Enemy of the people – Terrence Petty
In zijn boek Hitler's Willing Executioners betoogde de Amerikaanse politicoloog Daniel Goldhagen dat het Duitse volk collectief verantwoordelijk was voor de Jodenmoord door de nazi's. Zo schreef hij: “De onverbiddelijke waarheid is dat de Duitse politieke cultuur in verband met de joden zodanig was geëvolueerd dat een enorm aantal van doodgewone, representatieve Duitsers Hitlers bereidwillige beulen werden, en dat het merendeel van de rest van hun landgenoten in staat was om beulen worden.” Deze visie werd door heel wat historici fel bekritiseerd. Het klopt dat heel wat Duitsers zich conformeerden aan het nazisme, soms uit angst, soms uit overtuiging of nog veel vaker vanuit onverschilligheid, maar een klein aantal individuen en groeperingen ging in het verzet. Zij die toen de moed hadden om zich af te keren van het dictatoriale beleid verdienen dus om te worden vermeld.
Denk aan de Duitse meubelmaker Georg Elser die op 8 november 1939 een mislukte aanslag pleegde op Hitler, werd opgepakt en net voor het einde van de oorlog doodgeschoten in Dachau. Verder de scholieren Hans en Sophie Scholl, Christoph Probst en professor Huber van Die Weisse Rose, die vanuit München pamfletten verspreidden waarin ze opriepen om in opstand te komen tegen Hitler. Op 18 februari 1943 werden ze echter betrapt en een maand later ter dood veroordeeld. Daarnaast waren er de niet-Joodse vrouwen en familieleden van Joodse mannen die in maart 1943 in de Rosenstrasse in Berlijn publiekelijk demonstreerden tegen de deportatie van hun echtgenoten ondanks bedreigingen van de Gestapo en de SS. Bekend is ook de Oskar Schindler die erin slaagde om meer dan duizend Joden te redden. En het militair verzet door Claus von Stauffenberg en andere officieren die een mislukte aanslag pleegden op Hitler.
Veel minder bekend is het verzet van een groep moedige sociaaldemocratische journalisten van de Münchener Post die zich al in de jaren twintig virulent keerden tegen het nazisme, en in hun teksten wezen op het gevaar van Hitler en zijn acolieten. Over deze verzetsgroep schreef de Amerikaanse journalist van Associated Press Terrence Petty een boek onder de titel Enemy of the People: The Munich Post and the Journalists Who Opposed Hitler. De krant die van start ging in 1888 maakte deel uit van de Sozialdemokratische Partei Deutschlands in Beieren en deed tussen 1920 en 1933 veel onderzoekswerk naar Hitler en de nazi’s, zijn poging tot staatsgreep in 1923 in München, zijn (zwakke) veroordeling en vroegtijdige vrijlating daarvoor, het enorme geweld van de SA tegen andersdenkenden en Joden, de financieringsbronnen van de NSDAP en zijn plannen om de Weimarrepubliek om te vormen tot een dictatuur.
Daarmee werd de Münicher Post al snel de luis in de pels van Hitler die een hekel had aan het blad, omdat het regelmatig zijn ware bedoelingen aan het licht bracht. De redactie van het dagblad lag in handen van Martin Gruber, Edmund Goldschagg, Erhard Auer, Konrad Heiden en Julius Zerfast die al in 1920 over hem schreven: “Laat je niet misleiden. Hitler is een demagoog. (…) Het zijn zaken die totaal tegengesteld zijn aan de waarheid.” Bij de coup in 1923 vielen ongeveer 200 leden van de binnen in de lokalen van de krant en vernielden de redactielokalen. De vrouw van Auer kreeg een pistool tegen het hoofd, maar ze weigerde te zeggen waar haar man was. De coup mislukte en Hitler vloog in de gevangenis, maar de krant bleef waarschuwen voor het gevaar van extreemrechts. Ook in de jaren nadien stelden ze misdaden van de SA aan de kaak en plaatsten krantenkoppen als ‘Hitlers moordenaars’, ‘De criminele activiteiten van de nazipartij’ en ‘Politieke moorden: acht nieuwe slachtoffers’. Door hun onderzoekswerk onthulden ze diverse moordpartijen door de nazi’s.
Op 9 december 1931 kregen ze een geheim document in handen met maatregelen over wat de nazipartij, eenmaal aan de macht, van plan was met de Joden. Zo zouden Joden geen Duits staatsburger meer zijn, Joden mogen niet getuigen in Duitse rechtbanken en huwelijken tussen Joden en christenen worden verboden. Hier toonde men de grondslagen voor de beruchte rassenwetten van Neurenberg van 1935. Op 8 januari 1932 legden ze de hand op SS Order nr. 65 dat geen enkele SS’er het recht had om te huwen met een raciaal inferieure vrouw. Op 23 juli 1932 publiceerden ze over het idee van de nazi’s om kampen te bouwen voor mensen die niet wilden werken en voor ‘politiek onbetrouwbaren’. Maar het sterkste artikel was de bekendmaking van een nazi-lijst van personen die zouden vermoord worden als Hitler aan de macht kwam.
