Vrijheid vraagt om inclusieve neutraliteit, niet om radicale laïcité – Stijn Kerkhofs
Jean-Jacques De Gucht stelde onlangs dat wie intolerantie vergoelijkt, de vrijheid zelf ondermijnt. Een waarschuwing die meer dan terecht is. Hij maakt daarbij sterke punten: een terugkeer naar het christendom als moreel kompas biedt geen duurzame oplossing en religie mag nooit boven de democratische rechtsstaat worden verheven. Op die analyse kunnen liberalen alleen maar aansluiten. Maar waar De Gucht vervolgens pleit voor de Franse laïcité, de radicale neutraliteit van de publieke ruimte, kies ik voor een koers die niet uitsluit, maar verbindt.
Want neutraliteit betekent in liberale zin niet dat religieuze of levensbeschouwelijke uitingen uit de publieke ruimte geweerd moeten worden. Het verschil tussen exclusieve neutraliteit en inclusieve neutraliteit is hier cruciaal. Exclusieve neutraliteit, zoals in Frankrijk, beschouwt elke religieuze uiting in de publieke sfeer als een bedreiging voor de neutraliteit van de staat en verbant ze daarom naar de privésfeer. Inclusieve neutraliteit daarentegen erkent dat de overheid neutraal is juist doordat zij alle burgers de ruimte geeft om hun overtuiging, religieus of niet, zichtbaar te beleven.
In die zin maakt de strikte laïcité van Frankrijk van het secularisme of atheïsme een soort staatsgodsdienst. De publieke ruimte wordt ‘gesteriliseerd’ en zo wordt religieuze diversiteit onzichtbaar gemaakt. Dat is niet de neutraliteit waar Locke, Voltaire of Mill voor pleitten. Hun liberale erfenis gaat juist over de vrijheid van het individu om te geloven, te twijfelen, te bekritiseren én dat in het openbaar te tonen, zolang de grenzen van de rechtsstaat en de rechten van anderen niet worden overschreden.
Daarbij moeten we niet vergeten dat intolerantie en neutraliteit zich vooral uitdrukken in daden, niet in symbolen. Een hoofddoek, kruisje of keppeltje is op zichzelf geen bedreiging voor vrijheid. Wat wél een bedreiging vormt, zijn daden die de vrijheid van anderen ondermijnen: wie geweld pleegt, wie de wet naast zich neerlegt, wie de democratie verwerpt. Liberalen vertrekken altijd vanuit het individu en diens verantwoordelijkheid, niet vanuit groepsdenken of stereotypering. Neutraliteit betekent dus niet dat burgers neutraal moeten lijken, maar dat de overheid elk individu gelijk behandelt op basis van zijn of haar handelen.
Als liberalen moeten we daarom resoluut kiezen voor inclusieve neutraliteit. Niet een samenleving waar religieuze of levensbeschouwelijke verschillen uit het zicht worden geduwd, maar een samenleving waar pluraliteit zichtbaar is en burgers elkaar ontmoeten in diversiteit. Dat is de vrijheid die we verdedigen wanneer we intolerantie bestrijden zonder zelf in de val te trappen van onderdrukkende uniformiteit.
Stijn Kerkhofs
De auteur is bestuurslid van Vista maar schreef deze bijdrage in eigen naam.