Marseille 1940 - Uwe Wittstock
De Duitse literatuurcriticus en auteur Uwe Wittstock schreef in 2021 het indrukwekkende boek Februari 1933. De winter van de literatuur over de impact van de machtsovername door Adolf Hitler op tal van schrijvers, journalisten en opiniemakers in Duitsland die deel uitmaakten van de Europese culturele elite. Op enkele dagen en weken tijd verloren ze zowat al hun rechten en vrijheden, en werden velen onder hen, omwille van hun opvattingen en schrijfsels, plots opgejaagd wild. Na de eerste verordeningen van de nazi’s sloegen velen onder hen op de vlucht naar het buitenland, vaak naar Frankrijk. In de loop van de jaren dertig zaten Joseph Roth, Hannah Arendt, Heinrich, Anna Seghers, Walter Benjamin en Alfred Döblin in Parijs, anderen zoals Thomas Mann, Lion Feuchtwanger, Ernst Toller, Bruno Frank, Franz Werfel en Alma Mahler-Werfel trokken naar Marseille of Sanary-sur-Mer aan de Côte d’Azur. Daar waren ze in de als bannelingen voorlopig veilig.
Toen Duitsland in september 1939 Polen binnenviel, verklaarde Frankrijk de oorlog aan Duitsland en werden Duitse en Oostenrijkse bannelingen beschouwd als ‘vijandige vreemdelingen’ die werden opgesloten in interneringskampen Le Vernet, Les Milles en Gurs in het zuiden van Frankrijk. De levensomstandigheden waren er slecht, maar de gevangenen bleven er veilig voor de nazi’s. Toen de Duitsers in 1940 met hun Blitzkrieg Frankrijk razendsnel veroverden en op de knieën dwongen, zaten deze schrijvers, naast andere kunstenaars, Joden en politieke tegenstanders van het naziregime, opnieuw in de val – behalve Thomas Mann die op dat ogenblik in de Verenigde Staten verbleef. Veel bannelingen probeerden vanuit Parijs naar het zuiden te vluchten, het niet door de nazi’s bezette gebied dat officieel ‘vrij’ was, maar in feite onder het collaborerende Vichy-regime viel. Ook daar werden ze vervolgd en vaak uitgeleverd aan de Duitsers.
De Gestapo had immers een lijst opgesteld van nazi-opposanten die ze koste wat het kost terug naar Duitsland wilden deporteren. En het is hier dat de Amerikaanse journalist Varian Fry opduikt die namens het Emergency Rescue Committee (ERC) de opdracht kreeg om ongeveer 200 prominente kunstenaars, antifascisten en intellectuelen uit Europa te krijgen, door ze met valse papieren of via vluchtroutes over Spanje en Portugal naar de VS te brengen. Dat is het centrale thema van het nieuwste boek van Uwe Wittstock onder de titel Marseille 1940. De grote exodus van kunst en literatuur, en het leest bij momenten als een vervolgverhaal op zijn boeiende Februari 1933. De auteur behandelt aan de hand van brieven, dagboeken, memoires, autobiografieën en interviews de protagonisten, al waren er ook zowat tweeduizend onbekende nazi-opposanten die hij direct of indirect manier kon helpen.
Centraal in het boek staat natuurlijk Varian Fry zelf die als journalist in Berlijn in 1935 getuige was van gewelddaden tegen de Joden. “Ik zag een [Joodse] man bruut geschopt en bespuugd worden terwijl hij op de stoep lag, een vrouw die bloedde, een man wiens hoofd bedekt was met bloed, hysterische vrouwen die huilden... Nergens leek de politie enige moeite te doen om de slachtoffers van deze brutaliteit te redden,” zo schreef hij in The New York Times. Die ervaring inspireerde hem om Duitse vluchtelingen in Frankrijk in 1940 te helpen ontsnappen. Natuurlijk kon hij deze enorme operatie niet alleen doen. Hij kon rekenen op een uitgebreid netwerk onder wie de rijke Amerikaanse Mary Jayne Gold die hem vooral financieel bijstond, de Amerikaanse kunstenares Miriam Davenport die kunstenaars in nood opzocht, de Franse socialistische activist Daniel Bénédicte die de leiding van het kantoor op zich nam, de Duitse econoom Albert Hirschman die mensen hielp ontsnappen naar Spanje via de Pyreneeën, de Amerikaanse viceconsul in Marseille Hiram Bingham jr. die diplomatieke bijstand bood, de antifascisten Lisa en Hans Fittko die via een eigen route over de Pyreneeën tal van mensen hielpen ontkomen, en de Weense cartoonist Willi Freier die paspoorten hielp vervalsen.
