Het Apenproces (1925) – Peter Laroy
In juli 2025 was het 100 jaar geleden dat in Dayton, Tennessee (VSA) een ophefmakend proces plaatsvond. De voorbije zomer besteedden diverse media in de Verenigde Staten aandacht aan dit jubileum. Sommige journalisten maakten tussen de lijnen duidelijk dat die oude rechtszaak ook nu nog verrassend actueel is. Leraar John T. Scopes (1900-1970) werd er toen van beschuldigd de zogenaamde Butler Act te hebben overtreden. Deze lokale wet verbood het doceren van de evolutietheorie in publieke onderwijsinstellingen. De rechtszaak kreeg een hoge symbolische waarde voor de strijd tussen religie en wetenschap en voor de bedreiging van de academische vrijheid. Tekst van Peter Laroy.
Weerklank
Het Scopes-proces kreeg wereldwijd veel weerklank. Ook de Belgische kranten maakten melding van dit ophefmakende proces. Ze schreven dan we over het ‘Apenproces’ (Monkey Trial), over het ‘Darwinproces’ en over ‘la ville des singes’ (Monkeytown). Deze populaire terminologie verwees naar de enigszins versimpelde en niet geheel terechte stelling dat volgens de evolutieleer ‘de mens afstamde van de aap’.
De krant Het Laatste Nieuws nam tijdens de duur van het proces enkele stukken op onder de terugkerende titel ‘De afstemming van den Mensch’. De lezer kreeg zo bijvoorbeeld volgende informatie in het nummer van 12 juli 1925: “Het proces werd begonnen met de voorlezing van de anti-evolutie-wet en het eerste hoofdstuk van Genesis. (…) De kleine stad Dayton is overvol met nieuwsgierigen, journalisten en karikaturisten en andere belangstellenden, daar het proces den strijd symboliseert tusschen de fundamentalisten en de modernisten. Er loopen extra-treinen naar Dayton en de verkoopers van brochures, boekjes over de evolutieleer enz. maken goede zaken, bijna even goed als de inwoners van Dayton zelf.”
Dayton was een kleine stad in Tennessee. Na de Burgeroorlog (1861-1865) had de gemeenschap (die ondanks de afscheuring van de staat Tennessee aan de zijde van de Union was gebleven) dankzij industrie en fruitkweek enkele decennia van voorspoed gekend. Deze inkomstenbronnen verdwenen in de eerste decennia van de 20ste eeuw. In 1925 kon het dorp daarom best wat aandacht gebruiken. De lokale gemeenschap zag een rechtszaak rond een controversieel thema en vooral de daarbij horende publiciteit best wel zitten. In de dagen voor de aanvang van het proces streken naar schatting 160 journalisten en opiniemakers in Dayton neer. Onder hen waren echte toppers, zoals het koppel Emanuel en Marcet Haldeman-Julius (linkse auteurs-uitgevers, gekend door de goedkope boekenreeks Little Blue Books) en Henry Mencken (een overtuigd vrijzinnige journalist met een scherpe pen). Er heerste een ware feeststemming in het dorp, met hotdogkramen en limonadeverkoop. Dat laatste was geen overbodige luxe gezien de grote zomerhitte tijdens de procesdagen. De belangstelling kon gerust vergeleken worden met die van grote en ophefmakende strafrechtelijke processen uit die tijd.
Hoofdrolspelers
Het Apenproces kwam niet zomaar uit de lucht vallen. Het was uitgelokt door de enkele jaren voordien opgerichte American Civil Liberties Union (ACLU). De organisatie zag in de publicatie van de Butler Act een mogelijkheid tot aftoetsing van de verhouding tussen het vrije denken en religieuze ideeën. Via een krantenadvertentie kwam de ACLU terecht bij de 24-jarige leraar John T. Scopes. Hij fungeerde als een soort vrijwilliger, eerder dan als een overtuigde lesgever. Begin mei 1925 werd hij schuldig bevonden aan de overtreding van de wet en doorverwezen naar de rechtbank.
John Thomas Scopes, juni 1925 (foto Watson Davis, Smithsonian Institution Archives)
Rechter John T. Raulston (1868-1956) kreeg de eer om het proces in goede banen te leiden in Dayton, Tennessee. Hij was een man van gewone komaf en overtuigd lid van de Methodist Episcopal Church. Tijdens zijn eerste ontmoeting met de jury las hij voor uit het Boek Genesis. Hij maakte er geen geheim van dat hij ervan overtuigd was dat Scopes de wet had overtreden. De leraar had de beginselen van de evolutietheorie aan zijn leerlingen uitgelegd. Scopes betwistte dit niet (al had hij dit naar alle waarschijnlijkheid niet gedaan). De zaak was juridisch klaar als een klontje. Vooral de symbolische dimensie speelde: voor- en tegenstanders van de evolutieleer probeerden hun gelijk te halen.
