De liberale fundamenten van Benjamin Constant – Dirk Verhofstadt

De liberale fundamenten van Benjamin Constant – Dirk Verhofstadt

Benjamin Constant (1767-1830) was een Zwitserse edelman die Frans staatsburger werd. Hij beleefde als schrijver zowel het ancien regime, de Franse revolutie, de Napoleontische periode, als de restauratie onder Lodewijk XVIII en Karel X. Hij was een uitgesproken liberaal die beïnvloed was door Montesquieus visie op de scheiding der machten, en sceptisch stond tegenover Rousseaus volonté générale waarvan hij de excessen had gezien tijdens de periode van de Terreur. Hij bepleitte vrije verkiezingen en een absolute bescherming van de individuele grondrechten van de mens. Hij wilde de staatsmacht zodanig inperken dat ze zo weinig mogelijk kwaad kon doen.[1]

In de Honderd Dagen van Napoleons laatste regeerperiode, schreef hij Principes de politique waarin hij zijn visie op de representatieve democratie neerschreef. In zijn lezing De la Liberté des Anciens comparée à celle des Modernes van 1819, beklemtoonde hij het belang van de vrijheid van de burger en waarschuwde hij voor een onderdrukkende overheid.[2] Constant wordt beschouwd als de grondlegger van de continentale parlementaire democratie. In Principes de politique bepleitte Constant de constitutionele monarchie, het principe van de ministeriële verantwoordelijkheid, en het belang van de individuele vrijheid.

Het was een uitgesproken liberale tekst waarmee hij een systeem verdedigde dat sterk verschilde met de manier waarop Napoleon de jaren voordien had geregeerd. Zijn uitgangspunt was de volkssoevereiniteit, maar dan niet zoals Rousseau dat zag, want die kon uitlopen tot despotisme zoals het geval was tijdens de Terreur van Robespierre. De volkssoevereiniteit bestaat slechts op een beperkte en relatieve manier, want ze mag de vrijheid van de burgers niet bedreigen. “De soevereiniteit van het volk is niet onbeperkt; ze wordt beperkt binnen de grenzen die bepaald worden door het recht en de rechten van het individu,” aldus Constant.[3]

Geen enkele monarch beschikt over onbeperkte macht. Nieuw was zijn visie op de ministeriële verantwoordelijkheid die tot doel heeft de macht van de vorst te scheiden van die van de ministers. De vorst heeft dan enkel nog een neutrale functie, terwijl de ministers zowel politiek als juridisch door het parlement ter verantwoording kunnen worden geroepen. Politiek kan de vorst ministers benoemen en ontslaan. Juridisch kan de rechtbank optreden. “De ministers kunnen aangeklaagd en vervolgd worden op drie manieren: (1) door misbruik of verkeerd gebruik van hun wettelijke macht; (2) door onrechtmatige handelingen die schadelijk zijn voor het algemeen belang; (3) door aanslagen tegen de vrijheid, de veiligheid en de eigendom van individuen.”[4]

Daarvoor is een strikte scheiding en evenwicht tussen de diverse machten nodig. De vorst staat daarboven en heeft er alle belang bij om dit evenwicht te behouden. Dit is het verschil tussen een absolute monarchie en een constitutionele monarchie. In de andere hoofdstukken van Principes de politique beklemtoonde Constant het belang van de persvrijheid, de onschendbaarheid van de woning, de vrijheid van geloofsovertuiging, de individuele vrijheid en de gerechtelijke garanties voor het individu. “Iedereen heeft het recht om slechts aan wetten onderworpen te zijn, en om niet te worden gearresteerd, vastgehouden, ter dood gebracht of slecht behandeld op welke manier dan ook door de willekeur van één of meerdere individuen. Iedereen heeft het recht om zijn mening te uiten, een beroep te kiezen en het uit te oefenen, te beschikken over eigendom of het te misbruiken, om te komen en te gaan zonder toestemming en zonder verantwoording af te leggen over zijn motieven of ondernemingen. Iedereen heeft het recht zich te verenigen met andere individuen, ofwel om te spreken over hun belangen, ofwel om het geloof te belijden dat hij en zijn partners prefereren.”[5]

De pers moest dus kunnen optreden als een soort spreekbuis van de publieke opinie met als doel het overheidsbeleid kritisch te beoordelen. Net als de scheiding der machten zou dit ertoe bijdragen dat de overheid geen al te grote macht ten opzichte van de burger zou verkrijgen, en dat burgers als een soort vierde macht actief zouden kunnen participeren in het politieke debat. Overeenkomstig de verlichtingsidealen verdedigde Constant de vrijheid van geloofsovertuiging als een essentieel onderdeel van de menselijke vrijheid. “De volledige vrijheid van alle erediensten, is even gunstig voor de religie als in overeenstemming met de rechtvaardigheid,” aldus Constant.[6]

Met zijn ideeën beïnvloedde Constant tal van liberale denkers en politici die streefden naar een parlementaire democratie, zoals in België. Constant inspireerde Alexis de Tocqueville en, met zijn lezing over de antieke en moderne vrijheid, ook Isaiah Berlin.[7]

 

Dirk Verhofstadt

De auteur is moraalfilosoof en schreef diverse politieke, filosofische en historische boeken.

Dit is een fragment uit De Geschiedenis van het Liberalisme van Dirk Verhofstadt (Houtekiet 2017).

[1] P.B. Cliteur, A.A.M. Kinniging en G.A. van der List, Filosofen van het klassieke liberalisme, Kok Agora, 1993, p. 227.

[2] Benjamin Constant, De la Liberté des Anciens comparée à celle des Modernes (1819), CSIPP, 2016.

[3] Benjamin Constant, Principes de politique, in Benjamin Constant, Ecrits politiques, Gallimard, 1997, p. 319.

[4] Idem, p. 387.

[5] Benjamin Constant, Ecrits politiques, Gallimard, 1997, p. 593. Geciteerd in Rieks Bruins Slot, Benjamin Constant. Grondlegger van de continentale democratie, in Patrick Van Schie (Red.), Liberale leiders in Europa, Boom, 2008, p. 272.

[6] Idem, p. 463.

 

[7] Stephen Holmes, Benjamin Constant and the Making of Modern Liberalism, Yale University Press, 1984

Print Friendly and PDF
Mensenrechten gelden voor iedereen – Bert Goossens

Mensenrechten gelden voor iedereen – Bert Goossens

Vrije wil is een illusie die ongelijkheid bestendigt - Farah Focquaert

Vrije wil is een illusie die ongelijkheid bestendigt - Farah Focquaert