liberale rechtsstaat.
Zelfstandigen zullen de eerste slachtoffers zijn. De kleine ondernemer, die altijd het symbool was van autonomie en creativiteit, wordt vanaf januari het meest kwetsbare object van deze nieuwe staatsmacht. Want waar vroeger fiscale controle uitzonderlijk en gericht was, wordt ze nu permanent, geautomatiseerd, voorspellend en ondoorzichtig. Dat is geen moderne economie, maar een digitale dwangbuis.
Vrijheid is geen historische vanzelfsprekendheid. Vrijheid bestaat alleen zolang de overheid zelfbegrenzing aanvaardt. Wanneer die reflex verdwijnt, rest enkel het concept van de ‘goed gedocumenteerde burger’ die niet meer vrij is, maar transparant. Wanneer De Wever en Jambon wetten ondersteunen die de overheid veranderen in een alziende machinestaat, verliezen ze elk moreel recht om zich vrijheidsverdedigers te noemen. Hier is echte vraag: ‘Willen we leven in een land waar de overheid onze vrijheid respecteert, of in een land waar ze ons gedrag permanent analyseert?’
Wie dat laatste aanvaardt, is geen liberaal. En wie het eerste verdedigt, moet vandaag kordaat ‘halt’ durven zeggen.
Ivan Vandermeersch
De auteur is voormalig Secretaris-generaal van BAM (Belgian Association of Marketing). Hij schreef de tekst Pleidooi voor Moderne Vrijheid: verantwoordelijk individualisme in een inclusieve samenleving (2024)


