Fietsen naar het einde van de democratie: van Schengen naar Kaliningrad
De geest van Europa vat je het beste met de fiets. Daarom reed journalist David Van Turnhout deze zomer op twee wielen en spierkracht van Schengen in Luxemburg naar de Pools-Russische grens. Op weg naar het einde van de democratie ontmoette hij mensen met verschillende meningen, de ene al wat extremer dan de andere. Hij fietste ook over oude grenzen die doen beseffen dat vrijheid niet vanzelfsprekend is.
“Waarom zou je naar de Russische grens fietsen? Kan je niet gewoon met de trein of de auto gaan? Je gaat de grens toch niet oversteken?” Mijn familie en vrienden maken zich zorgen voor ik aan mijn tocht naar Kaliningrad begin. De Russische exclave ligt ingesloten tussen Rusland en Litouwen, en is het meest Westelijke punt van Rusland. Vanuit deze uitvalsbasis vegen Poetin en zijn kompanen Europa in een vingerknip van de kaart als ze dat zouden willen. In Kaliningrad staan kernkoppen op Brussel gericht en eindigt de vrije wereld zoals wij ze hier kennen. Natuurlijk wil ik daar naartoe, maar ik verzeker mijn naasten dat ik geen voet in Rusland zal zetten. Ik zal stoppen aan de grens. Als journalist ga je Rusland beter niet in.
Voor de gelegenheid vertrek ik niet vanuit mijn woonplaats Antwerpen, maar vanuit Schengen in Luxemburg. Het dorp is de bakermat van vrij reizen tussen Europese lidstaten. In 1985 ondertekenden de Benelux, Frankrijk en Duitsland er een verdrag dat burgers toelaat vrij te reizen binnen de grenzen van de betrokken landen. Intussen sloten bijna alle EU-landen zich aan bij het verdrag en is reizen op ons continent geen administratieve calvarietocht meer. Zonder Schengen zou mijn tocht een administratieve beklimming buiten categorie geweest zijn.
Om in Schengen te geraken, neem ik de trein vanuit Antwerpen naar Aarlen en rijd van daaruit met de fiets dwars door Luxemburg. Het is een goede conditietest want ik heb dit jaar nog niet veel gefietst. Als ik de Luxemburgse heuvels aankan, zal de rest van de reis ook wel lukken, redeneer ik. Ondanks de mooie natuur en het werelderfgoed in Luxemburg-stad verwacht ik weinig van het minuscule land, maar na een pittige beklimming trekt een Amerikaanse vlag mijn aandacht. Te midden van een uitgestrekt grasveld met duizenden oorlogsgraven danst ze lichtglooiend met de warme zomerwind. Ze herinnert de Luxemburgers aan de vijfduizend geallieerde soldaten die hier omkwamen bij het Ardennenoffensief, een wanhopige poging van het Duitse leger om in de Ardennen de geallieerde legers terug te dringen. Bij mij roepen de stars and stripes gemengde gevoelens op. Duizenden soldaten verloren hier hun leven om ons vrede en vrijheid te brengen, maar vandaag wordt datzelfde leger met een nieuwe generatie soldaten ingezet tegen haar eigen bevolking. Het drukt vreedzame betogingen tegen president Trump de kop in en verjaagt daklozen en vermeende criminelen zonder enige vorm van proces uit de hoofdstad Washington. Intussen respecteren de president en zijn kompanen geen rechtbanken, en laat de overheid buitenlanders zonder proces deporteren en opsluiten. Is dat waar deze gesneuvelden in geloofden toen ze voor ons vochten?
“Amerikaanse soldaten vochten voor onze vrijheid maar worden vandaag ingezet tegen hun eigen bevolking.”
Ik verlaat de begraafplaats en stuit na amper tweehonderd meter fietsen op een gelijkaardig kerkhof met meer dan tienduizend Duitse gesneuvelden. Ze hebben net als hun Amerikaanse vijanden nooit de uitkomst van de oorlog gekend. Ze hebben nooit de tachtigjarige vrede ervaren die we vandaag kennen. Beide kampen liggen hier vereeuwigd in de strijd op amper enkele honderden meters van elkaar. De oorlog teisterde ook dwergstaten. We zouden dat soms vergeten. Ik neem een slok van mijn sportdrank, spoel de zwaarte door en spring weer op de fiets. Algauw zou ik in aanraking komen met een veel recentere oorlog.
Morgen in deel 2: jongeren uit Boetsja getuigen over de oorlog in Oekraïne.
Duitse oorlogsgraven liggen op amper honderd meter van de Amerikaanse. De soldaten hebben nooit vrede gekend.