Om dat doel te bereiken brachten beide kampen een stevige batterij aan advocaten in stelling. Voor de media en het publiek kristalliseerde de strijd in twee topfiguren die in Dayton aanwezig waren. Ter verdediging van Scopes sprong Clarence Darrow (1857-1938) op de bres. Darrow was overtuigd atheïst, zette zich in voor de kleine man en had furore gemaakt in enkele opmerkelijke strafzaken (o.a. de bekende zaak Leopold en Loeb enkele maanden eerder). Aan de andere zijde stond een overtuigde tegenstander van de evolutieleer (in die tijd wel eens ‘Fundamentalisten’ genoemd): William Jennings Bryan (1860-1925). Deze jurist, politicus en gewezen Secretary of State (1913-1915) was diepreligieus. Hij beschouwde de evolutieleer als verderfelijk. In zijn overtuiging had God de mens geschapen naar zijn evenbeeld. Bryan had in zijn politieke carrière reeds drie pogingen ondernomen om aan de presidentsverkiezingen deel te nemen namens de Democraten. Dit was hem om diverse redenen niet gelukt, maar zijn bekendheid en populariteit in de Verenigde Staten was hierdoor enorm gegroeid.
Op 10 juli 1925 opende rechter Raulston het proces in een overvol en snikheet gerechtsgebouw. Een predikant las vijftien minuten een gebed om het welslagen van de onderneming te verzekeren. De jury werd samengesteld: 12 lokale mensen, op een uitzondering na allemaal gelovig. Hun geletterdheid was beperkt en 9 van hen waren landbouwer.
Geladen debatten
Op maandag 13 juli ging het proces echt van start. Na wat gekissebis verdween de jury om procedurele redenen uit de rechtszaal. Darrow hield in de namiddag een vlammend betoog waarmee hij bij vriend en vijand bewondering oogstte. Toeval of niet: die nacht brak een geweldig warmteonweder los. Voor sommigen was dit meer dan een voorteken…
Na de regen kwam de zonneschijn terug. Ook de volgende procesdag verliep broeierig. Toen de rechter vroeg om het openingsgebed te houden sprong Darrow op en protesteerde heftig. De aanwezige (vooral lokale) toeschouwers keken verbijsterd toe. Rechter Raulston reageerde dat hij de lokale predikanten zou raadplegen naar aanleiding van dit protest. Het publiek haalde opgelucht adem. Er weerklonk hoongelach: zij wisten maar al te goed wat het advies zou zijn.
Die dag stond verder in het teken van speculatie over de vraag of de rechter zou ingaan op de vraag van Scopes’ advocaten om de zaak nietig te verklaren met als hoofdargument de strijdigheid van de lokale wet met fundamentele vrijheden. De rechter hield voet bij stuk. Het ging niet over grondwettelijke basisvrijheden maar om een lokale wet. Die was duidelijk overtreden en de beklaagde ontkende dit helemaal niet. De verdedigers van Scopes zagen het ruimer. Zij hamerden op de scheiding van kerk en staat, op de vrijheid van denken en op de academische vrijheid. De rechter had voldoende ervaring om uit het mijnenveld te blijven.
Anti-Evolution League protesteert en verkoopt boeken tegen de evolutietheorie
Uiteraard kwamen enkele leerlingen getuigen. Ja, de leraar had hen verteld over de evolutieleer. En ja, dit thema stond in het handboek dat zij hadden. Het in het officieel onderwijs veel gebruikte handboek A Civic Biology kwam onder de loupe. Belangrijker waren echter de visies van de opgeroepen academische getuigen. Een eerste expert verscheen. Bioloog Maynard M. Metcalf (1868-1940) van de John Hopkins University stelde dat hij een gelovige wetenschapper was. Het belette hem evenwel niet om te stellen dat leven op aarde reeds 600 miljoen jaar geleden tot stand was gekomen. Vervolgens kreeg Dudly Field Malone (1885-1955) het woord. Hij was gekend als een linkse advocaat, ooit een medewerker van Bryant, maar nu zijn onverbiddelijke tegenstander. Malone sloeg de argumenten van zijn leermeester in felle bewoordingen aan diggelen. Het (partijdige) publiek reageerde onverwacht heel enthousiast op zijn pleidooi voor vrijheid van denken. Aanklager Arthur Thomas Stewart (1892-1972) bleek dan weer niet onder de indruk. Hij weigerde te aanvaarden dat de mens afkomstig was uit dezelfde cel als de aap en de ezel.
Zo kabbelde het proces enkele dagen verder. De rechter kreeg er langzamerhand genoeg van. Om tijd te winnen besloot hij het woord niet meer te geven aan de andere wetenschappelijke experts. Was dit een echte of een vermeende reden? Journalist Mencken dacht er het zijne van. Voor hem was zo spectaculair aangekondigde proces niet meer dan een slag in het water. In plaats van een strijd om ‘Grote Principes’ ging het om een niemendal: een lokale wet die overtreden was door een onbekende, misschien zelfs onbeduidende, leraar. Hij nam ontgoocheld zijn spullen bij elkaar en plande zijn terugreis. Toch was het spel nog niet gespeeld.