Voor dat laatste werd de Münchener Post voor de rechtbank gebracht, maar tot ontzetting van de redactie volgden de rechters de verdediging die zij dat het een vals document was. Ook bij andere processen voelden de aanklagers hoe rechters eerder sympathie hadden voor de extreemrechtse partij. De krant kon ook aantonen dat alhoewel de nazipartij zich keerde tegen homoseksualiteit, de leider van de SA Ernst Röhm zelf een homoseksueel was. Het gevolg van dit alles was dat Hitler de krant steevast betitelde als ‘Volksfeind’ (‘Vijand van het volk’) en dat hij de redactieleden zou betaald zetten. Andere kranten waren veel voorzichtiger. Sterker nog, bij de machtsovername op 30 januari 1933 schreven ze dat Hitler een kans verdiende en dat de coalitiepartners in de coalitie hem wel zouden intomen. Ze kregen ongelijk, want al snel begonnen de SA-knokploegen communisten, sociaaldemocraten en vakbondslui te vervolgen. Op 5 februari 1933 werd de SPD-burgemeester van Stassfurt door een nazi vermoord.
De krant bleef echter kritiek spuiten op het naziregime tot woede van Hitler die de redactie bestempelde als de "Münchener Pest". Hij zocht een middel om ze het zwijgen op te leggen. Op 26 februari 1933 kreeg de Münchener Post een publicatieverbod van vier dagen opgelegd door naziminister voor Binnenlandse Zaken Wilhelm Frick ‘ter bescherming van het Duitse volk’. Op 3 maart 1933 verscheen de krant een artikel onder de kop "Wir Lassen Uns Nicht Einschüchtern" (We laten ons niet intimideren), waarin ze aankondigde de waarheid te blijven schrijven. In aanloop van de verkiezingen twee dagen later, waarschuwde ze dat Hitler de democratie stapsgewijs de democratie vernietigde. Op 9 maart 1933 vielen SA’ers de lokalen van de krant binnen, gooiden het meubilair, de typemachines, inktpotten en boeken uit de ramen, terwijl buurtbewoners er zwijgend op toekeken.
De SA’ers zochten de redactieleden. Sommigen werden opgepakt, anderen konden op tijd vluchten en doken onder. Op diezelfde dag werd ook de anti-nazikrant Der gerade weg aangevallen en de uitgever Fritz Gerlich gearresteerd, gemarteld en in Dachau vermoord. Ze vonden ook Erhard Auer, partijvoorzitter van de SPD in Beiren en redactielid van de Münchener Post. Enkele dagen voordien werd Auer in de gemeenteraad van München geslagen en geschopt omdat hij weigerde eer te betonen aan Hitler. Ook hij werd zwaar mishandeld en opgesloten in Dachau waar hij overleed. Op 23 maart 1933 werd de Machtigingswet met twee-derde goedgekeurd waardoor Hitler de absolute macht kreeg en de dictatuur formeel werd. Alleen de sociaaldemocraten stemden vergeefs tegen.
Wie het overleefde was de journalist Julius Zerfass. Ook hij werd opgepakt en naar Dachau gestuurd, maar kwam na een tijdje vrij waarop hij naar Zwitserland vluchtte. Daar publiceerde hij in 1936 het boek Dachau: Eine Chronik onder de schuilnaam Walter Hornung, een van de eerste ooggetuigenverslagen van het concentratiekamp. Weinigen besteedden er aandacht aan. Petty schrijft dat indien Zerfass vandaag zou leven, hij de wereld zeker met angst zou bekijken. “Democratische vrijheden – inclusief de persvrijheid – worden vanuit veel hoeken in de wereld bedreigd, er wordt naar zondebokken gezocht, het politieke discours is giftig geworden, de haat tegen minderheden groeit, extreemrechtse partijen zijn in opkomst.” Zerglass schreef in zijn tijd “De lammeren kozen de wolf als hun herder”. Dat is ook zo vandaag, onder meer in de VS waar Trump de kritische media letterlijk “Enemy of the People” noemt.
Dit boek is een prachtig eerbetoon aan mensen die weigerden zich neer te leggen bij de almacht van een dictator die over geen greintje menselijkheid en moraliteit beschikte. Het is nu aan ons om in het verzet te komen tegen het groeiende autoritarisme dat wereldwijd aan een opgang bezig is. Zwijgen is geen optie meer.
Recensie door Dirk Verhofstadt
Terrence Petty, Enemy of the People, Associated Press, 2019