In zijn hotelkamer in Hotel Splendide in Marseille sprak Fry met mensen die in gevaar verkeerden en probeerde telkens een oplossing te vinden. Al snel stonden ze in de gang aan te schuiven om hem hulp te vragen. Wittstock bespreekt zo de lotgevallen van heel wat bekende en minder bekende kunstenaars en politieke vluchtelingen die Fry kon helpen via zijn medewerkers. Niet altijd met succes, zo werd hij eens bedrogen door Corsicaanse maffialeden die hem voor veel geld hadden beloofd om een groep vluchtelingen te helpen, maar dat uiteindelijk niet deden en er met het geld vandoor gingen. Het hele netwerk moest ook opletten voor infiltranten, de Gestapo en Franse autoriteiten die aan de kant stonden van de collaborerende Pétain. De auteur verhaalt het allemaal met veel oog voor détail, inlevingsvermogen en spanning die hij opbouwt door voortdurend te wisselen van de ene te redden persoon naar een andere, zodat de lezer niet onmiddellijk weet wat er met hen finaal gebeurd is.
Er waren ook tegenvallers met de te redden personen zelf. De Joods-Duitse cultuurfilosoof Walter Benjamin probeerde met enkele anderen Frankrijk te ontvluchten via de Pyreneeën, maar werd aangehouden aan de Spaanse grens. Hij besefte dat hij zou uitgeleverd worden aan de nazi’s en pleegde zelfdoding met een overdosis morfine. De SPD-politici Rudolf Breitscheid en Rudolf Hilferding stelden hun mogelijke vlucht uit Frankrijk steeds maar uit, werden uiteindelijk gearresteerd door de politie van het Vichy-regime en uitgeleverd aan de Gestapo. Hilferding werd gemarteld en stierf in een gevangenis in Parijs. Breitscheid kwam terecht in Buchenwald waar hij bij een bombardement door de geallieerden gedood werd. De Joodse muziekcriticus Charles Wolff besloot te blijven en leidde een verzetsgroep rond Toulouse tot hij werd opgepakt door de nazigezinde Milice française. Hij werd zwaar gemarteld en overleed aan zijn verwondingen.
Ook de wereldberoemde Joods-Franse kunstschilder Marc Chagall en zijn echtgenote Bella werden bij een razzia in Marseille door de Franse politie gearresteerd, maar Fry belde de prefectuur en kon de beambte met bluf overtuigen dat hij een grote fout had gemaakt omdat ‘de hele wereld verontwaardigd zou zijn ten koste van het imago van de Vichy-regering’. Chagall en zijn vrouw kwamen vrij en konden met valse papieren via een goed georganiseerde ontsnappingsroute over Spanje en Portugal de VS bereiken. Daarnaast konden ook de surrealistische schilder Max Ernst, de Joodse filosofe Hannah Arendt, de Oostenrijkse dichter Franz Werfel en zijn wereldberoemde vrouw Alma Mahler-Werfel, de Duitse schrijver Heinrich Mann, zijn vriendin Nelly en zijn neef Golo Mann, de Joods-Duitse schrijver Lion Feuchtwanger, de Duitse satirische dichter Walter Mehring, de Franse surrealistische schrijver André Breton, de Joods-Duitse dichter en novellist Hans Sahl, de Litouws-Franse kubistische beeldhouwer Jacques Lipchitz, en de Joods-Franse antropoloog Claude Lévi-Strauss, samen met vele honderden andere mensen die groot gevaar liepen, door het netwerk van Fry geholpen worden.
Toch verdween de figuur Varian Fry na de oorlog in de nevelen van de geschiedenis. Hij had immers vaak ruzie met het Emergency Rescue Committee dat hem meermaals terugriep naar de VS, omdat de belangrijkste figuren in hun ogen gered waren. Maar Fry wilde iedereen helpen, ook de minder bekende mensen die vastzaten in Marseille en omstreken, maar geen papieren en geld hadden om te ontsnappen. Dat maakt Fry juist zo groot. Hij keek niet naar rang of stand en hielp al wie in gevaar was. Dat zorgde voor banbliksems vanuit de VS en de volledige stopzetting van zijn financiële middelen. Maar Fy ging door, mede dankzij de giften van Mary Jayne Gold. Tot de Fransen hem arresteerden en wegstuurden. Hij beschreef zijn ervaringen in 1945 in het boek Surrender on Demand, maar dat kreeg nauwelijks weerklank. Hij stierf in 1967. Pas in 1994 werd hij door Yad Vashem opgenomen als een van de Righteous Among the Nations en kreeg zijn humanitaire hulp aan mensen in nood, erkenning. Het siert Uwe Wittstock dat hij met zijn boek dat eerst verscheen in het Duits, hem nu in de aandacht zet.
Recensie door Dirk Verhofstadt
Uwe Wittstock, Marseille 1940 (2021), Cossee, 2024.