Woelige eindfase
Maandag 20 juli 1925 kwam advocaat Arthur Garfield Hays (1881-1954) aan het woord. Hij maakte deel uit van Scopes’ verdediging. Na nog maar eens de nodige discussie tussen rechter, aanklager en verdediging las hij een samenvatting voor van de verklaringen van zeven andere eminente wetenschappers die waren opgeroepen maar zelf niet mochten spreken. Elk vanuit hun eigen discipline onderbouwden zij in hun teksten de evolutieleer, al bleken er onderling wel verschillen te zijn over de opvattingen hoe alles nu precies was verlopen. Tijdens deze zitting daverde het oude gerechtsgebouw plots letterlijk op zijn grondvesten.
Was dit nog maar eens een voorteken? De rechter nam het zekere voor het onzekere. Hij verplaatste om veiligheidsredenen de zitting naar open lucht. Nauwelijks gezeten op de banken voor het gebouw brak de volgende rel uit. In de buurt hing een groot bord met de niet mis te verstane slogan ‘Read Your Bible’. Darrow zag zijn kans schoon en vroeg aan de rechter de tekst te bedekken of het bord te verwijderen.
Arthur Garfield Hays leest getuigenissen voor van wetenschappers. De zitting is intussen naar buiten verplaatst (foto William Silverman, Smithsonian Institution Archives)
Na al dit gepalaver diende zich langzamerhand het hoogtepunt van de vertoning aan. De verdediging liet diverse Bijbelversies klaarleggen: een King James Bible, een katholieke Bijbel en een Hebreeuwse bijbel. Als expert riepen zij niemand minder op dan Bryan zelf. Een diepgaande discussie ontspon zich rond theologische kwesties. Wanneer bouwde Noah zijn ark? Wat was er aan van het verhaal van Jonas en de walvis? Hoe diende het geloof in Boeddha en Confucius te worden ingepast? Hoe zit dat met de toren van Babel? Was de wereld door God werkelijk geschapen in zes dagen? Hoelang duurde een dag dan wel? Het publiek smulde ervan. Bryan raakte steeds meer in het nauw. Enkele heethoofden voelden met hem mee. Ze balden reeds de vuisten, klaar voor het gevecht. Tot opluchting van de rechter kwam het zover niet.
Op 21 juli 1925, rond 11 uur in de voormiddag, las de rechter zijn vonnis voor. Scopes werd schuldig bevonden aan overtreding van de Butler Act. Hij kreeg een boete opgelegd van 100 dollar. Voor Bryan was de opwinding van het proces er duidelijk te veel aan. Op 26 juli 1925 overleed de 56-jarige jurist aan een beroerte.
De advocaten van Scopes besloten in beroep te gaan. Begin 1927 maakte de Tennessee Supreme Court evenwel een einde aan het verhaal. Zij besloten dat er een vormfout was gemaakt. De bevoegdheid van de rechter was beperkt tot het uitschrijven van boetes van 50 dollar. Hogere bedragen dienden te worden bepaald door de jury. De rechtbank zette de vervolging van Scopes stop. Dit was handig bekeken: hoger beroep (en het risico op meer fundamentele discussies en misschien zelfs de vernietiging van de Butler Act) was nu ook niet meer mogelijk.
Naklank
Het ‘Apenproces’ was uitgelokt door de ACLU met toch als opzet via de beroepsprocedure te komen tot een ongrondwettelijk verklaren van het verbod op het doceren van de evolutieleer. De rechter en de verdediging in Dayton hapten niet toe. Zij hielden de focus op de essentie van de zaak. De enige vraag die voor hen telde was of Scopes de Butler Act had overtreden. Fundamentele principes dienden volgens niet in vraag te worden gesteld.
Toch haalden voorstanders van het kritische denken voor een groot deel hun gelijk. De aanwezigheid van belangrijke figuren uit het publieke debat en de daaruit voortvloeiende wereldwijde persaandacht zette het thema op de maatschappelijke agenda. De Butler Act bleef wel van kracht tot in 1967. Ook in datzelfde jaar publiceerde Scopes zijn memoires en blikte terug op de principes waarvoor hij een halve eeuw voordien zo had gevochten: “The basic freedoms defended at Dayton are not zo distantly removed; each generation, each person must defend these freedoms or risk losing them forever. If this book occasionally entertains and informs while reminding you of the significance of these liberties, then it has been well worth my writing it.”[1]
Peter Laroy
De auteur is historicus en directeur van Liberas
Voor het schrijven van deze tekst is beroep gedaan op tal van krantenartikels uit digitale collecties, op overzichtsartikels op diverse websites maar vooral ook van het leesbare en goed gedocumenteerde boek van Brenda Wineapple dat in 2024 verscheen (Keeping the Faith. God, Democracy, and the Trial that Riveted a Nation, New York, 2024). Een eerdere versie van deze tekst verscheen op de site www.liberas.eu.
[1] Preface, J.T. Scopes & J. Presley, Center of the Storm. Memoirs of John T. Scopes, New York/Chicago/San Francisco, 1967.


