Beste professor, links-rechts is dood in Vlaanderen – Mira Kaloshi

Beste professor, links-rechts is dood in Vlaanderen – Mira Kaloshi

Politicoloog Marc Swyngedouw (KU Leuven) stelde onlangs in De Morgen dat er “geen lichtblauwe toekomst” voor Open VLD in het verschiet ligt. Volgens hem hebben kiezers die een Vlaamse D66 zouden kunnen steunen al hun plek gevonden in “de linkervleugel van CD&V en Vooruit.” Dat, zo suggereert hij, laat Open VLD bijna geen speelruimte.

Als Vlaamse liberaal behoor ik tot dat electoraat, en ik voel me niet thuis bij CD&V of Vooruit. Als voormalig verkiezingskandidaat heb ik nooit geheimgemaakt dat mijn plaats bij Open VLD ligt. Swyngedouw’s fout is dat hij vasthoudt aan het verouderde links-rechts-denkkader, alsof dat nog relevant is. Hij plaatst CD&V en Vooruit samen, maar om totaal verkeerde redenen, door te beweren dat ze een “linkervleugel” hebben.

In werkelijkheid zouden beide partijen gemakkelijk in het conservatieve kamp op sociale thema’s kunnen worden geplaatst. Denk aan Caroline Gennez’ recente oproep tot dwangmaatregelen voor zwangere vrouwen in kwetsbare situaties, of Conner Rousseau die het “absolute recht op kinderen” in vraag stelt. Dit zijn geen alledaagse progressieve standpunten van een linkse partij; ze weerspiegelen een sociale moraliteit die botst met individuele vrijheid, het principe dat progressieve partijen zouden moeten verdedigen. Voormalig Open VLD-voorzitter Eva De Bleeker noemde het terecht “Belly Control.” Door het te bekijken vanuit een progressief–conservatief perspectief wordt de redenering glashelder.

Alsof een partij alleen relevant kan zijn door ofwel uitsluitend te focussen op “rechtse” economische thema’s en daardoor sociaal geëngageerde kiezers af te stoten, of door sociale thema’s te prioriteren ten koste van economische initiatieven.

Kan Open VLD inspiratie halen uit D66? Absoluut. Maar dat betekent niet dat de partij de beleidsdoelstellingen van D66 klakkeloos moet overnemen. Rob Jetten is meer dan een jonge, charismatische leider die progressieve idealen belichaamt; hij weet hoe hij aansluiting vindt bij de progressieve centrumkiezers van vandaag. Hij verdedigde D66 tegen beschuldigingen dat de partij “rechtser” zou zijn geworden, niet door defensief “links” te roepen, maar door een verfrissende en broodnodige dosis liberaal realisme te brengen in het debat over zogenoemde “rechtse thema’s” zoals migratie. Hij ging het onderwerp niet uit de weg en plaatste het evenmin in een links-rechtskader.

Wanneer politieke analisten daarom beweren dat D66 aan het “verrechtsen” is, begaan ze een intellectuele fout en trappen ze in de val van Wilders. Geen enkel thema behoort exclusief tot één partij. Jetten maakt dit glashelder in zijn argumentatie, omdat hij begrijpt wat anderen over het hoofd zien: het links-rechtskader is achterhaald. De enige weg is vooruit, niet te verwarren met “Vooruit”.

Intussen blijft de Vlaamse politiek gevangen in een valse dichotomie: alsof een partij alleen relevant kan zijn door ofwel uitsluitend te focussen op “rechtse” economische thema’s en daardoor sociaal geëngageerde kiezers af te stoten, of door sociale thema’s te prioriteren ten koste van economische initiatieven. Deze kunstmatige tegenstelling heeft zinvolle hervormingen geblokkeerd, waardoor Vlaamse partijen naast elkaar bestaan in plaats van op zoek te gaan naar gemeenschappelijke grond langs het progressief–conservatieve spectrum. Waar een Open VLD-politicus misschien zegt: “Sorry, dat is niet ons onderwerp,” zegt een D66-lid: “Ja, dat kan wél.”

Men kan stellen dat voor Vlaamse liberalen economische beleidsprioriteiten niet alleen gerechtvaardigd, maar essentieel zijn. België kampt met een opgeblazen staat, hoge belastingen en een arbeidsmarkt die wordt gehinderd door rigiditeit en regionale ongelijkheden. Vlaamse liberalen delen taal met hun Nederlandse tegenhangers, maar de institutionele en economische context is volledig anders. Toch hoeft economische focus niet ten koste te gaan van een progressieve maatschappelijke visie. Kijk naar D66: optimisme, de bereidheid om onderwerpen zoals migratie, diversiteit en zelfbeschikking recht in de ogen te kijken, en het vermogen om daadkrachtig te reageren op figuren als Wilders, tonen dat sociale vooruitgang en economische ambitie elkaar kunnen — en moeten — versterken.

Alles begint met een correcte interpretatie van ons politiek landschap. Partijen plaatsen op een links-rechts-as voelt al lang kunstmatig. Vandaag speelt politiek zich veel meer af langs de progressief–conservatieve as — een perspectief dat eerlijker, actueler en relevanter is voor kiezers. Het laat partijen toe hun economische agenda opnieuw vorm te geven en tegelijk duidelijk te maken aan burgers dat deze doelen naadloos kunnen samengaan met sociaal progressieve waarden.

Er is ruimte voor een progressieve partij die zich inzet voor economische vernieuwing, in Vlaanderen, Brussel én Wallonië, maar iemand moet moedig genoeg zijn om die plek op te eisen.

 

Mira Kaloshi

De auteur is voormalig voorzitter Jongliberalen Brussel en Strateeg EU beleidscommunicatie

Print Friendly and PDF
In de ban van Wij en Zij – Patrick Loobuyck

In de ban van Wij en Zij – Patrick Loobuyck