Waar verdeeldheid heerst wint de autocraat – Wendy De Poorter
In de eenentwintigste eeuw wordt vaak verondersteld dat de lessen van de twintigste eeuw moderne democratieën immuun hebben gemaakt voor autoritaire ontsporing. Immuniteit bestaat echter niet. Wat wel bestaat, zijn terugkerende patronen. Die patronen zijn vandaag opnieuw scherp zichtbaar.
Democratische instituties wankelen niet omdat één leider ze bedreigt, maar omdat samenlevingen weigeren eendrachtig op te treden tegen autoritaire tendensen, toenemende polarisatie en de normalisering van minachting voor de rechtsstaat en de persvrijheid.[1] Critici signaleren dergelijke tendensen bij hedendaagse politieke figuren zoals onder meer Donald Trump, Vladimir Poetin, Nayib Bukele, Daniel Ortega, Recep Tayyip Erdoğan en Viktor Orbán. We bevinden ons dus niet in een “ongekende” tijd, maar in een gevaarlijk vertrouwde.
Totalitarisme wint wanneer de democratie in slaap valt
Oorlogscorrespondente Martha Gellhorn wees erop dat autoritaire regimes niet primair ontstaan door massale steun, maar door massale berusting. In The Face of War benadrukte zij dat dictaturen mogelijk worden gemaakt door “an endless series of small surrenders” van burgers die zichzelf ervan overtuigen dat het gevaar wel zal meevallen.[2]
Het gemak waarmee democratische samenlevingen vandaag accepteren dat sommige leiders verkiezingsresultaten betwisten, rechters aanvallen of kritische media demoniseren, past naadloos in Gellhorns diagnose. Niet de kracht van de autoritaire leider vormt volgens haar het grootste gevaar, maar de passiviteit van diens omgeving.
Instituties kunnen misdaad documenteren, maar geen moed afdwingen
Het Internationaal Militair Tribunaal van Neurenberg (1945–1946) documenteerde hoe een moderne staat zich kon ontwikkelen tot een systeem waarin misdaden op industriële schaal mogelijk werden gemaakt. De processen toonden dat totalitaire macht niet op zichzelf staat, maar steunt op talloze kleine daden van gehoorzaamheid.
De Amerikaanse aanklager Robert H. Jackson waarschuwde in zijn openingspleidooi dat totalitarisme “never occurs in one dramatic moment, but erodes resistance by slow and steady pressures”.[3] Daarbij komt dat instituties zoals het Internationaal Militair Tribunaal wel misdaden kunnen documenteren, maar geen moed van de burgers kunnen afdwingen om toekomstige drama’s te voorkomen.
Die waarschuwing is ook vandaag relevant. Politieke elites plaatsen geregeld hun partijbelang boven democratische principes, en rechtsstaten reageren vaak aarzelend op leiders die deze principes ondergraven. Neurenberg heeft ons aangetoond dat instituties misdaden kunnen beoordelen, maar niet vooraf kunnen voorkomen; dat blijft de verantwoordelijkheid van politici, pers en burgers.
Democratie sterft door morele luiheid
Filosofe Jeanne Hersch beschouwde democratie als een morele en intellectuele oefening die voortdurend onderhoud vergt. In haar essays en lezingen over vrijheid en verantwoordelijkheid benadrukte ze dat totalitaire systemen slechts mogelijk worden wanneer individuen hun vermogen tot zelfstandig oordelen opgeven.[4] Autoritaire macht ontstaat volgens Hersch niet primair door de kracht van de leider, maar doordat burgers hun kritische verantwoordelijkheid delegeren aan iemand die beweert “in naam van het volk” te spreken.
Hersch wees erop dat vrijheid veeleisend is: zij vereist kritisch denken, twijfel en de moed om weerstand te bieden.[5] Wanneer deze inspanning verdwijnt en politieke identiteit wordt gereduceerd tot tribale loyaliteit, ontstaat een voedingsbodem voor autoritaire verleiding. De hedendaagse verering van sterke leiders, van Trump tot andere populistische figuren wereldwijd, sluit nauw aan bij haar analyse: burgers verlangen schijnzekerheid, en leiders bieden die aan in ruil voor morele en intellectuele overgave.[6]
Democratisch front
Democratische landen handelen vandaag vaak versnipperd tegenover leiders die de rechtsstaat en mensenrechten ondermijnen, precies het soort verdeeldheid waarop autoritarisme gedijt. De geschiedenis toont dat democratie niet sterft door een superieure vijand, maar door gebrek aan collectieve ruggengraat.
Wanneer politici, pers en burgers weigeren een gezamenlijk democratisch front te vormen, wint de leider die het minste belang hecht aan democratische spelregels. De waarschuwingssignalen zijn er. De vraag is enkel of wij deze keer wél zullen luisteren.
Wendy De Poorter
De auteur is docente aan het College Ten Doorn
[1] Arendt, H. (1951). The origins of totalitarianism. Harcourt Brace.
[2] Gellhorn, M. (1959). The face of war. Atlantic Monthly Press.
[3] Jackson, R. H. (1945). Opening statement before the International Military Tribunal. U.S. Government Printing Office.
[4] Hersch, J. (1979). Le droit d’être un homme [The right to be a human being]. UNESCO.
[5] Hersch, J. (1981). L’étonnement philosophique. Gallimard.
[6] Snyder, T. (2017). On tyranny: Twenty lessons from the twentieth century. Tim Duggan Books.


