Jongeren uit Boetsja getuigen over de oorlog: “Het is een deel van ons leven”
De geest van Europa vat je het beste met de fiets. Daarom reed journalist David Van Turnhout deze zomer op twee wielen en spierkracht van Schengen in Luxemburg naar de Pools-Russische grens. Op weg naar het einde van de democratie ontmoette hij mensen met verschillende meningen, de ene al wat extremer dan de andere. Hij fietste ook over oude grenzen die doen beseffen dat onze vrijheid niet altijd vanzelfsprekend was.
Lees ook deel 1. Fietsen naar het einde van de democratie: van Schengen naar Kaliningrad
Dag twee! Vanuit een Luxemburgse camping trek ik vandaag naar Schengen, mijn officiële vertrekpunt. De beklimmingen hebben mijn benen gerodeerd en ik voel me kiplekker. Met een stevig ontbijt doe ik krachten op voor het vervolg van mijn tocht. Ik deel een picknicktafel met een vriendelijk Nederlands koppel. “Naar waar trek je?”, vragen ze. “Naar het einde van de democratie”, lach ik. Ik vertel hen over mijn reis naar de Russische grens en algauw volgt een gesprek over de toestand van de wereld. We praten over de aanval van Israël op Iran en de democratie in Amerika. “Er is meer oppositie nodig”, benadrukt hij terwijl hij een lapje kaas op zijn boterham legt. “Mocht ik lid zijn van de oppositie in de VS, dan zorgde ik ervoor dat we één sterk blok vormden, maar nu hangt de hele democratische partij in de touwen en krijgt Trump vrij spel. Dat is toch onbegrijpelijk.” De Nederlander beseft dat het nog vroeg is om over wereldpolitiek te praten en gooit het over een luchtige boeg. “Aan campingtafels worden wereldproblemen opgelost”, grinnikt hij. Mijn ontbijt is al binnen terwijl zijn boterham nu pas in de buurt van zijn mond komt. Ik bedank hem voor het fijne gesprek en verontschuldig me. Ik heb een lange dag voor de boeg.
Vanuit de camping volg ik een zevental kilometer de Moezel om uit te komen in het centrum van Schengen. Daar tref ik aan de overkant een witte boot met in het groot de naam erop: ‘Princess Marie-Astrid’. Het vaartuig is de plek waar staatshoofden en ministers in 1985 het Schengen-verdrag tekenden. Het idee van open binnengrenzen kwam tot stand vanuit de wil voor een eengemaakt Europa na jarenlange versnippering, conflicten en oorlog. Met het verdrag wilde de toenmalige generatie politici vooral burgers verenigen en culturele en economische samenwerking vergemakkelijken. Volgens critici stimuleert het ontbreken van grenscontroles de criminaliteit. Daarom pleiten steeds meer politici voor de herinvoering van gesloten grenzen. Ik heb mijn bedenkingen daarbij. Deze gaan ze niet alleen in tegen de geest van een eengemaakt Europa en een Europees burgerschap, maar ze kosten handenvol geld aan mankracht en middelen terwijl ik een dag eerder via een landweg twee grenzen overstak zonder ook maar een ziel tegen te komen. Mocht ik een terrorist of crimineel zijn, reisde ik over landwegen en door velden.
“‘Schengen is alive’. Dat voelt in het huidige politieke klimaat meer aan als een wens dan een statement.”
Behalve de boot staat in Schengen ook een gloednieuw museum. Aan de inkom prijkt de leuze ‘Schengen is alive’. Dat voelt in het huidige politieke klimaat meer aan als een wens dan een statement. Ironisch genoeg kan ik door een technisch defect het museum niet eens bezoeken, maar onverwacht krijgen mijn plannen daardoor een veel interessantere wending. Een groep jongeren staat bij de ingang voor hetzelfde probleem. In afwachting van een oplossing poseren ze bij de spreuk. Ik begrijp hun taal niet en vraag waar ze vandaan komen. “We komen uit Boetsja in Oekraïne”, antwoordt één van hen. Ik verstok en denk terug aan de gruwelijke beelden over de voorstad van Kiev die in 2022 de wereld rondgingen. Mensen, inclusief kinderen werden er op straat willekeurig afgeslacht. Russen verkrachtten, folterden en vermoordden er mannen, vrouwen en kinderen in hun eigen huizen en lieten er meer dan 500 doden achter.
Drie jaar later sta ik oog in oog met de getraumatiseerde overlevenden, vooral jongeren en enkele volwassen begeleiders. Ik vraag wat ze vinden van Schengen en de EU. “We willen heel graag bij Europa horen”, antwoorden ze unaniem. “We willen vrede, zoals de eenmaking van Europa ook vrede heeft gebracht voor jullie”, klinkt het. Bijna iedereen van deze groep verloor wel een vriend, kennis of familielid. Hoe de jongeren omgaan met de oorlog?. “Het is een deel van ons leven”, vertelt een jongen. Ik ben stil. Wat verderop leunt een Oekraïens meisje tegen een vredesmonument. Het is een stuk Berlijnse muur met een vredesduif erop geschilderd. Ik hoop dat ze met haar mee naar huis vliegt.
Ik wil graag iets voor hen doen, maar tegen het oorlogsgeweld in hun thuisland sta ik machteloos. Ik vertel hen over mijn trip naar Rusland en stel voor aan de Russische grens een boodschap achter te laten voor Poetin en zijn trawanten. “Stop met het doden van onschuldige burgers. Dat is mijn boodschap voor Poetin”, zegt één van de volwassenen. Ik schrijf het later op een briefje en neem het voor de rest van de reis met me mee. Ik ben nu geen gewone toerist meer. Ik heb een missie. We nemen afscheid en ik rijd verder door de Luxemburgse en Duitse wijngaarden. Intussen denk ik na over de bijzondere ontmoeting. Europeanen lijken de waarde van een verenigd Europa steeds minder te waarderen terwijl jongeren uit Oekraïne niet liever willen dan deel uitmaken van de Europese Unie. Zij lijken het idee van open grenzen meer te waarderen dan wijzelf. Misschien zijn we verwend. We zouden onze vrijheden nog missen als ze er niet meer zijn. “You don’t know what you’ve got ‘til it’s gone”, zong Joni Mitchell. Het is een vloek die op de mensheid rust.
Morgen in deel 3: Gutenberg en de sharia.