Wanneer tegenmacht de macht niet meer stopt – Eva Vanhoorne
“Le pouvoir arrête le pouvoir,” schreef Montesquieu in De l’esprit des lois. Macht hoort macht te begrenzen – dat is het basisprincipe van elke liberale rechtsstaat. De wet begrenst de macht, de oppositie controleert het bestuur, en vrije meningsuiting garandeert dat kritiek nooit een misdaad wordt. Maar wat als die tegenmacht verdwijnt? Wat als macht niet langer geremd wordt, maar zichzelf bevestigt? Dat is geen theoretische vraag. Het is precies wat zich vandaag in Brugge afspeelt.
In zijn stuk “Hier waakt de toevallige meerderheid over het algemeen belang” beschreef journalist Jan-Frederik Abbeloos (De Standaard, 5 oktober 2025) hoe de politiek in dit land steeds vaker zélf bepaalt wat “aanvaardbaar” is en wie te “radicaal” is om nog gehoord te worden. De scheiding der machten verschuift, en meerderheden plaatsen zich almaar vaker bóven de wet – onder het mom van redelijkheid, orde of “het algemeen belang”.
Wat Abbeloos op federaal niveau blootlegt, zien we in Brugge in het klein: niet met harde klappen, maar met sluipende, bureaucratische stappen. Subtiel, maar systematisch. En precies dat maakt het zo gevaarlijk.
Een gemeenteraad zonder tegenmacht
Een liberale democratie leeft van wrijving. Het debat tussen meerderheid en oppositie is geen hinder, maar haar zuurstof. Toch is de Brugse gemeenteraad steeds vaker herleid tot een applausmachine.
Bij het bewonerscharter van het Begijnhof werd niet enkel het charter zelf goedgekeurd, maar tegelijk ook een volledig verhuurbeleid én huurprijzen die de stad “ad hoc” zou vastleggen – zonder juridisch kader, zonder transparantie, zonder enig dossier. Dat is niet alleen bestuurlijk onzorgvuldig, het is in strijd met het Decreet Lokaal Bestuur, dat volledige en controleerbare besluitvorming verplicht.
Toch stemde de meerderheid kritiekloos in. Zo reduceren raadsleden zichzelf tot wat Hannah Arendt ooit “nuttige idioten van het systeem” noemde: mensen die niet uit kwade wil, maar uit gemak de controlefunctie van de democratie opgeven. De wet, bedoeld om macht te begrenzen, wordt zo herleid tot formaliteit.
De logica van Vlaams Belang: van provocatie tot beleid
Nog zorgwekkender is hoe de stad Brugge systematisch reageert op voorzetten van Vlaams Belang, een partij die niet aarzelt om repressie te normaliseren.
Neem het vreedzame krijtprotest op de Burg, het plein voor het Brugse stadhuis, waar burgers elke zondag met krijt eenvoudige boodschappen van vrede schreven als “Ceasefire now” of “Free Palestine”. Vlaams Belang bestempelde de actie als “vandalisme” en vroeg zelfs om een plaatsverbod voor een van de deelnemers, klimaatactivist Wouter Mouton. Het stadsbestuur had dat kunnen afwijzen. In plaats daarvan stuurde het brandweerwagens om het krijt weg te spuiten en legde het de kosten – €1.678 per interventie – bij precies die ene activist.
Juridisch valt dat nergens te verantwoorden. Krijt is geen misdrijf, in geen enkel reglement verboden, en geen enkele wettelijke bepaling laat toe om hiervoor brandweerwagens te laten uitrukken, laat staan om kosten door te rekenen aan burgers die vreedzaam protesteren. Volgens het Koninklijk Besluit van 1994 en het eigen retributiereglement mag de brandweer enkel kosten verhalen bij milieuvervuiling of gevaarlijke stoffen. Krijt is kalk. Het spoelt vanzelf weg.
Er is dus géén juridische basis. Wat overblijft, is intimidatie in factuurvorm: een signaal dat wie buiten de lijntjes kleurt, financieel gestraft wordt. En het gevaarlijke precedent dat een bestuur de repressieve logica van Vlaams Belang overneemt – in naam van orde, maar in strijd met de wet.
