Technologie, macht en de vergeten les van Montesquieu – Ivan Vandermeersch
Er bestaat geen perfecte bescherming tegen machtsmisbruik. Geen technologie is neutraal, geen rechtsstaat onaantastbaar, geen grondwet “bullet-proof”. Dat is geen tekort van de democratie, maar haar conditie. Vrijheid is geen verworven bezit, ze bestaat alleen zolang ze actief wordt bewaakt. Die vaststelling dwingt tot een fundamentele verschuiving in het politieke denken. De centrale vraag is niet of wij onze instellingen vertrouwen, maar welke vormen van macht wij via technologie structureel organiseren.
Montesquieu vertrok niet van vertrouwen, maar van wantrouwen tegenover macht. Vrijheid berust niet op de goede wil van machthebbers, maar op de scheiding der machten: niemand mag tegelijk beslissen, uitvoeren en controleren. Niet omdat mensen per definitie slecht zijn, maar omdat macht zich altijd uitbreidt zodra zij daartoe de middelen krijgt. Die les wordt vandaag niet plots vergeten, maar stapsgewijs operationeel uitgehold. Digitale systemen centraliseren, versnellen en integreren functies die het recht voordien steeds bewust gescheiden hield. Waar procedures, tegenmachten en regels vroeger bescherming boden, nemen automatisering en efficiëntie het tegenwoordig over.
Het klassieke politieke debat focust op wetten, bevoegdheden en verantwoordelijkheden. Digitale macht werkt anders. Zij zit in infrastructuren die bepalen wat automatisch gebeurt, wat mogelijk is en wat wordt uitgesloten. Macht verschuift van het normatieve naar het operationele niveau: van wat mag naar wat kan. Wanneer systemen tegelijk registreren, valideren en sanctioneren, wanneer automatisering sneller werkt dan beroep of tegenmacht, blijft de rechtsstaat wel nog formeel bestaan, maar verliest ze haar remmende kracht. Dit is de kern van de hedendaagse technocratie: macht die efficiënt is, maar moeilijk nog kan worden tegengesproken.
Apple is een leerzaam voorbeeld. Apple verplicht niets bij wet. Het verbiedt niet. Het sanctioneert niet. En toch stuurt het het gedrag van miljoenen gebruikers. Niet door dwang, maar door design. Via standaardinstellingen, gesloten ecosystemen en gecontroleerde toegang bepaalt Apple welke keuzes vanzelfsprekend zijn en welke praktisch onhaalbaar zijn. Wie volgt, ervaart gemak. Wie afwijkt, ondervindt weerstand. Zo ontstaat macht zonder bevel: geen instructie, geen verbod, maar een vooraf bepaald keuzekader.
Technocratische uitbreiding is macht die niet beveelt, maar normaliseert
Wanneer de staat deze logica overneemt, verandert de aard van macht fundamenteel. Systemen functioneren anders dan wetten. Een wet kan worden betwist, vertraagd, geïnterpreteerd. Een systeem werkt automatisch, continu en zonder context. Peppol, de eID-wallet en de digitale euro worden voorgesteld als technische modernisering en vereenvoudiging. In werkelijkheid zijn het normatieve infrastructuren. Zij bepalen niet alleen hoe burgers en bedrijven handelen, maar ook of zij kunnen handelen. Het probleem is niet digitalisering op zich, maar opgelegde systemen waarin functies samenvallen die in een rechtsstaat gescheiden horen te blijven: registratie, verificatie, toestemming en uitvoering. Wat vroeger verspreid was over instellingen, procedures en tijd, wordt nu samengebracht in één operationele keten.
Macht verschuift dan niet via parlementair debat, maar via ontwerpkeuzes. Deze verschuiving is geen toekomstscenario. Ze is al zichtbaar in de manier waarop de overheid vandaag communiceert en intervenieert. De lancering van de website tegen MoneyControl, onder verantwoordelijkheid van Vincent Van Quickenborne, illustreert dit scherp. Officieel gaat het om informatieverstrekking: burgers sensibiliseren rond fraude, financiële risico’s en geldstromen. Op het niveau van intentie klinkt dat onschuldig.
