Vreedzaam protest is een grondrecht – William Mostmans
Wie maar zelden op maandagavond in het centrum van Antwerpen komt, zou bijna vergeten dat verschillende burgerverenigingen er sinds juni wekelijks protesteren tegen het conflict in Gaza en tegen de banden van de verschillende Belgische en lokale overheden met Israël.
Bijna. Want op maandag 3 november 2025 haalde dit protest alle voorpagina’s. Niet omwille van het doel op zich, wel om hoe het stadsbestuur omspringt met deze bezorgde burgers. Hoewel de manifestaties al wekenlang plaatsvinden, besloot Antwerps burgemeester Els Van Doesburg (N-VA) dat deze vanaf 15 september een te groot risico vormen voor de openbare orde. Betogen op de Suikerrui, een straat binnen gehoorsafstand van het Schoon Verdiep, wordt niet meer toegelaten; protest mag voortaan slechts op het Steenplein, een donker stuk Antwerpen tussen Schelde en Kaaien met slechts passagiers van de Waterbus en meeuwen als publiek.
Een bedenkelijk oordeel van het stadsbestuur, vindt ook de Raad van State. Die verwierp weliswaar de hoogdringendheid van het verzoek van de manifestanten, maar plaatste grote vraagtekens bij de vage, inconsistente motivering van het stadsbestuur, in het bijzonder waarom deze manifestatie wél een bedreiging voor de openbare orde zou vormen op de Suikerrui, maar niét op het Steenplein. Het weerhield voormalig schepen Jinnih Beels (Vooruit) er niet van om in een opiniestuk in De Standaard gehoorzaamheid aan dergelijke oekazes te verheffen tot hoogste burgerdeugd, en verontwaardiging erover weg te zetten als “georkestreerd”. Maar ook gisteren (10 november) liet de politie zich niet onbetuigd om het gebrek aan argument kracht bij te zetten: om de veiligheid van vreedzame betogers te waarborgen, zetten zij tegen diezelfde betogers het waterkanon, honden en een gemaskerd arrestatieteam in.
Zelf heb ik weinig aansporing tot zorgen nodig wanneer de uitvoerende macht, in casu de Antwerpse burgemeester, zichzelf met omfloerste uitvluchten bevordert tot eindarbiter van fundamentele grondrechten, zoals het recht op samenkomst of vreedzaam protest. Des te zorgwekkender is de mate waarin dit soort berichten stilaan dagelijkse kost wordt.
In Antwerpen is er natuurlijk het precedent van deze zomer: burgers die protesteerden tegen de bomenkap in Deurne. Ze werden op bevel van plaatsvervangend burgemeester Koen Kennis (N-VA) hardhandig verwijderd om plaats te maken voor bulldozers, ook al moest de rechter zich nog uitspreken over de betwiste vergunning. En vorige week lazen we op de website van Liberales een bijdrage van gemeenteraadslid Eva Vanhoorne (Groen) over vreedzame protesten in Brugge, waarbij burgers gebruik maakten van stoepkrijt en een rekening van meer dan 20.000 euro gepresenteerd kregen nadat de brandweer opgeroepen werd om de straat schoon te spuiten (een regenbui had dit evengoed kunnen doen). “De stad gebruikte publieke middelen om vreedzame burgers af te schrikken,” aldus Vanhoorne. Als bestuurlijke intimidatie kan dat tellen.
Niet alleen lokale bestuurders wanen zich sheriff in eigen gouw. Na een ontspoord protest aan de Universiteit van Luik bij een herdenking van voormalig MR-boegbeeld Jean Gol, trok de MR-top niet alleen van leer tegen de betogers, maar diende zij via minister Quintin ook een wetsvoorstel in die de regering de macht zou geven om verenigingen die zij zelf radicaal of extremistisch acht eigenhandig te verbieden, zonder rechterlijke tussenkomst. De lange doorlooptijden bij justitie zouden door de regering verholpen kunnen worden met meer werkingsmiddelen voor de onderbemande rechterlijke macht, maar in de plaats daarvan kiest ze voor een gemakzuchtiger oplossing en wilt ze zichzelf in de plaats van aanklager, jury én rechter stellen. Dat het recht van vereniging, gewaarborgd door artikel 27 van de Grondwet, daarbij dode letter dreigt te worden, moeten we er maar bij nemen.
Of wat te denken van het omstreden Europese “chat control”-voorstel, waarbij berichten op digitale media zoals WhatsApp aan een preventieve controle worden onderworpen voor versleuteling. Hier is het doel de verspreiding van beelden van kindermisbruik te voorkomen, maar en passant wordt de deur opengesteld voor een groteske schending van de privacy van elke Europese burger. Zo’n gereedschap zou door een kwaadwillende overheid natuurlijk uit te breiden zijn om bijvoorbeeld berichten te screenen op activiteiten van de oppositie. Het grondwettelijk gewaarborgde briefgeheim dreigt zo uitgehold, tot alleen nog brieven en pakketten toevertrouwd aan de nationale post een verwachting van privacy dragen.
Het zou te ver leiden om een overzicht te maken van de tendens om rechters weg te zetten als activisten, wiens vonnissen en dwangsommen door de regering vrolijk genegeerd mogen worden. Denk aan de nefaste houding van minister van Asiel en Migratie Anneleen Van Bossuyt (N-VA) die weigert om dwangsommen te betalen die door de overheid zijn opgelegd voor het niet opvangen van asielzoekers. De gehele Belgische rechterlijke macht reageerde dat “dit in strijd is met de beginselen ven een democratische rechtsstaat”. Vreedzame betogers daarentegen pakt de uitvoerende macht inmiddels steeds harder aan. Het mag duidelijk zijn dat we niet meer spreken over geïsoleerde incidenten, maar een discours dat over partijgrenzen heen genormaliseerd wordt, waarbij burgerschap, de scheiding der machten en checks and balances worden gereduceerd tot bestuurlijke irritaties.
We hebben het geluk te leven in een liberaal democratische rechtstaat, wereldwijd en doorheen de geschiedenis zowat de zeldzaamste vorm van bestuur. Zij kwam niet tot stand door gehoorzaamheid aan een welwillend despoot, maar door protest, burgerzin en het afdwingen van grondrechten die we vandaag voor (te) vanzelfsprekend nemen. Perfect is ze niet, zoals geen werk van de mens ooit perfect kan zijn, maar ze biedt de mogelijkheid aan allen om hun stem te laten horen en op te komen voor hun waarden en doelen, zolang de vrijheid van een ander om hetzelfde te doen niet geschonden wordt. Telkens we onze grondrechten uit het oog verliezen of als smeermiddel voor bestuurlijke efficiëntie gebruiken, dreigen we haar uit te hollen.
Dat is uiteraard niet altijd even comfortabel voor wie de uitvoerende macht draagt, noch voor de zorgeloze burger die in rust en vrede een glas wil drinken op een terrasje naast een stadhuis en die het bestuur aan zijn kant weet. Maar politiek is niet statisch. Wie vandaag de sympathie van de regering krijgt, kan die bij volgende verkiezingen verliezen, en vice versa. Daarom is het aan elk van ons om die grondrechten te verdedigen. Een democratie is een samenleving waar actief burgerschap de basis voor solide bestuur vormt, en niet slechts oogluikend gedoogd wordt.
William Mostmans
De auteur is kernlid van Liberales