De zwijgplicht als bestuurslogica
Dezelfde reflex zien we bij de deontologische code voor Brugse stadsmedewerkers. Daarin staat letterlijk: “Zowel privé als professioneel geef ik geen commentaar op mijn werkgever.”
Die bepaling is niet alleen autoritair van toon, ze is juridisch onhoudbaar. Ze druist in tegen artikel 19 van de Grondwet en artikel 10 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens, die vrije meningsuiting ook voor ambtenaren beschermen.
Toen Vlaams Belang vervolgens het ontslag eiste van een ambtenaar die onder pseudoniem een opiniestuk schreef in Humo, reageerde het stadsbestuur opnieuw volgens diezelfde logica. Er volgden publieke waarschuwingen, uitspraken over “sancties” en het voornemen om “op papier vast te leggen” dat ambtenaren zich niet meer over politiek mochten uitlaten. Er werd zelfs gezegd dat “activisme de grens is” en dat wie zich daar niet in kon vinden, “het verkeerde beroep had gekozen.”
Zulke uitspraken zijn niet enkel politiek zorgwekkend, ze zouden – als ze effectief toegepast werden – ronduit onwettig zijn. Een overheid mag haar personeel niet verbieden zich als burger uit te spreken over een maatschappelijk debat. Later werd alles afgedaan als een verkeerd citaat, maar wie het zwart op wit zag, weet beter. En vooral: het past in een patroon.
Macht zonder toetsing
Want dat patroon is er: een bestuur dat zich boven de wet plaatst en elke vorm van tegenspraak ziet als een verstoring in plaats van een democratische reflex. Een bestuur dat kritiek verwart met aanval, controle met lastigheid, en dat liever omringd is door volgzaamheid dan door tegenspraak. Niet per se uit kwaad opzet, maar omdat men tegenmacht ontwend is.
Jaren zonder echte oppositie hebben een cultuur van gehoorzaamheid gekweekt. Tegenstemmen worden niet langer gezien als democratische reflex, maar als storing in het systeem. Zoals Karl Popper het noemde: het gesloten systeem, waarin kritiek niet langer dient om te verbeteren, maar wordt beschouwd als bedreiging.
De situatie doet denken aan Aalter, waar burgemeester Pieter De Crem jarenlang eigenmachtig besliste wie zich wel of niet mocht domiciliëren – een praktijk die ronduit onwettig was en pas stopte toen het Agentschap Binnenlands Bestuur moest ingrijpen en de gemeente tijdelijk onder toezicht plaatste. Dat was geen detail, maar een waarschuwing: ook lokale besturen kunnen ontsporen wanneer macht niet langer wordt begrensd door recht.
De Brugse les
En precies dat is wat we nu in Brugge zien. Wie schrijft, krijt, spreekt of vragen stelt, wordt plots de vijand. Maar vrije meningsuiting en democratische controle zijn geen gunsten van een bestuur – ze zijn de zuurstof van een stad. Vrije meningsuiting, transparantie en tegenspraak zijn geen linkse of rechtse waarden; ze vormen de kern van het liberale project.
Een bestuur dat zich boven de wet waant, ondermijnt niet enkel de oppositie, maar ook het vertrouwen van burgers in de rechtsstaat zelf. Democratie leeft niet van volgzaamheid, maar van wrijving. Wie vrijheid ernstig neemt, moet ook tegenspraak verdragen. Want zodra een meerderheid beslist wat nog gezegd mag worden, is de vrijheid zelf al aan het verdwijnen. En wie de lijntjes almaar nauwer trekt, zal vroeg of laat merken dat er niemand meer durft te protesteren.
Eva Vanhoorne
De auteur is gemeenteraadslid van Groen in Brugge
Elke zondag komen burgers op de Brugse Burg samen met vlaggen, spandoeken en krijt om te pleiten voor vrede en rechtvaardigheid, maar worden geconfronteerd met boetes, facturen en intimidatie. Steun het recht op vreedzaam protest in Brugge. Wie dat onrecht niet wil laten passeren, kan helpen via de crowdfundingactie: ➡️ Steun het recht op vreedzaam protest in Brugge