Maar opnieuw geldt: het probleem zit niet in de intentie, maar in de architectuur. MoneyControl is geen neutraal informatieplatform. Het is een gecentraliseerd staatskanaal dat definieert wat als correct, veilig of risicovol financieel gedrag geldt. Het stuurt keuzes, beïnvloedt beslissingen en normaliseert gedrag – zonder wet, zonder procedures, zonder tegenmacht.
Wanneer dergelijke boodschappen actief worden verspreid via WhatsApp – een privéplatform dat rechtstreeks binnendringt in de persoonlijke communicatie van burgers – verlaat de overheidscommunicatie het terrein van de informatie en betreedt zij dat van de conditionering. Niet via wet of bevel, maar via permanente nabijheid en herhaling. Niet via publiek debat of democratische tegenspraak, maar via notificaties die zich opdringen in het dagelijkse leven en zo het menselijk gedrag normaliseren buiten elke institutionele controle.
Technocratische macht in actie
Dit is technocratische macht in actie: geen bevel, geen sanctie, geen dwang – maar een kader waarin gewenst gedrag wordt aangemoedigd en afwijking impliciet wordt ontmoedigd. Voorstanders beroepen zich op begrijpelijke doelstellingen: efficiëntie, fraudebestrijding en veiligheid. Maar vrijheid wordt niet beschermd door intenties. Zij wordt beschermd door (wettelijke) beperkingen.
Systemen overleven beleidsmakers, politieke meerderheden en crisissen. Daarom is de kernvraag niet of we vandaag vertrouwen hebben in de technologie, maar welke macht we structureel beschikbaar maken voor morgen. Hier wordt het onvermijdelijk politiek. De N-VA streeft expliciet naar een verregaande hertekening van de Belgische staat tot en met haar ontbinding. Dat is een legitiem politiek project – zolang het transparant, institutioneel en democratisch wordt nagestreefd.
Maar dan dringt zich een ongemakkelijke vraag op: ondermijnt men niet de fundamenten van de democratische rechtsstaat wanneer men tegelijk technologische systemen oplegt die macht centraliseren, tegenmacht reduceren en de scheiding der machten operationeel verzwakken? Een staat wordt vandaag niet noodzakelijk ontmanteld via een grondwetswijziging, maar via institutionele erosie. Technologie kan daarbij als hefboom fungeren: niet door conflict, maar door efficiëntie.
Dat deze evolutie nauwelijks wordt afgeremd, hangt samen met de houding van de MR. In naam van modernisering en technocratische rationaliteit worden fundamentele keuzes voorgesteld als technisch onvermijdelijk. Maar technocratie is nooit neutraal. Door politiek te reduceren tot techniek, wordt het democratisch debat uitgehold. Wat hier ontstaat, is geen complot, maar een convergentie: een nationalistisch project dat baat heeft bij institutionele verzwakking, en een technocratische reflex die die verzwakking faciliteert.
Niet elke optimalisatie is vooruitgang
Democratieën verdwijnen zelden door één wet. Ze eroderen wanneer systemen sneller worden dan de tegenmachten die hen moeten begrenzen. Wanneer efficiëntie de plaats inneemt van vrijheid, en automatisering die van verantwoordelijkheid. In een tijdperk waarin steeds meer mogelijk wordt, moet de politiek opnieuw durven weigeren. Niet alles wat kan, moet mogen. Niet elke optimalisatie is vooruitgang. Wie dat onderscheid niet meer maakt, bestuurt niet – hij laat systemen regeren.
De les van Montesquieu is vandaag onontkoombaar: vrijheid vraagt grenzen, ook – en vooral – tegenover technologie. Wie die grenzen niet stelt, kiest niet voor moderniteit, maar voor een stille uitholling van de democratie.
Ivan Vandermeersch
De auteur is voormalig Secretaris-generaal van BAM (Belgian Association of Marketing). Hij schreef de tekst Pleidooi voor Moderne Vrijheid: verantwoordelijk individualisme in een inclusieve samenleving (2024)


